De wet van de slimste

De kweekduiven hebben allemaal eitjes, dit weekend controleer ik of ze bevrucht zijn. De vliegduiven zijn aan het laatste deel van hun rui bezig, enkele staan nog op één of twee pennen.

Het weer was mooi gisteren, dus mochten de vliegers naar buiten. De roofvogel had dit in de gaten en hoopte op een vervroegde kerstmaaltijd. Hij pakte er één maar liet hem los, dus een halve staart eruit. Het ging om één van de twee reservedoffers die hier nog zitten.

Hij had dus geluk ditmaal, maar ik houd ze er niet voor binnen. De eerstvolgende dag dat het mooi weer is, gaan ze gewoon weer los. Alles beter dan een hok vol stramme, stijve duiven. Iedere topsporter traint in de winter gewoon door. Misschien dat ik daarom zelden last heb van scheefvliegers.

Wel heb ik enkele keren een duif met de vleugel uit de kom gehad. Die vleugel houden ze dan omhoog en daar is niets meer aan te doen. Zo’n duif gaat nooit meer vliegen. Vaak komt het doordat ze ergens uit schrik tegenaan vliegen, bijvoorbeeld door een roofvogelaanval. Zulke duiven vind je enkele dagen later terug verscholen onder een struik of het hok.