Trek

“Waar ligt de trek van de duiven?”, vroeg een nog jeugdig liefhebber onlangs. Natuurlijk bepaalt de wind de massa van de aankomende duiven, maar we kunnen er niet onderuit dat ook de kwaliteit van de duiven de trek bepaalt.

Speel je in een gebied waar hard gespeeld wordt, dan zie je dat daar altijd wel vroege duiven vallen. In Reeuwijk bijvoorbeeld vallen altijd wel vroege duiven, of het nu oost of west is. Maar om de 1e te winnen heb je ook geluk met de wind nodig.

Zo was er in de jaren ‘90 op de vitesse en midfond niet te spelen tegen St. Willebrord, daar zaten veel goede liefhebbers. De duiven kwamen bijna altijd recht uit de lijn, simpelweg omdat er veel goede duiven naar één dorp moesten. Nu 30 jaar later zijn de meeste van die sterspelers overleden en komen de duiven vaak weer uit het oosten.

Hoe je het ook wendt of keert, als iemand enkele kilometers naast, achter of voor je een vroege duif pakt, dan moet je dat zelf ook kunnen. Die duif komt immers van dezelfde losplaats vandaan.

Dat duiven elkaar los kunnen vliegen, werd afgelopen weekend weer duidelijk. Mijn eerste twee duiven waren 3 minuten los op mijn derde. Ook die kwamen van dezelfde losplaats en zaten in hetzelfde hok met dezelfde verzorging.