De jaren vliegen en het lijkt alsof dat dubbel zo hard gaat als je de 30 voorbij bent. Het vliegseizoen is pas net voorbij en over een maand begint het koppelen alweer. Ik moet vroeg starten om aan mijn aantal jonge duiven te komen. Er worden drie rondes grootgebracht door 28 kweekkoppels.

Voedsterduiven heb ik al jaren niet meer. Ik kweek kwalitatief betere jongen sinds ik de kwekers zelf hun jongen laat grootbrengen. De kweekduiven gaan ook een stuk langer mee dan toen ik alsmaar deed verleggen en om koppelen.

Ondanks dat de kweekduiven uit één gezamenlijke voerbak eten die altijd gevuld staat, vetten de duivinnen nooit aan tegen het moment dat ze weer moeten leggen. Ze hebben dan immers jongen van 14 dagen oud in de schaal die ze moeten voeren.

Wanneer je de eitjes verlegt, gaat de duivin opnieuw leggen terwijl de jongen gespeend zijn. Ze blijft dan dooreten en wordt te vet, wat het leggen bemoeilijkt. De duivin gaat open staan, maar er komt geen ei. Laat je zo’n duivin enkele weken apart in een hok met karig voer, dan gaat ze vanzelf weer leggen als ze vermagerd is.

Dit is één van de redenen dat ik de duiven enkele weken voor de koppeling iets minder voer. Met te dikke duiven aan de kweek beginnen verloopt vaak slecht. Het is net zoals bij mensen: niet alle duiven vetten even gemakkelijk aan, maar in de nakomelingen van Super Rossi zat een deel Heremans en die vetten sneller aan dan die uit Rocket en Witbuik.

Als je er vijf of zes uit een goede kweker kweekt, zit daar evenveel bruikbaars tussen dan wanneer je er tien of twaalf uit kweekt. Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat wanneer je het dubbele aantal jongen uit één koppel kweekt, je ook een dubbel aantal bruikbare jongen hebt. Althans, bij mij niet, want dan hadden de voedsters er zeker nog gezeten.

Maar goed, vele wegen leiden naar Rome en een ieder moet doen waar hij of zij zich goed bij voelt. Heb je maar enkele bewezen kweekdoffers, dan moet je misschien juist wel verleggen. Doe dit dan enkele keren en plaats een andere duivin op de goed kwekende doffer. Geef de andere enkele weken rust.

Het is altijd beter om uit duiven te kweken die iets bewezen hebben in de kweek, op de vluchten of met supergenen dan uit duiven waar je geen vertrouwen in hebt, die niets bewezen hebben of geen superduif in hun stamboom hebben.

De slechte eigenschappen lijken eerst te vererven, dus een slechte duif geeft ook makkelijker slechte duiven. Andersom lijkt een 1e prijswinnaar gemakkelijker een 1e prijswinnaar voort te brengen.

Soms moet ik wel even zuchten als ik weer dezelfde vragen krijg van vaak ook dezelfde liefhebbers.

  • Welk voer geef je tijdens de rui? Al 25 jaar hetzelfde, Championsmix en NPO-mix.
  • Welk voer geef je tijdens de kweek? Al 25 jaar hetzelfde, Championsmix en NPO-mix.
  • Wat voer je bij thuiskomst? Al 25 jaar hetzelfde, Championsmix en NPO-mix.
  • Gebruik je nog wel eens Naturaline? Al 25 jaar om de dag.
  • Geef je ook wel eens Sedochol? Al 25 jaar van begin tot einde rui om de dag.

 

Ik verander nu eenmaal niet snel van systeem. Zo geef ik ook al jarenlang oregano olie over het voer, vandaar dat we die in eigen assortiment hebben opgenomen. Let wel, de voordelen van oregano zie je alleen wanneer je die elke dag geeft en niet enkele malen per week.

De duiven die hier door de rui zijn, hebben een blinkende glans in de nek en zijn zijdezacht, te danken dus aan het dagelijkse gebruik van Origanum Red. Bovenstaande foto toont hoe de duiven er na de rui uit zien. Dit is Witsbuiks Blue op haar winternest in januari nadat ze de 1e NPO La Souterraine en 11e nationaal Asduif won op de dagfond.

Een natuurlijke basisgezondheid gesteund door natuurlijke bijproducten is enorm belangrijk om elk jaar weer een topconditie te bereiken. Mijn duiven moeten die een geheel seizoen vasthouden en niet enkele vluchten. De cijfers liegen er niet om, ondanks alles wat er over mij wordt uitgekraamd:

  • 2017: 11e Beste Liefhebber WHZB.
  • 2018: 10e Beste Liefhebber WHZB.
  • 2019: 4e Beste Liefhebber WHZB.
  • 2020: 3e Beste Liefhebber WHZB.
  • 2021: 3e Beste Liefhebber WHZB, hoogstwaarschijnlijk.

 

Door met alle winden mee te waaien zal je nooit bij de kampioenen geraken. Je moet voor jezelf een simpel systeem ontwikkelen en je daar consequent aan houden. Ga je met elke modegril mee, dan kom je er nooit. Zoek het in goede duiven en een goede basisgezondheid. Dat laatste bereik je niet door de drinkpot elke dag van kleur te laten veranderen.

En vergeet niet, het wiel kan maar één keer worden uitgevonden, ondanks wat anderen je soms willen wijsmaken. ‘Ruiversnellers’ zijn daar een voorbeeld van. Maak dat de kat wijs.

De zon hier in Brabant staat hoog aan de hemel, heerlijk. Van mij mag de winter zo verder verlopen.

Vandaag reed Jan op en neer vanuit Friesland om onderling wat duiven te verhuizen. Met de jonge duiven is Jan al diverse jaren de beste op de NPO-vluchten, maar met de oude duiven moet het wat beter. Ik verwacht zelf dat het probleem ligt in het aanpassen van wat kleine dingen in het hok.

Op eigen adres heb ik het oude duivenhok 5 jaar moeten verbouwen om het perfect te krijgen. Bij de jonge duiven was het gelijk super, daar durf ik geen spijker aan te veranderen.

Hetzelfde geldt voor het kweekhok. Het verloopt daar super en de gezondheid is top, dan moet je dus overal van afblijven. De duiven vertellen je wel of het goed is of niet.

Het is jammer dat je geregeld hoort over paratyfus, vaak van liefhebbers die er nooit tegen kuren en/of geloven dat hun duiven er immuun voor zijn. Als het je treft, ben je echt de klos. Het lijkt ook alsof het eerst bij je beste duiven begint.

Duiven die het hebben gehad (verschijnselen zoals het licht uit de pupil, gewrichtsproblemen, ernstig vermageren) kan je beter opruimen, ook als ze genezen lijken te zijn. Ze geven het vaak door aan hun nageslacht.

Ik spreek uit eigen opgedane ervaring, maar ben natuurlijk geen dierenarts die zichzelf wat paratyfus betreft vaak tegen lijkt te spreken.

Fuseren

Afgelopen zaterdag hoorde ik van onze afdelingsvoorzitter dat Brabant 2000 binnenkort onder de 1.000 leden zakt. Het is dus onvermijdelijk dat er gefuseerd moet worden, wil men de sport betaalbaar houden.

In zo’n fusie kunnen de bestuursleden van nu ook een nieuwe rol spelen. Het lijkt terug te gaan naar hoe het vroeger begonnen is; het verenigingsspel en het spel in het grootste verband wat mogelijk is. Alle samenspelen en rayons vallen op den duur om.

Er zullen dan ook andere kampioenen opstaan, want nu vissen sommige hun punten nog uit mindere verbanden. Ware gezichten zullen getoond worden en sommige kampioen zullen er ook dan weer bij zijn.

Verkopingen

Verder zien we tal van verkopingen deze winter. Sommige verkopen totaal, andere behouden hun jonge duiven. Sommige verkopen voor de eerste keer, andere lijken dit jaarlijks te doen. Het betreft soms honderden duiven per liefhebber en dan zie je vaak de ‘broer of zus van neef of nicht’ verhalen.

Je hebt niet zomaar 100 prestatieduiven. Probeer er maar eens 20 te selecteren met echt goede prestaties, zoals meermaals 1:100. Of vijftien 1e prijswinnaars in het verband dat volgt op het verenigingsverband.

Tenslotte worden de standen van WHZB weer veranderd. Schijnbaar doordat men enkele samenspelen vergeten is. Het zou beter zijn om gewoon rond de jaarwisseling te publiceren, dan maak je mensen tussentijds niet blij met een dode mus.

Gisteren was een drukke dag met in de middag bezoek uit Limburg van Grand Prix winnaars Frank Everts en zijn vader. Frank haalde hier vorig jaar drie duivinnen en heeft naar eigen zeggen uit alle drie goede duiven gekweekt. Het zijn zeker niet allemaal goede die hier weggaan, maar vaak zie je wel dat wanneer ze bij goede liefhebbers terechtkomen, het waardevolle toevoegingen zijn.

Gisteravond was ik bij de prijsuitreiking van Brabant 2000 die in een verbeterd jasje gestoken was. Ik mocht 22x het podium op – weliswaar over twee seizoenen – dus ik mocht niet mopperen. Vaak sta je wel met dezelfde personen op het podium.

Toch komt er zo nu en dan een andere kampioen naar voren, wat natuurlijk goed is voor de sport. De bijna 87-jarige Frans Hugens bijvoorbeeld had een topseizoen met zijn jonge duiven. Hij was niet de oudste kampioen, die eer ging naar de 93-jarige en nog altijd bloedfanatieke Geert Kouters.

Ook achter de schermen mannen die aardig op leeftijd zijn, zoals Leo Donkers (85) en Harry Vera, de man van de mooie vazen (bijna 84 jaar). Respect dat zij zoiets nog elk jaar opbrengen en nauwelijks schijnen te verouderen.

Ook de drie musketiers (van Dongen, Rockx en Oomen) mochten regelmatig het podium op.

Vaak zie je in diverse blogs, verkoopsites en duivenkrantjes dat dezelfde namen telkens de aandacht krijgen en andere totaal niet, terwijl die 10x beter spelen. Dit is een groot minpunt van de commerciële duivensport, vind ik.

In principe krijgen veel lezers of bezoekers uit binnen- en buitenland zo verkeerde informatie voorgeschoteld. Zelf heb ik dan ook geen goed woord over voor mensen die elke keer dezelfde naam oprakelen uit eigen belang en degene die daar mijlenver bovenuit steken, vergeten.

Uit de eigen vereniging waren de zes beste spelers bij de kampioenen. Het is dus zeker niet zo dat ik geen tegenstand heb, wat sommige wel eens roepen omdat ik afgelopen jaar 16x won in de grootste vereniging van Rayon 2, misschien zelfs van Brabant 2000. Met het winnen van 1e prijzen moet je ook geluk hebben. Vaak genoeg werd de 2e gewonnen.

Ere wie ere toekomt, ook als dat iemand van 87 is met maar 18 jonge duiven. Ook voor die mensen is het een hele eer en ook zij verdienen de aandacht eromheen. Ook van die mensen is het interessant om mee te krijgen hoe zij de sport beleven en hoe de dagelijkse verzorging eruitziet.