We leven in het heden en niet in het verleden, al is het heden momenteel niet zo rooskleurig als je het nieuws volgt.

Zo lees en hoor ik nogal eens wat van Jan en alleman. Verhalen van liefhebbers die over een ver verleden praten zijn mooi om aan te horen, maar zeggen vaak ook wat over hun prestaties van nu. Althans, het gebrek eraan.

Wat geweest is, is geweest. Dit geldt in het dagelijks leven maar ook in de duivensport. Aan de top komen is één ding, maar daar blijven een tweede. Ik zag de laatste 20 jaar slechts enkele hokken elk jaar terugkomen, de meeste zakten na enkele jaren hard spelen terug.

Verkopen is mooi, maar uiteindelijk heb je centen en zit je zonder duiven die voor topprestaties kunnen zorgen. Ook met overmatig medicijngebruik is het vaak enkele jaren hard spelen en daarna is het over en uit.

Bepaalde lijnen duiven vliegen goed, maar kweken niet door. Met frequent duiven bijhalen kan je ook je eigen stam verzwakken. Het is gevaarlijk om alsmaar te denken dat een ander betere duiven heeft. Ik heb veel hokken waar ik naar opkeek bezocht, maar ook daar bleek het om enkele goede duiven te draaien en die waren meestal onbetaalbaar.

Natuurlijk haal ik zo nu en dan iets bij uit topduiven, maar ook daar komt meer afval uit dan goeds. Je hebt dus ook wat geluk nodig, want het enige wat je aankoopt zijn de genen. Zo heb ik duiven gekocht waarvan de directe kweek super was maar de doorkweek waardeloos. Nadat zo’n duif niet meer bevrucht ben je klaar.

Sommige duiven kwamen super tot 300 km en daarna werden ze verspeeld. Andere kwamen alleen goed voorbij de 600 km en bij vluchten van 1100mpm. Daarvoor stond je op ze te wachten maar gaven ze niet thuis. Ook dit soort duiven zijn niet aan mij besteed en vielen daarom af.

Totaal weduwschap

Ik heb één hok doffers en één hok duivinnen op totaal weduwschap en daar moet alles mee gebeuren. Ook hier voert voor 65% de duivinnen de boventoon tegenover 35% de doffers, maar dat is overal zo.

Mocht ik maar denken dat het enkel weduwschap beter was, dan zou ik dat zeker doen. Ik heb het allemaal al eens geprobeerd en zie er geen nut van in om bijna 70 duiven extra te moeten voeren die op hun partner zitten te wachten.

Ook twee duivinnen aan één doffer zal hier niet snel gebeuren. Ik wil kunnen genieten van de aankomsten en niet als een malle in het hok duiven opsluiten voordat de tweede partner arriveert. Nogmaals, als ik voordeel zag zou ik het doen, maar ik ken genoeg hokken die dit systeem toepassen die beslist niet beter vliegen dan mij met mijn totaal weduwschap.

Zo hebben we zelf – althans, dat vind ik – een topkwaliteit voer en bijproducten. De duiven bouwen daarmee een hoge weerstand op en de producten werken ondersteunend in alle seizoenen van het jaar. Maar nee, je krijgt er geen betere duiven van zoals sommige je doen geloven. Goede producten en goede duiven zijn beide van belang, maar staan totaal los van elkaar.

Het is gezond voorjaarsweer met vorst in de nacht en zon overdag. De oude duiven vliegen graag met zulk weer, wat betekent dat spierblessures niet veraf zijn. Geblesseerde duiven lijken te zijn uitgeschakeld, maar sommige herstellen er ook van.

De duiven vliegen soms te gek met dit weer. Met zon en wind klieven ze door de lucht. De roofvogels die hier dagelijks op ze jagen zorgen echter vaker voor blessures. De eerste jonge duiven zijn reeds ten prooi gevallen. Ik kreeg een foto toegestuurd van een uitgeplozen duif met mijn telefoonstempel erin.

Ik speel hierop in door genoeg jongen te kweken, de roofvogel kan ze toch niet allemaal oppeuzelen. Ik tel mijn duiven niet en zie wel wat er nog zit als de chipringen omgaan. Zo sta ik er ook in met opleren, ze gaan gewoon weer één voor één los.

Duiven die weg zijn kosten mij geen geld meer en het gaat om degene die overblijven. Ik heb onlangs alle duiven die er niet meer zijn (jong en oud) uit de klok verwijderd en je staat ervan te kijken hoeveel er elk jaar afvallen.

Goede duiven zijn er betrekkelijk weinig. Duiven die meermaals per honderd- of duizendtal winnen kan je vaak in één mand houden. De rest is bladvulling in mijn optiek. Zoals ik al eens zei: steek de duiven die 3x per duizendtal wonnen maar eens in een mand, dat zijn in mijn ogen de echte goede duiven.

Niet zozeer de Asduiven die toevallig niet missen. Zo heb ik in eigen vereniging al meerdere jaren de kilometervreter: de duif met de meeste prijskilometers. Vaak horen die niet eens in de top 20 van mijn beste duiven thuis.

We beginnen een week later aan het vliegseizoen. Niet wegens corona of de vogelgriep, maar omdat de belangen tegenwoordig schijnbaar alleen bij enkele meerdaagse vluchten liggen en niet bij de rest. Het gehele vliegprogramma lijkt daarop te worden afgestemd.

Nu heb ik altijd wel wat te melden, maar ik tel in ons vliegprogramma toch echt 17 trainingsvluchten tegenover 38 wedvluchten. Bijna de helft, dus. Waarvoor houden we duiven, denk ik dan. We betalen lidgeld om ze te laten trainen in plaats van concoursen.

Mijn planning voor 2022

Uiteindelijk wijzigden hierdoor mijn strijdplannen. Waar ik de vliegduiven voorheen tegen de laatste week van januari koppelde en nog 10 dagen liet nabroeden op hun tweede nest, pakte ik het dit jaar anders aan.

De vliegduiven zijn in de eerste week van januari gekoppeld, hun jongen zijn nu 14 dagen oud. De duivinnen zijn er afgezet voordat ze bij gingen leggen. Alle jongen staan op de grond in hun broedschotel en de woonbakken staan voor de helft dicht.

De doffers zorgen voor de jongen. Tussen de middag gaan de doffers los en mogen de duivinnen – die dan al een uur hebben getraind – binnenkomen op het dofferhok en een uur zorgdragen voor de jongen. Het lijkt wel of alles dubbel gevoerd wordt, want ze groeien als kool.

De duivinnen zijn inmiddels verduisterd. De doffers worden verduisterd zodra de jongen hun eigen hok in gaan. Ik laat ze in de tweede week van april drie dagen samen en leer dan eerst de doffers op, daarna de duivinnen. Met de partner thuis, dus.

Eind maart voert de dierenarts een algemene controle uit. Vindt hij niets, dan krijgen de duiven niets. Hun medische voorgeschiedenis: eind september een tiendaagse paratyfuskuur gevolgd door een enting en in de derde week van oktober een paramyxo-enting, een kwart Flagyl tegen tricho en in de nek een luisdruppel van Schroeder.

In het water zat het gehele najaar Naturaline of Sedochol (tot de koppeldatum). Dit wisselde elke dag. Na het koppelen weer alleen Naturaline om de dag. Op het voer gaat elke dag Origanum Red en aan iedere kilogram voer wordt zo’n 200 gram Champions Mineralenmix toegevoegd. Tweemaal per week gaat daar nog Prestavit overheen.

Hier moeten alle duiven (vliegers, kwekers en jongen) het mee doen. Dat gaat prima, want ze zien er super uit. De kweek verliep goed, dus ik verwacht geen problemen bij de controle eind maart. Er worden geen duiven bijgehaald en ik koop ook geen bonnen. Alles wat hier zit heb ik zelf grootgebracht.

De jongen worden eenmalig tegen paramyxo/rota geënt, gevolgd door een pokkenenting met het kwastje en een paratyfusenting. De bijproducten en open hok zorgen voor een goede basisweerstand. Duiven die hiermee niet gezond blijven worden verwijderd, oude duiven ook.

Duiven die niet in contact komen met duiven van andere hokken kunnen elkaar niet snel besmetten. Ziektes die in het kweekseizoen de kop op steken zijn vaak al maandenlang sluimerende en werden in het najaar niet aangepakt door de liefhebber. Denk aan paratyfus, wormen, coccidiose en tricho. Ziektes die duiven vaak in de mand opdoen.

Vandaar dat ik nooit deelneem aan een trainingsvlucht zonder uitslag. Daarmee kan je alleen onnodig onheil op de hals halen. Ik geloof ook niet zo in trainingsvluchten voor oude duiven. Als die goed aan huis trainen, kan je die prima meteen op 145 km zetten.

Ik ken hokken die hun jongen überhaupt niet opleren en ze gelijk voor de leeuwen gooien op de eerste vlucht. Vaak hebben zij dan wel wat meer verliezen, maar dat staat in schril contrast met de verliezen van liefhebbers die ze dan al 20x hebben weggebracht.

Ik heb er zelf geen ervaring mee, want ik leer mijn jonge duiven altijd gedegen op. Ik moet wel bekennen dat ik mijn overnachtjongen wel gelijk op 145 km had gezet zonder ze op te leren. Geen verliezen.

Tot zover mijn planning voor hopelijk een goed seizoen 2022.

We hebben een erg zachte winter gehad met veel regen. Alle sloten en poelen lopen hier haast over van het vele water. Dit betekent meestal dat er een droog en goed voorjaar aankomt. Het is daarom jammer dat we veel te laat starten met de eerste prijsvluchten.

Het zal vooral voor de vitesse spelers in Brabant 2000 frustrerend zijn om 2 april 60 km, 9 april 100 km en 16 april 145 km als oefenvlucht te moeten spelen. Drie mooie vluchten waar alleen vrachtgeld wordt opgehaald, geen uitslag. Men zal zien dat we dan prachtig duivenweer hebben en de week erop tijdens de eerste prijsvlucht (145 km) regen.

Ik vind dat afdelingen en/of samenspelen altijd een uitslag moeten maken boven de 100 km. Laat hem dan maar niet meetellen voor de kampioenschappen. 90% van de liefhebbers wil met duiven spelen en heeft niets met regionale kampioenschappen, laat staan nationale kampioenschappen. De meeste willen hun duiven in wedstrijdverband spelen en zich meten met de concurrentie.

Als er een uitslag is zullen meer mensen meer duiven meegeven dan wanneer er geen uitslag is. Ik begrijp niet dat de afdelingsbesturen dit niet snappen. Ze hebben in Brabant al zoveel opleervluchten gehad – in het verleden zelfs midweeks – waar geen enkele interesse voor was.

Mensen gaan geen dure vrachtgelden wegsmijten om hun duiven voor jandoedel mee te geven, dat doen alleen overnachtspelers. Het is jammer dat de duivensport steeds meer alleen op die categorie liefhebbers wordt afgestemd.

Houd een ieder te vriend en kom ook die enorm grote groep vitesse spelers tegemoet. Daarbij zijn één of twee opleervluchten van 60 km in het voorjaar meer dan genoeg om de duiven op in te vliegen.

Beter hadden ze van de 100 en 145 km gewoon prijsvluchten gemaakt, zodat een ieder kan genieten van die vaak mooie voorjaarsvluchten. Nogmaals, laat ze niet meetellen voor de kampioenspunten, zodat niemand zich bezwaard voelt om mee te moeten doen.

Zo begonnen we vorig jaar 17 april gewoon met 145 km, er was een enorme deelname in ons samenspel. We hadden prachtig weer en nu vindt men het noodzakelijk om een week later te beginnen. Waarom de duivensport zo graag de afgrond in willen duwen?