Het is elk jaar hetzelfde deuntje, vaak onder dezelfde groep duivenliefhebbers: “Hoeveel ben je er kwijt?”

Wat kun je hiertegen doen? Nou, ik heb wel wat ideeën. In die 45 jaar duivensport heb ik namelijk alles al eens meegemaakt. Dit kun je als liefhebber veranderen:

  1. Stel je verwachtingen bij. Weet dat je vaak maar met 1/3 van het aantal gekweekte jongen kunt gaan vliegen.
  2. Zorg dat ze minimaal 4 weken voor de vluchten gezond zijn en begin op tijd met opleren, vanaf kleine afstanden.
  3. Selecteer jaarrond op gezondheid. Zwakke duiven die hun staart spreiden of omhoogsteken als je ze pakt verwijder je beter ook meteen. Vaak raak je die niet kwijt, maar prijswinnen doen ze ook niet.
  4. Geef ze minimaal 4 weken voor de eerste prijsvlucht alle vaccinaties.
  5. Zorg dat je altijd goede medicatie tegen adeno in huis hebt, zodat je direct kunt ingrijpen indien nodig.
  6. Geef 2 weken voor de eerste vlucht een trichopil, luisdruppel én een kuur van ca. 3 dagen voor de luchtwegen.

 

Ook de afdelingen kunnen een steentje bijdragen, een deel van de problemen komt immers voort uit menselijk handelen:

  1. Mand de duiven voor de eerste trainingsvlucht met de afdeling op woensdag in. Stop er max. 20 in de manden, laat die duiven op de parking van de verzamelloods staan en voer die daar tot de zaterdag. Zo leert het gros van de jongen eten en drinken in de mand en raken ze gewend aan de stress die daarbij komt kijken. Vervolgens los je ze zaterdagochtend vroeg op 30 km.
  2. Ik zie overal vrachtwagens met slachtkippen of varkens rijden waarvan de zijkanten openstaan of bestaan uit windbreekgaas. Op YouTube vind je tal van filmpjes van duiven die in warme gebieden, zoals Australië, China en Taiwan naar de losplaats worden gebracht. Dit haast altijd in wagens met de zijkant open, met windbreekgaas of ander luchtdoorlatend materiaal.
  3. Los NOOIT oude en jonge duiven tegelijk op de eerste vier vluchten. De oude duiven verstoren de oriëntatie van de jonge nadat ze net zijn gelost. Neem anders zelf de proef op de som en los je eigen jonge duiven eens tegelijk met je oude. De oude zijn zo thuis, maar de jonge keren niet of geheel uit elkaar geslagen terug.
  4. Los zo vroeg mogelijk en laat de afdelingen korter aan de grens 2 weken eerder starten of de eerste weken op zondag vliegen, zodat we elkaar niet telkens in de weg staan en daardoor veel te laat worden gelost. Duiven voor de eerste keer na 11.00u lossen is vragen om problemen. Toch zeker met de wind vanachter.
  5. Verder vind ik dat we bij 2 of meer nachten mand nooit meer dan 23 jongen in de mand moeten stoppen.
  6. Tenslotte zouden de twee bovenste rijen in een vrachtwagen nooit gevuld mogen zijn, want warmte stijgt op. Daarnaast moet elke trailer mechanische ventilatie hebben en een gotensysteem dat continu een lichte stroming heeft van circulerend water dat in een grote tank wordt gekoeld door een koelelement.

 

Roofvogels zijn in mijn ogen een groot probleem, met name de eerste weken bij het lossen van de jonge duiven. Ik heb al te vaak meegemaakt dat ik de jongen losliet bij een losplaats en dat ze meteen alle kanten uitspatten door een roofvogelaanval ter plaatse. Vaak was ik er dan een hoop kwijt.

Kom bij mij niet aanzetten met: “Roofvogels zijn er altijd geweest”. Ik heb mijn hele leven in het buitengebied gewoond en op het land gewerkt, zelden zag ik een roofvogel. De laatste jaren daarentegen hoef je maar in de auto te stappen en je ziet er tientallen op palen en geluidswanden zitten.

Dat er vroeger geen duiven verloren gingen, geloof ik ook niet. Wij legden altijd stro tussen de aardbeien. Hele kladden met verloren geraakte jonge en oude duiven liepen tussen dat stro te zoeken naar een tarwekorrel.

Gsm-masten en stralingen, daar heb ik ook mijn twijfels bij. Na vijf vluchten verlies je amper nog duiven, terwijl die masten nog steeds op dezelfde plek staan.

Wel denk ik dat meer en meer duiven sneuvelen door al die draden en windmolens. Voor elke duif die gewond terugkeert overlijdt er ongetwijfeld ook één. Ga anders maar eens praten met een jager over wat hij allemaal aantreft onder draden en windmolens.

Vroeger op school startten we allemaal met dezelfde opleiding, maar slechts een enkeling belandde op het gymnasium. Bij duiven is dat niet anders. Ongeacht hoe mooi ze zijn of wat de pedigree is; het wil nog niet zeggen dat ze het kunnen.

Nou, zo heb ik weer € 100.000,- van de leden bespaard met wat gratis advies van iemand die met zijn voeten in het veld staat. Grapje natuurlijk, want ik weet heus wel dat de geleerde voorzitters hier niets mee gaan doen.

De jonge duiven wonnen van Saint-Soupplets de 3e t/m 10e prijs in Brabant 2000 tegen 5.253 duiven. Drie arriveerden tegelijkertijd, maar daar zat ook een vreemde tussen waardoor ze niet vielen. Kort daarachter volgde een kladje van 10 en die vielen wel meteen.

Ze zagen er top uit, maar ik zag de zuidwestenwind wel wat aantrekken, daarom was ik er hier op de voorgrond niet gerust op. Frans en Jordi Damen wonnen uiteindelijk de 1e en 2e prijs in Brabant 2000, met ook daar veel Embregts-Theunis bloed in de winnaar.

Ate Jan Mulder won tegen 6.718 duiven de 1e prijs in afdeling Friesland ’96 met een 100% Embregts-Theunis duif.

De gebr. van Belzen haalden uit op de nalijn in afdeling Zeeland ’96 en wonnen tegen 5.987 duiven 1-11-12-15. Hun eerste drie get. zijn allen 100% Embregts-Theunis.

Karel Oostendorp won net als vorige week de 1e prijs in de kring met twee broers, beide 50% Embregts-Theunis.

Kortom, de Embregts-Theunis duiven hebben het in zich om te kunnen winnen tegen grote concurrentie, met dit weekend dus drie afdelingsoverwinningen verspreid over heel Nederland.

Men vraagt mij waar de winnaars uitkomen, maar dat vermeld ik niet meer op deze site. Te vaak liepen zulke duiven na een mindere vlucht ergens binnen en dan was ik er vanaf. Hier is alles toch een mix van Super Rossi en het Millennium koppel, ofwel de lijnen Dragon Rocket en Witbuik met af en toe een vleugje Verkerk, Tournelle of De Bruijn.

Zo gaf goede vriend Davy Tournelle zijn derde ronde voor het eerst voor port mee op Montargis en won daarvan de 1e t/m 9e prijs tegen 1.239 duiven. Vorige week won hij in België de 1e nationaal Bourges. Zijn eerste duif vloog maar liefst 6 minuten los op zijn tweede. Deze losvlieger komt uit Zoran Junior.

Deze Zoran Junior is ook opa van drie toppers op mijn eigen kweekhok, namelijk:

  1. National Torres, 1e en 2e NPO en 2e nationaal Issoudun;
  2. Torres Diamond, 5x top 10 NPO en vader van meerdere top 10 NPO-winnaars, inclusief de 8e nationaal Argenton in België;
  3. Zora, 1e nationaal jaarlingen Orléans en 3e nationaal over de gehele lossing. Ook won ze de 8e NPO Châteauroux.

We maken ons op voor de vijf laatste, tevens belangrijkste jonge duivenvluchten. Althans, als ik voor mezelf spreek.

Dit jaar speel ik geen nalijn met de oude duiven. Zij hebben het al super gedaan en krijgen nu rust. Zij wonnen dit jaar 13x top 10 in de afdeling.

Twaalf jongen krijgen een tweede kans op de nalijn, nadat zij aan het begin van het seizoen gewond moesten afhaken. Zij zitten samen in een apart hok en gaan ‘s middags een uurtje naar buiten. Mocht hier een uitblinker tussen zitten dan kan die eventueel nog mee naar de laatste Melun.

Ik wil volgend jaar maximaal 24 vliegkoppels en misschien zelfs maar 18. Verder 24 kweekkoppels en ca. 120 jonge duiven, zodat ik er na enkele vluchten nog 50 à 60 over heb om de rest van het seizoen mee af te ronden. Dat zijn er meer dan genoeg voor mij.

Zoals altijd steek ik mijn energie alleen in duiven die per honderdtal kunnen spelen. Per duizendtal valt niet meer mee met de steeds kleiner wordende concoursen.

Bij Jan Timmermans in Friesland gaat het weer als vroeger. Voor 2021 was daar haast niet tegen te vliegen met de jonge duiven. In 2022 liet Jan achter het duivenhok een zonnepanelenveld aanleggen en het was gedaan met presteren.

Dit jaar op advies van een clubgenoot de stekker uit die panelen getrokken en nu komen de jongen weer als raketten. In samenspel E1 tegen 1.061 duiven werd het 1-3-4-5-6-8-9. In Afdeling Friesland ’96 werd het 7-11-12-13-14-15-16-17 enz. tegen 7.441 duiven met dik 20 duiven 1:100.

Duidelijk op de goede weg terug, uiteraard nog altijd met dezelfde duiven als vroeger. Jan haalt hier elk jaar een deel van de vierde ronde uit de kwekers op. Zo was superduivin Zora eigenlijk ook bestemd voor Friesland, maar ik was haar vergeten mee te geven toen Jan in 2024 de jongen ophaalde.

Toen Jan al weg was zag ik dat jong nog lopen. Ik had mijn eigen duiven al van een pokkenenting voorzien, vandaar dat ik haar maar aan Corné gaf, waar ze zich ontpopte als een topjaarling.

Ook Jan woont oostelijk in de afdeling en dan mag je over de zuidwestenwind niet klagen. Dan moet je erbij zitten. We zagen dat ook bij nationaal Bourges in België; met westzuidwest valt er voor niet één westelijk gelegen hok wat te halen op nationaal niveau.

Vandaar dat Zora een uitmuntende prestatie leverde door hier aan de westkant de 3e nationaal Orléans te winnen. Ze is een kopie van haar illustere oma Olympic Millennium en daarmee een aanwinst voor het kweekhok.

Duivensport is en blijft windafhankelijk en ook de factor geluk mag je niet onderschatten. Heb je ook maar een klein beetje pech dan doe je al niet meer mee voor de 1e prijs.

Bij Comb. van Wanrooij was het ook een onemanshow met zeven duiven in de top 10 van de afdeling. De nestzusjes 504 en 503 wonnen de 5e en 13e prijs in de afdeling en komen beide uit een dochter van Olympic Dragon. Bij mij zaten ook drie kinderen van Olympic Dragon bij mijn eerste vijftien duiven.

Het weekend is weer voorbij. Eerst was er de jonge duivenvlucht vanuit Pont-Sainte-Maxence. Tegen 6.328 duiven won ik 4-6-8-19-26 in de afdeling, wat met een zuidwestenwind zeker niet tegenviel. In het rayon werd het 1-2-3 tegen 2.159 duiven.

In de vereniging en in zijn rayon won Team Patagoon de 1e en 2e prijs. Tevens won Jan de Werd voor de tweede keer op rij de 1e en 2e prijs in de afdeling. Kortom, de duiven daar zijn ook prima in orde.

Daarna kwam Orléans. Mijn overbuurman Corné van Rijen won de 3e nationaal en de 1e nationaal bij de jaarlingen met Zora, een duifje dat hij vorig jaar bij mij als jong haalde. Zora komt uit een doffer van goede vriend Davy Tournelle (Rummen, BE), die dit weekend in België de 1e nationaal Bourges won. Deze doffer zat gekoppeld aan één van mijn beste kweekduivinnen uit zoon Uranus Willem de Bruijn x Olympic Millennium.

Zora won eerder dit jaar de 8e NPO Issoudun tegen 5.491 duiven en vloog zich in haar jonge loopbaan al 8x in de top 100 NPO. Ze is inmiddels teruggekeerd en vertoeft op mijn kweekhok. Vanaf nu gaan enkele jongen van haar jaarlijks terug naar Corné.

Het jonge duivenspel

Het jonge duivenspel is mijn favoriete spel, maar helaas doet men er van hogerhand alles aan om dit de nek om te draaien. Natuurlijk heb ik ook verliezen, zeker 60% haalt hier de eindstreep niet. Zou ik er niet één verliezen dan werd datzelfde percentage alsnog uitgeselecteerd, want alles doorhouden gaat simpelweg niet.

De meeste jongen raken we op de eerste vluchten kwijt. Eenmaal de kaap van 250 km voorbij verspeel je er haast geen meer en dat is al 10+ jaar het geval.

Eén van de problemen is dat we tegenwoordig maar uit alles kweken. En mooie duiven zijn nog geen goede. Zoals gezegd geven mijn beste kwekers ook niet elk jaar toppers. Er zijn genoeg jaren dat ik uit bewezen duiven niet één van de zes gekweekte jongen overhoud.

Liefhebbers die op de nalijn niets verliezen hebben hun jongen al aan het begin van het jonge duivenspel gespeeld. Enkele tegenslagen en een hoop verliezen verder gaan zij met het restant naar de nalijn en daar verliest men er geen meer. Logisch, want het kaf werd eerder in het seizoen al van het koren gescheiden.

Iemand die zijn jongen op de nalijn pas voor het eerst in de mand heeft verliest er daar alsnog evenveel als anderen reeds op het jonge duivenspel deden. Daarom slaan die enquêtes nergens op, die kan je zodanig manipuleren dat ze de geliefde uitkomst geven die je voor ogen hebt. Zo vind ik zonder stemming € 100.000,- van de liefhebbers uitgeven overigens ook schandalig.

Veel liefhebbers stoppen ermee als ze het jonge duivenspel ter zielen laten gaan en alleen nog in augustus wat kleine vluchtjes houden, om er vervolgens achter te komen dat er dan alsnog evenveel jongen worden verspeeld en anders het jaar erop wel als jaarling.

Zelf ga ik in ieder geval niet vanaf januari al duiven voeren om ze pas 8 maanden later op enkele vluchtjes rond de kerktoren te kunnen spelen. Vervolgens zou ik met een volle bus en aanhanger naar de poelier moeten, we zijn tenslotte niet allemaal een megahok dat alle jongen kan doorhouden en jaarling kan laten worden.

Ik hoop maar dat er nog dispensatie komt, zodat we in België mogen meedoen. Mocht het jonge duivenspel hier verloren gaan dan stop ik zelf in ieder geval volledig met duivensport. Met mij vrees ik vele anderen.

Zo vind ik het ook frappant dat men louter klaagt over verliezen bij de jonge duiven, aangezien er per saldo evenveel jaarlingen en oude duiven achterblijven. Om over de verliezen op de meerdaagse fond nog maar te zwijgen.