Kwaliteit boven kwantiteit

Ik sprak onlangs een Belgische topspeler die jaarlijks een massa jonge duiven kweekte, maar er inmiddels ook achter is dat het daar niet mee te halen valt. Ik heb nooit in veel oude duiven geloofd. Ik bekijk het altijd maar zo: als ik 10 duiven in concours heb en een grote liefhebber 100, dan moet hij er 10 hebben als ik er één heb. Geloof me, dat gebeurt niet zo snel.

Afgelopen jaar werden hier zestien top 10 plaatsen behaald, provinciaal of NPO op alle afstanden. Denk aan 1e hok provinciaal op de snelheid, 1e hok provinciaal bij de jonge duiven, 7e hok provinciaal op de dagfond en 5e beste liefhebber van Nederland WHZB. Dit alles met twintig koppels oude vliegduiven, circa 70 jonge duiven en 24 kweekkoppels.

Zo zijn er nogal wat veilingen van duiven op populaire verkoopsites waaronder ook Nederlandse hokken. Sommigen presteerden afgelopen jaar top, anderen raakten amper blad. Ik durf mijn prestaties van het afgelopen jaar of zelfs de laatste 10 jaar naast die van de meeste te leggen. Dat is geen grootspraak, alles is immers terug te vinden op internet.

Dan heb ik het nog niet over Jan Timmermans’ hok in Donkerbroek, dat al jaren de top van Friesland domineert, vooral met de jonge duiven. Dit met 100% duiven die hier gekweekt zijn of hun ouders. Jan is er één van de jongere generatie met zijn 38 jaar.

Vooral liefhebbers die duiven verkopen zonder zelf te presteren en meeliften op successen van anderen, of die wat populaire Kittel duiven of wat dan ook in hun bestand hebben… Vaak halen die hoge gemiddelde prijzen, kun je nagaan hoe dom sommige kopers zijn. Ze geloven alles zonder verder onderzoek te doen. Een topspeler lacht daarmee, die weet immers beter en pluist alles over zijn concurrenten uit.