Met deze donkere dagen is er weinig te doen en neem ik enkele dagen de tijd om de vliegduiven te koppelen. Dit heb ik maandagavond gedaan. Gelijk het licht uit en ze met de natuur op laten staan en niet één is er gepikt. Ze lagen dinsdagochtend allen samen in de schotel. Nu laat ik het licht meestal enkele dagen uit om niet teveel felheid in het hok te krijgen, de duiven blijven dan iets rustiger.

Het vervelendste karwei is het om en om loslaten van de koppels en ze hun eigen bak laten zoeken, aangezien enkele tweejarige doffers meerdere bakken willen en enkele tweejarige duivinnen van bak veranderd zijn. Dat betekent elke 20 minuten een ander koppel loslaten. Ze zitten hier op een hok met 24 koppels, dus ze hebben elk eenmaal daags de gelegenheid om te eten en drinken. Meestal trek ik hier drie dagen voor uit en op dag drie schijnen ze het vaak allemaal te snappen.

In de tussentijd lees ik vaak wat duivenkrantjes. Nu was ik de eindeloze uitslag van de enquête in het Spoor der Kampioenen aan het lezen. Nodeloze bladvulling, meer lijkt het niet. Ik denk dat een enquête pas zin heeft als er daadwerkelijk iets mee gedaan wordt en niet om meningen te peilen. Die geeft men op social media immers al genoeg.

Het eindeloze geschop tegen het NPO-bestuur heeft geleid tot het beschikbaar stellen van de functie van onze voorzitter. Het zal moeilijk worden om één nieuwe te kiezen, aangezien er heel wat mensen aangegeven hebben het beter te kunnen en die passen niet allemaal op één stoel. Ik ben benieuwd wie zijn kans gaat grijpen en het beter gaat doen. Misschien één van de voorzitters van de afdelingen waarvan sommige hun eigen afdeling niet eens kunnen leiden, laat staan de NPO?

Bij de kweekduiven loopt alles voorspoedig. Enkele koppels zijn al aan het bijleggen, hun eerste eitjes waren dus van 5-12-2019. Het eerste ei en de nieuwe leg is 7-1-2020, dus als ze de cyclus gewoon grootbrengen, heb je bij gezonde duiven alle vier à vijf weken een nieuwe leg.

Er zit een groot verschil tussen al die verschillende kampioenschappen en tegen welke tegenstand ze zijn behaald. Het is nu eenmaal eenvoudiger om tegen minder goede tegenstanders kampioen te worden dan wanneer je in een sterke streek vliegt.

Je ziet dat bij verschillende kampioenschappen; het merendeel van de kampioenen komt uit bepaalde afdelingen. Hebben die dan zulke wonderduiven? Dat geloof ik niet. Goede duiven zitten overal, alleen verschilt dat wel degelijk per afdeling. Kijk maar eens op Compuclub naar de 1 op 100 aankomsttijden. Je ogen zullen open gaan.

Dan heb je nog de commerciële kampioenen die geïnvesteerd hebben in bijvoorbeeld Kittel, Harry of Pitbull duiven. Vaak niet op de lijst te vinden, maar op allerlei verkoopsites des te meer, opgeblazen door de verkoper van dienst. Het blijft een kunst om van niets iets te maken en er trappen er genoeg in.

We leven in een internetwereld waar alles zichtbaar en traceerbaar is en toch blijven veel mensen als volgzame schapen in de val van list en bedrog trappen. Met een aangeklede stamboom ben je nog geen kampioen. Hetzelfde geldt voor wondermiddeltjes die de weerstand zouden verhogen, meer zuurstof geven of wat dan ook. Als er maar vaak genoeg over wordt gepubliceerd, trapt 75% van de liefhebbers erin.

Keep it simple, het gaat immers om goede duiven. Als men eenmaal het geluk heeft ooit een echte Crack op het hok te hebben, wordt er veel duidelijk. Die duif zal niet snel ziek worden en aantonen dat ieder hok of voedingssupplement goed is, terwijl hokgenoten met hetzelfde supplement er niets van bakken.

Ook zal men zien dat die Crack niet tot de schoonste van het hok behoort. Ik ben in mijn leven op veel goede en minder goede hokken geweest. Op de minder goede hokken zaten vaak de mooiste duiven. Zij behaalden de beste prijzen op de wintertentoonstelling, maar waren vaak alleen geselecteerd op schoonheid en niet op de vluchten. Een echte kampioen doet dit andersom.

Je moet bij een echte kampioen duiven van vier jaar oud met een vergrootglas zoeken. Met een beetje mazzel vind je er enkele van drie jaar oud (ik heb het hier dan wel over het programmaspel).

Voor mij begint het nieuwe vliegseizoen eind september al omdat je gewoon het gehele jaar je duiven 100% moet verzorgen tegenwoordig. De kriebels komen rond 1 januari, dan wil ik mijn planning klaar hebben richting het voorjaar.

Het begint een trend te worden dat we amper één week voor de eerste prijsvlucht een vliegprogramma zien. En als dat een definitief programma was had ik daar vrede mee, maar dan schijnen de afdelingen er nog een kunst van te maken om zowat alle vluchten om te gooien, vooral die van de jonge duiven.

Waarom kon vroeger met pen en papier beter worden geregeld dan nu in het computertijdperk? Ook wat het lossen betreft is het een puinhoop ten opzichte van pakweg 30 jaar geleden.

Gisteren kregen we het definitieve bericht dat Jan met 19/008 – die al tweemaal teletekst won en 5e Asduif WHZB was – ook 1e Asduif Jong in de Nederlandse Fondspiegel is geworden. Nestligger 19/009 werd 4e nationaal Asduif.

Uit deze koppeling heb ik ook drie toppertjes lopen van 2019: de 19/263 met een 10e NPO tegen 19.539 duiven en een 38e NPO tegen 5.317 duiven, de 19/840 met een 7e NPO tegen 19.539 duiven en een 27e NPO tegen 8.267 duiven en de 19/339 met een 37e NPO tegen 6.768 duiven en een 50e NPO tegen 5.317 duiven. Kortom, vijf duiven met top resultaten. Let wel, uit deze koppeling zijn er afgelopen jaar maar zes gekweekt.

De vader van deze toppertjes is Grey Millennium, een zomerjong van 2018 en volle broer van Olympic Millennium (2e Olympiade duif), Avatar en Millennium (met een 9e, 13e, 31e, 58e NPO etc.). De moeder is Golden Ace, een volle zus van Lichte Super Rossi met driemaal teletekst en de 8e Asduif allround bij de Allerbeste afgelopen jaar.

Deze jeugdige toppertjes zitten al op het kweekhok, je kan ze immers ook verspelen en dan zit je met lege handen. Uit het Millennium koppel is niets meer verkocht. Alle zomerjongen van ‘18 zijn naar de kweek gegaan en hebben allen reeds top nakomelingen voortgebracht in 2019.

Vandaar dat ook alle zomerjongen van ‘19 gelijk naar de kweek zijn gegaan, er zijn nu eenmaal bepaalde lijnen met sterke genen en dan is het de kunst om ze zo snel mogelijk te verankeren in je duivenbestand. Kiezen voor het grote geld dat vaak geboden wordt voor nakomelingen is werken aan je eigen ondergang.

Zacht weer heeft ook zijn voordelen. Ik ben zelf meer voorstander van een vrieswinter, al hoeft het niet te sneeuwen van mij. Toen de kinderen klein waren kon ik daar wel van genieten, maar nu is het een last om dagelijks die troep op te ruimen.

De hokken zijn wel dagelijks nat met dit weer, maar als het enkele dagen droog is en waait, zijn ze hier ook snel weer droog omdat alles openstaat. Ik ben van mening dat een goed hok in de winter een slecht hok is in de zomer.

Ondanks dat groeien de jongen als kool. Ze krijgen de basismengeling (80% Championsmix en 20% NPO-mix) in de gezamenlijke voerbak die zo goed als leeg moet zijn voordat er nieuw voer in gaat. De maïs moet dus ook op. Als je kweekduiven laat kiezen, kiezen ze het lekkerste. Alles wat je erbij gooit – al zijn het groenten of droog brood – proppen ze in de jongen.

Ze krijgen hier dagelijks wat Allerlei, die ik bevochtig met olie. Als ik dat niet doe, ligt de mineralenpoeder door heel het hok en ik heb liever dat die wordt opgegeten. Verder om de dag Naturaline met extra look in een 2l drinkpot die ze elke dag leegdrinken. Er zitten tien koppels per hok.

Zoals ik al eens eerder aangaf kweek ik graag vaste jonge duiven en geen malse braadkuikens, vandaar dat ik het op mijn manier met mijn voermengelingen doe. Ook als de jongen gespeend zijn – en dat gebeurt hier al vroeg zonder ouders – moet vanaf dag één alles op, inclusief maïs.

Wat de vliegduiven betreft heb ik het geweer van schouder veranderd. Ik koppel ze maandag zodat de 2e leg van een deel van de kweekduiven daaronder kan.