Goed met duiven om kunnen gaan is geen gave, maar het moet wel in je zitten. In de jaren ’90 werd ik als jonge duivenspecialist bestempeld, evenals Henri van Doorn en Jan van der Putten, bijvoorbeeld. “We moesten dat ook maar eens met de oude duiven laten zien”, werd er geroepen. En dat lukte later ook.

Je moest in die jaren keuzes maken tussen je werk, duiven en gezin. Je kon nou eenmaal niet op alle fronten je mannetje staan. Zoiets gaat ten koste van je gezin en die tijd kan je later niet meer inhalen.

De drie genoemde namen hadden een bouw gerelateerde achtergrond en zoals iedereen wel weet moest je dus ook buiten de 40-urige werkweek werken om het gezin te kunnen onderhouden. Daarom focuste je maar op één of enkele disciplines.

Destijds hadden we meer dan twaalf jonge duivenvluchten met minimaal 4x boven de 400 km en een echte nationale vlucht. Er was dus ruimte genoeg om van het jonge duivenspel te genieten. Toen had men een goed landelijk bestuur dat het voor alle liefhebbers goed had ingericht.

Nu 30 jaar later is er nog altijd een grote groep jonge duivenspelers dat een jong gezin en/of drukke baan heeft. Helaas wordt daar nu geen rekening meer mee gehouden, omdat de bestuursleden zelf vaak al 20 jaar van hun pensioen aan het genieten zijn.

Het jonge duivenspel moet er volgens deze personen als eerste aan geloven. Dat ze zich daarbij gesteund voelen door allerlei slecht onderbouwde onzin, kan je wel raden. Zoals ik gisteren schreef is er genoeg werk aan de winkel, maar men houdt zich bezig met de verkeerde dingen. Het is mijns inziens een schande dat er niet aan de categorie liefhebbers wordt gedacht die alleen met jonge duiven spelen.

De NPO heeft het over eerlijk spel, maar dan moet je geen duivensport bedrijven. De duivensport kent nou eenmaal geen gelijkheid. Hier spelen de profs tegen de amateurs, dat gebeurt in geen enkele andere sport.

Als je gelijkheid nastreeft, moet er een aparte bond komen voor liefhebbers die professioneel met duivensport bezig zijn – vaak begeleid met grote budgetten en verzorgers – en degene die door tijdgebrek minder spelen maar daar toch hun wekelijkse plezier uit halen. In de meeste verenigingen zitten veel liefhebbers die eens in de 5 jaar een 1e prijs pakken omdat ze tegen enkele exceptionele hokken spelen.

Nu denkt men erover na om de overvlucht extra tijd te geven. Belachelijker dan dit kan je het niet bedenken. Zijn er überhaupt landen op de wereld waar ze zoiets toepassen? Gaat men bij een vlucht waarbij de snelheden boven de 1450mpm uitkomen dan ook de voorvlucht extra tijd geven?

In bijna alle afdelingen in Nederland zitten enkele professionele hokken op de overvlucht die wekelijks de gehele afdeling aan flarden vliegen met vaak grote aantallen duiven. Die hokken hoor je niet roepen om extra tijd, want die hebben naast veel vooral ook goede duiven. Hun overslaan gaat niet, dus die krijgen dan nog eens extra tijd toegeworpen om Jantje en Pietje ’tegemoet te komen’.

We kunnen allemaal wel raden wie daar het meeste bij gebaat zijn. Dat in de voorvlucht veel Jantjes en Pietjes hun duivenjas voorgoed aan de wilgen zullen hangen, daar heeft de NPO misschien niet aan gedacht.

Volgens diverse GPS metingen vliegt een duif zelden in een rechte lijn naar huis, maar de coördinaten zijn wel in een rechte lijn gemeten. Blijven de duiven even draaien boven de losplaats, dan heb je al een oneerlijke meting of verrekening van de tijd.

Kortom, ik heb zo mijn bedenkingen bij het motto ‘eerlijk spel in de duivensport’. Ze kunnen mijns inziens beter iets anders bedenken om de duivensport onder de aandacht te brengen of aantrekkelijker te maken voor de huidige leden in plaats van het wiel opnieuw uit te willen vinden.

Nog enkele dagen tot Kerstmis. Voor mij heeft dat een speciale betekenis vanuit het verleden die me altijd bij zal blijven. Kerst moet gezelligheid uitstralen, maar dat is jammer genoeg niet overal vanzelfsprekend.

De eerste jongen worden hier elk jaar met Kerstmis geboren. De eitjes van de vroege leggers komen dan uit. Het ringen met 8 dagen oud is in de winter geen enkel probleem. Een beetje WD-40 kruipolie doet wonderen.

Ik vind wel dat ze de ringen beter enkele dagen voor het nieuwe jaar kunnen uitgeven. Nu moet je telkens iemand lastigvallen op nieuwjaarsdag. Natuurlijk kan ik ook enkele dagen later koppelen, maar ik doe dat het liefst op vrijdag zodat ik ze in het weekend in de gaten kan houden.

Hier moet ik drie rondes kweken om aan het aantal duiven te komen om mee te spelen. Meer kwekers of voedsters ga ik daar niet voor houden. Ik snap mensen met meer dan 50 kweekkoppels niet zo. Mochten dat allemaal goede zijn, dan was daar niet tegen te spelen.

Het is bijna 2022. Een nieuw jaar biedt nieuwe kansen en ruimte voor nieuwe plannen. Ook denk ik terug aan degene die ons ontvallen zijn. Familie, bekenden en ook collega duivenmelkers. Vanaf hier wensen wij als hok Embregts-Theunis iedereen fijne en gezellige kerstdagen en het beste voor 2022.

Iedereen wordt maar weer eens verplicht opgesloten. Voor mij als duivenmelker geen probleem, ik kom mijn dagen wel door. Eigenlijk zit je als duivenmelker altijd wel in een vorm van quarantaine. In het vliegseizoen kom je nergens en daarbuiten is er de angst om weg te gaan en alles alleen te laten.

Daarom breng ik de meeste tijd aan huis door. Nu is dat hier gelukkig geen ramp, ik kan me in mijn tuin prima bezighouden. Zo ben ik al weken aan het snoeien, elke dag een beetje. Nu nog wat opruimen en dan hoop ik met de kerstdagen alles weer in orde te hebben.

Bij de duiven gaat alles zijn gangetje, de kweekduiven broeden en de eerste jongen zijn er volgend weekend weer. Verschillende koppels heb ik weggegooid en komen volgend weekend op nieuwe eitjes. De vliegduiven worden in de eerste week van januari gekoppeld en krijgen daarna tot aan het vliegseizoen rust.

Wanneer we gaan spelen is mij nog niet bekend. Leden van andere afdelingen hebben ons programma schijnbaar al wel gezien, maar ik nog niet. Kennelijk weet men ook al dat Brabant 2000 niet samen los wil met Oost Brabant wat sectievluchten betreft. Mij maakt het niet uit, van mij mag alles tegelijk los onder het mom van heden ik, morgen gij.

Als je met een westenwind samen lost, moet je dat ook met een oostenwind doen. Ik heb nooit de concurrentie ontlopen en zal dat ook nooit doen, hoe groot ze het spelgebied ook maken. Het is allemaal een kwestie van aanpassen en selecteren op duiven die daarmee om kunnen gaan.

Ik houd van eerlijkheid. Kampioenschappen boeien me weinig, maar het liefst word ik wel op een eerlijke manier kampioen. Ik zal daar nooit duiven voor thuishouden of minder duiven zetten in een rayon waaruit de punten worden gehaald. Ik weet inmiddels wel dat topduiven in alle afdelingen meekunnen. Die kunnen ook in België of welk land dan ook het verschil maken.

Hier zitten ook nog enkele bovengemiddeld goede duiven in de vliegploeg. Zij zullen het vast niet elke week laten zien, maar wanneer er in 2022 echt vroeg gevlogen wordt, zullen zij het zijn. Die duiven hebben het in zich waar de rest nu eenmaal een simpele prijsvlieger blijft.

Op ieder hok schuilt een echt goede duif. Tophokken hebben er meerdere, maar die hebben per saldo vaak ook meer duiven. Alles is een kwestie van interpreteren. Hier zie ik al jaren dat de topjongen het ook als oude duif uitstekend doen. In uitpersen van jonge duiven geloof ik dan ook niet.

Wel moet ik bekennen dat sommige het pas weer als tweejarige oppakken, waar anderen de lijn als jaarling gewoon doorzetten. Een duif die als jong net onder de top hangt kan doorbreken als jaarling, maar blijft dan vaak ook net weer onder de top hangen.

Zo’n 20 jaar geleden was ik bij een zaalverkoop waar veel belangstelling was voor de aanwezige duiven. Enkele duiven trokken mijn aandacht. Henk de Weerd was er ook en wij praatten wat over de duiven die er zaten.

Ergens in de zaal zat een man waarover Henk zei: “Als die zijn hand opsteekt, kan je maar beter stoppen met bieden”. Diezelfde man was onlangs nog aan het inslaan op de verkoop van Peter van de Merwe.

Soms moet je niet verder willen springen dan je stok lang is. Je moet dan de verleiding van die ene duif kunnen weerstaan.

Er zijn nu door corona geen zaalverkopen meer, maar anders was ik er ook niet naartoe gegaan. Vaak wil ik net die ene begeerde duif kopen die een persoon met diepere zakken ook ziet zitten. Vandaar dat ik liever direct naar de liefhebber zelf ga zonder mezelf op te laten bieden.

Zoeken naar betere duiven doe ik al 30 jaar. De laatste jaren blijft dat bij één duif per jaar, maar wel een die naar mijn zin is en uit het beste komt wat verkrijgbaar is. Zo kochten Jan en ik enkele jaren terug een prachtjong uit de 1e x 2e nationaal Asduif KBDB. Tot nu toe zit er daar één van op het vlieghok en die behoort zeker niet tot mijn beste. Vandaar dat je ook altijd wat geluk moet hebben.

Ik had die duif niet meegenomen als hij me niet aanstond, maar inmiddels weet ik dat schoonheid niets zegt over een duif. Maar al te vaak werd bij mij de mooiste van een nest meegenomen bij het afhalen van geschonken bonnen. Ik bleef dan met de minste zitten en dat werd vaak de beste.

Zo liet ik destijds een vriend een jong kiezen uit een koppel jongen van Blue Rocket. Hij nam gelukkig in mijn ogen de minste van de twee. Die van mij werd een goede vliegduif en won als jong tweemaal de 1e prijs. Datzelfde jaar won ik de 3e NPO Orléans, maar die gekozen duif van die vriend won de 1e NPO Orléans.