Houd het simpel

De duiven zien er weer super uit, wat diverse bezoekers ook opmerkten. Ze zijn mooi door de rui gekomen, waar ik verder weinig trucjes voor heb. Gewoon de eigen mengeling en bijproducten en alle dagen de hokken open, behalve met regenachtig weer. In het drinkwater zat alleen Sedochol of Naturaline waaraan ik knoflook toevoeg. Is dat nodig? Geen idee, maar ik voel me er goed bij.

De duiven kregen na het vliegseizoen een paratyfuskuur- en enting. Verder een enting tegen paramyxo, Flagyl en een luisdruppel. Wie zich hier niet gezond mee houdt, verdwijnt. Ik heb geen verpleegafdeling en zie alleen heil in gezonde, vitale duiven. Zelfs dan moet je afwachten of het ook goede zijn.

Bouw etc. boeit me niet, evenals stuitbeentjes die iets openstaan. Je ziet dat trouwens vaak bij duiven die te dik staan. De stuitbeentjes moeten wel stevig zijn, van die kraakbeenbotjes wil ik hier niet zien. Te kleine en smalle kweekduivinnen zijn ook niet aan mij besteed, want op den duur kweek je alleen nog kanaries.

Onze bijproducten zijn gecertificeerd en worden geproduceerd door DHP Cultura. Ik verander zelf nooit van systeem, of het nu goed of slecht gaat.

Kuren doe ik dus eenmalig preventief tegen paratyfus en eenmalig tegen tricho met een kwart Flagyl. Verder de paramyxo-enting en eenmaal als jong de pokkenenting met het borsteltje (nadien nooit meer).

Tegen wormen, coccidiose of andere ziektes doe ik alleen iets wanneer de duivenarts ze vaststelt. Individuele duiven die ziek worden, verwijder ik. Dat geldt ook voor lastposten.

Verder houd ik alles zo simpel mogelijk, want ik wil geen slaaf zijn van mijn duiven. Iedereen moet de verzorging van me kunnen overnemen als ik in de lappenmand zit. Daarom geen complexe voedingsschema’s.

Ik weet dat het bovenstaande herhaling is, maar ik ontvang zo vaak dezelfde vragen dat dit blijkbaar nodig is. Het gaat zoals ik in de blogs beschrijf, dat geldt ook voor de open hokken. In het vliegseizoen komt men wel eens onverwacht langs om te kijken of dat écht zo is. Vervolgens rijden ze enigszins verbaasd weer naar huis.

Waarom zou ik geheimzinnig doen? In de duivensport zijn geen geheimen. Een duif kan het, of kan het niet. Elk jaar maak ik dat mee. Enkele blinken uit en andere bakken er niets van, terwijl ze dezelfde verzorging krijgen en op hetzelfde hok bivakkeren.

Selectie

Alles draait om goede duiven. Goede duiven en veel duiven daarentegen gaan niet samen, want er zijn nu eenmaal niet veel goede duiven. Ik heb dit najaar op verschillende hokken duiven in mijn handen gehad, maar erg weinig waar ik wat in zag. Het keuren van duiven laat ik dan ook beter aan onze vriend in het noorden over, die heeft ervoor geleerd en houdt er een puntensysteem naast.

Ik selecteer zelf jaarrond op gezondheid en dan boeit het me niet wie de ouders of wat de prestaties van de desbetreffende duif zijn. Verder selecteert de mand voor me en deels intuïtie, want ik ken mijn eigen duiven als geen ander.

Soms tref je namelijk een laatbloeier. Dit jaar had ik een mooie doffer die het gehele jonge duivenseizoen niets liet zien. Op de laatste vlucht speelde hij de 1e in het rayon in barslecht weer. Deze zit er dus nog omdat ik er toch wat in zie.

Zo had ik 23 jaar geleden Golddigger, hij won als jong slechts één prijs en dat was de 1e van Bourges. Het jaar erop won hij 3x de 1e en 3x de 2e en werd hij 2e nationaal duifkampioen.

Ik kwam jaren terug bij een liefhebber met alleen mooie duiven, maar daar was op geselecteerd. Alle jongen die een beetje openstonden gingen naar de poelier. De beste man was heilig overtuigd van zijn kennis over hoe een goede duif eruit moest zien, maar bakte er op de vluchten niets van.

Onlangs sprak ik Willem, hij had volgens hem uit een groep van 200 die 75 jongen geselecteerd voor zijn verkoop van bijna 1 miljoen euro. Ik herinner me dat hij ooit zei dat de overige naar de poelier gingen. Er zullen er vast naar de poelier zijn gegaan die misschien wel beter waren dan de duiven op de verkoop.

Bij kweekduiven gaan schoonheid en goed niet altijd samen, dan zou het wel erg makkelijk zijn. Daarbij is schoonheid niets anders dan persoonlijke voorkeur. Wat voor de ene een beauty is, is voor de ander een gedrocht.

Mensen met ‘verstand van duiven’, ik moet de eerste nog tegenkomen.