Gevaren

Vanochtend heb ik de jonge duiven weer eens weggebracht. Ik was ze één voor één aan het lossen en telkens dook er een roofvogel achter. Kreeg hij de ene niet te pakken, dan probeerde hij het wel bij de andere. Uiteindelijk gaf hij het op.

Los je ze één voor één, dan valt het nog niet mee voor zo’n beest om een duif te pakken. In een net geloste groep jonge duiven heeft hij meer kans door een verassingsaanval uit te voeren.

Het waaide stevig met dreigende onweersbuien en warmte. Ik was benieuwd of het goed zou aflopen, maar eenmaal thuis liep het hok goed vol.

De duiven raken niet zo snel in paniek wanneer je ze gelijk alleen leert vliegen. De afstand maakt dan niet uit, het gaat erom dat ze alleen leren oriënteren. Een ander voordeel is dat je ze allemaal even door je handen krijgt en ziet hoe ze erop staan.

Vorig jaar gaf ik ze een cijfer na de eerste keer wegbrengen, zodat ik na het seizoen kon zien of ik het bij het juiste eind had. Wat bleek is dat sommige met een hoge score het goed hadden gedaan, maar veel ook niet. Bij de lage scores zaten jongen die nadien mijn beste bleken te zijn.

Kortom, in de hand jongen selecteren voor de vluchten is erg moeilijk en raad ik niemand aan. Duiven waarbij ik had vermeld dat ze wat openstonden, waren nadat ze na het seizoen eenmaal ingeruid waren, gewoon gesloten. Jonge duiven kunnen in enkele maanden tijd dus veel veranderen.

Zo had ik het met Oliver Sabol nog over dat aanwijzen. Ik neem mijn petje af voor Bas Verkerk die al twee opeenvolgende jaren de Gouden Duif wint. De 1e, 2e en 3e getekende uit een massa duiven halen is niet eenvoudig.

Mij lukt het niet snel, het zijn elke keer andere die hun neus aan het venster steken en vaak duiven waarvan ik het uiteraard niet had verwacht. Oliver Sabol ervoer dit ook zo en die woont haast in het duivenhok, dus hem ontgaat ook niets.