Duiven houden kost veel energie en is zeker niet altijd gezinsvriendelijk, vooral als je een man hebt die altijd wil winnen. Ik was in de gelukkige omstandigheid dat we in het aardbeienseizoen ook nooit weg konden en mijn vrouw dus niet anders gewend is.

We zijn beide geen vakantievierders of mensen die in het weekend tot aan de middag op bed liggen. Ik sta het hele jaar in het donker op, altijd vroeg dus, maar dat heeft meer met mijn rugklachten te maken dan met de duiven.

Mijn gedachten zijn wel altijd bij de duiven. In de avond en nacht pieker ik vaak over wat ik kan verbeteren of wat ik fout heb gedaan. Zo kan ik het ook niet laten om bepaalde dingen of koppelingen te testen om vervolgens te zien of ik gelijk had.

Nee, duivensport is hier niet ‘snel wat voer en water erin en zoek het verder maar uit’. Ik ken al mijn duiven, maar dat komt ook doordat ik er niet extreem veel heb. Met de topduiven heb ik een band die draait om het respect voor wat ze verwezenlijkt hebben.

De duif moet het zelf doen, hij zit namelijk op hetzelfde hok als zijn soortgenoten en krijgt dezelfde training, voeding en verzorging. De ene is alleen wat slimmer dan de andere, ze beschikken meestal wel over dezelfde genen.

Wij mensen beginnen ook allemaal op de basisschool, maar zijn of worden niet op alle gebieden even slim. Een bouwvakker kan geen operaties uitvoeren en een chirurg kan geen huis bouwen, vandaar dat alle mensen van mij hetzelfde respect hebben, ongeacht hun dagelijkse bezigheid.

Ik praat vaak over goede duiven, omdat voor mij niets anders telt. Echt goede duiven vormen amper 20% op ieders hok. Systemen en hokken… Wanneer een liefhebber niet langer over goede duiven beschikt, heeft hij vaak nog wel hetzelfde systeem en hok, maar presteert hij toch slechter.

De conclusie is dat je er veel voor over moet hebben om bij de top te behoren. Je moet ook een gezin hebben dat daar 100% achter staat, anders kun je jezelf beter niet aan de kampioen scharen. In plaats daarvan kan je beter meer genieten van je eigen manier van duiven houden, wat minstens net zo leuk kan zijn.

Ik heb in mijn leven zeker 20 verschillende duivenhokken gebouwd en verbouwd. Wat maakt een hok succesvol? Mijns inziens een goede verluchting, niet teveel duiven erop en geen glas in het dak. En het belangrijkste: goede duiven.

Op alle hokken werd goed en slecht gevlogen. Ik heb nooit isolatie in een hok verwerkt en zal dat ook nooit doen. Wel heb ik overal schuiven in het plafond die eigenlijk alleen dichtgaan wanneer ik de duiven uitrook.

Bij mijn huidige hokken bestaat de voorkant voor 50% uit gaas. Dit kan ik afsluiten met een schuifdeur, maar dat gebeurt zelden of nooit, ook niet in de winter. Bij de kweekduiven bestaat de voorkant volledig uit gaas en dat kan ik niet afsluiten, die zitten dus 365 dagen per jaar in de buitenlucht.

Verwarmen doe ik niet. De open constructie van de voorkant en het plafond heeft als doel een betere weerstand van de duiven en minder stof voor mezelf. Van een wisselende temperatuur ’s nachts heb ik nooit hinder ondervonden. Ook in het vroege, koude voorjaar ben ik gewoon bij de eerste hokkampioenen snelheid van de afdeling te vinden.

Zo vlogen de duiven enkele jaren geleden op woensdag nog in een stevige sneeuwbui, waardoor ze niet konden landen. Enkele dagen later won ik gewoon de 1e prijs in het rayon.

Kortom, met allerlei randzaken houd ik me allang niet meer bezig, toch zeker niet met wijsheden van liefhebbers die zelf geen fatsoenlijke prijs kunnen vliegen. Ik ben baas op eigen hok en daar moeten de duiven zich maar naar schikken.

Ik toon nooit en houd het voor mezelf zo eenvoudig mogelijk, de verzorging komt immers 365 dagen per jaar terug. Mocht ik weer in de lappenmand zitten of dingen niet bij kunnen houden, dan kunnen mijn vrouw en kinderen met het grootste gemak de verzorging van mij overnemen.

Verder kom ik haast nergens en ben ik het liefst thuis bij de duiven bezig. Vakantie heb ik nooit gekend en daar mis ik dus ook weinig aan.

Als ik terugdenk aan wat ik lang geleden allemaal uitvrat om de duiven door de rui te helpen… Zoals twee weken lang alleen gerst voeren, waar de duiven alleen maar vetter van werden in plaats van dat ze sneller gingen ruien.

Ik heb ook een 14-daagse karnemelkkuur geprobeerd, wat voor mij rechtstreeks naar het Rijk der Fabelen ging. Alle slootranden werden afgestruind om doveneteltoppen te plukken. Deze werden vervolgens gekookt met ajuin, look en een scheut jenever.

Zakkenvol dennennaalden werden geraapt en gedroogd voor in de nestschotels, alsook heide. Maïskolven werden geraapt, gedroogd en bijgevoerd tijdens de vluchten. Varens werden geplukt en gedroogd samen met lavendel om op het plafond te leggen tegen motjes.

Nylonkousen werden in het hok gehangen met bollen uien voor de luchtwegen. Buisman gaf ik in het water tegen tricho samen met Aviol, later werd dat Ridsol S. De hokken werden elk jaar verbouwd en voorzien van een nieuwe witte kalklaag met daardoorheen Dettol vermengd.

De duiven werden enkele keren per jaar met Nourcy haarwater voor mensen ingesmeerd tegen luis. Zo werden de weduwnaars met warm water gewassen en binnen bij de verwarming gezet in de nacht na de vlucht.

Conclusie, ik had er echt alles voor over om te winnen. Achteraf bleek dat je daar alleen een stam goede duiven voor nodig hebt, al het andere is namelijk verloren moeite. Ik heb in de jaren daarna veel topspelers in krabbers zien veranderen toen ze eenmaal door hun goede duiven heen waren.

Duiven die een beetje openstaan, lange of korte voorarmen, voor- of achterover hellende duiven, losse of vaste ogen… Het is allemaal onzin. Wanneer ze vroeg op de klep vallen worden je lelijkste duiven vanzelf je mooiste.

P.S. hierboven de aangepaste foto van Prima, de topduif van Frans en Dirk Maris.

Wat een veren in de hokken, het is geen pretje om daar te komen dezer dagen.

De kweekduiven die op tijd klaar waren met kweken, hebben reeds hun nieuwe pak aan.

Alle duiven hebben hun kuur en enting tegen paratyfus achter de rug, alleen de nieuwe aanwinsten van de familie Eijerkamp die ik heb uitgezocht moeten hun vaccinatie nog krijgen. Dit doe ik zodra ze na het vervoersverbod zijn afgeleverd. Dit zijn latere zomerjongen en die worden dus niet voor half januari gekoppeld.

Verder af en toe een bad en niet teveel in de hokken komen. Ik beperk mezelf tot één keer per week een grote schoonmaak met een masker op. Duivenstof is funest voor onze longen en in de ruiperiode met al die schilfertjes is dat dubbel zo erg.

Gisteren een dagje bij Eijerkamp geweest, dat zijn fijne mensen om mee om te gaan. De jongen van de samenkweek koppeling Luka Modric (1e nationaal Asduif en 1e Asduif PIPA Rankings) x Pure Gold (1e nationaal Asduif WHZB en 1e Asduif PIPA Rankings) zijn inmiddels oud genoeg.

De samenkweek is goed gelukt, er zijn vier mooie jongen uit voortgekomen. Ik heb ook een prachtdoffer uit Turbo Rossi uitgezocht. Voor mijn Chinese vriend zocht ik twee kleinkinderen van Nieuwe Olympiade uit, waarvan de eerste jongen in Hoeven worden getest.

Een dag eerder kwamen Frans en zijn zoon Dirk Maris op bezoek. Voor mij één van de beste hokken van België met de kleine korf. Het was fijn babbelen met twee van zulke topliefhebbers.

We hebben van onze beste vliegers een koppel jongen geruild. Hun een koppel uit Mathieu en een jong uit Turbo Millennium, ik een koppel uit Prima. Dit is een topduivin in wording, getuige haar resultaten tot nu toe: 3e nationaal Argenton 23.124 d., 7e nationaal Bourges 24.221 d., 12e nationaal Guéret 12.208 d., 55e nationaal La Souterraine 14.315 d. en 71e nationaal Bourges 10.366 d.

Met beide kinderen uit Prima ben ik zeer tevreden, de doffer kan wel eens een bepalende kweker gaan worden. Ik hoop dat hij even goed wordt als Mister Millennium.

Van deze Mister Millennium hadden de Maris mannen ook een halfzus bij uit Maxi (1e nationaal Argenton), een stammoeder bij hun. Nu bleek dat ik zowel het eerste als het laatste kind uit Maxi op het hok heb. Uit hun superduivin Martha namen ze ook een dochter mee, deze is aangekocht door mijn Chinese vriend, maar is een geschenk van hem aan mij.

Zo is er dus weer wat versterking bijgekomen. De toekomst zal uitwijzen wat dit allemaal brengt, maar dat het met topduiven moet gebeuren, staat vast. Hieronder een voorbeeld.

Uit een zoon van Miss Torres, de wonderduivin van Davy Tournelle, had ik dit jaar één van de beste jonge doffers. Hij werd 3e provinciaal Asduif. Miss Torres won bij Davy de 1e nationaal Issoudun 8.263 d. en de 3e nationaal Argenton 8.588 d. De zoon Miss Torres stond hier gekoppeld aan Blue Diamond (1e NPO/Grand Prix Melun 4.903 d.). Kortom, goed op goed is vaak succesvol.

Beide broers Mathieu en Turbo Millennium, evenals hun broers Avatar, Grey Millennium en zus Olympic Millennium zijn voor mij enorm van waarde. Niet financieel, maar ik bedoel een respectvolle waarde op basis van hun prestaties en toekomst op het kweekhok. Het zijn hier geen “bos pluimen”, zoals wel eens gesuggereerd wordt, maar ze maken deel uit van mijn leven. Vandaar dat zulke duiven nooit van de hand worden gedaan.