Feeling of passie

Er zijn maar weinig mensen die echt verstand hebben van duiven, ondanks dat vele dit claimen. Wel zijn er liefhebbers die net dat beetje extra uit duiven weten te halen, vaak zijn die in dienst als hokverzorger.

Ik ben er verschillende tegengekomen, waaronder Oliver Sabol (Eijerkamp), Henri van Doorn (Comb. van Wanrooij), Brian Bolton (Erik Reijnen) en Christian van de Wetering (Hooymans). Stuk voor stuk types die willen winnen en dat reeds op meerdere hokken hebben laten zien.

Mocht je ooit in de gelukkige omstandigheid zijn en een rondleiding krijgen op de hokken van Bas Verkerk, dan zie je wat spic en span is. Bas en zijn vader houden alles tot in de puntjes zuiver, zowel in als rond het hok.

Ik schaam me zelfs een beetje als ik daar ben. Ik kan diezelfde verzorging niet opbrengen, mijn duiven zullen het met een stuk minder luxe en hygiëne moeten doen. Mocht luxe en hygiëne de sleutel tot succes zijn, dan kan ik nog veel verbeteren.

De wil en passie om te winnen heb ik wel altijd gehad. Mijn hoofd is hele dagen bij de duiven, vooral in deze tijd van het jaar zodra de kweek is begonnen. Het is nu tijd om de nieuwe koppels samen te stellen in de hoop dat het pakt.

Liggen de jongen eenmaal klaar om te spenen in de schotel, dan heb ik vaak al wel gezien of het geslaagd is of niet. Is het niet naar verwachting, dan trek ik het koppel uiteen of kweek ik er maar enkele van.

Ik selecteer vanaf het spenen en durf best een jong op te ruimen nadat het net is gespeend. Het is al moeilijk genoeg met perfecte duiven, laat staan met duiven waar je het niet in ziet zitten. Eenmaal gespeend gaat de selectie gewoon verder.

Ik speen ze vaak nog kaal onder de vleugel af, want ik wil geen jongen die continu op de volgende ronde eitjes lopen te trappen. Er zullen er dan altijd enkele wegkwijnen, maar dat is nu eenmaal mijn aanpak. Duivinnen samen met de jongen eraf zetten doe ik nooit. Die het niet redden, vallen af.

Je staat versteld hoe snel ze dingen oppakken. Na enkele dagen gaat de maïs hier net zo vlot naar binnen als het fijne voer. Dat moet ook wel, ze krijgen immers pas nieuw eten zodra de voerbak leeg is. Het is spartaans, dus ik raad het niemand aan, maar ik vaar er zelf wel bij.