De oude duiven zitten inmiddels gescheiden. Bij de doffers lopen nog enkele jongen op de grond die na dit weekend naar hun eigen verblijf gaan.

In de derde week van maart ga ik op controle bij de dierenarts en dan kunnen wat mij betreft de vluchten beginnen. Of dat in een samenspel is weet ik nog niet. Eén enkele liefhebber heeft er kennelijk zijn persoonlijke missie van gemaakt om dit tegen te houden, dus we wachten rustig af.

Paratyfus

Gisteren belde een liefhebber uit het hoge noorden mij over paratyfus. Hij had zijn duiven wel gekuurd, maar ze waren er nog niet vanaf. Wat bleek, hij had ze na die kuur niet geënt.

Dierenartsen spreken elkaar vaak tegen wat paratyfus betreft. De een zegt wel enten, de ander niet. Weer een ander durft te roepen je duiven uit te laten zieken. Ik ben zelf geen dierenarts, maar mijn ervaring zegt: kuren én enten.

In het najaar van 2012 – na een superseizoen met de jonge duiven – brak hier de ellende uit. Ik kuurde uiteindelijk 3 weken met Trimsulfa gevolgd door een enting met een levende entstof Zoosal-T. Gelijk daarna nog 10 dagen Baytril.

Dat duiven veel kunnen hebben werd me toen wel duidelijk. De kuurperiode was in de ruitijd en na de rui lag niet één pluimpje verkeerd (wat mijn grootste angst was). Het jaar erop na het seizoen nog eens 10 dagen Baytril en een enting met een dode entstof en ik was er vanaf.

Wel heb ik elke duif met symptomen verwijderd, oftewel bijna de gehele lichting jonge duiven 2013. Nadien ben ik elke dag oregano olie over het voer gaan verstrekken (365 dagen per jaar) en daar zal ik nooit meer mee stoppen.

Sportiviteit

Zoals elk jaar in deze tijd komen er regelmatig duiven terug die als jong verspeeld zijn. Ze lopen niet binnen omdat ze vervreemd zijn van het hok. Dat zulke duiven niet ver van huis zitten is zeker en dat zegt heel wat over de sportiviteit van sommige liefhebbers.

De laatste jongen voor eigen gebruik zijn geringd en het zijn er minder dan vorig jaar. Ik vermoed met zo´n 80 tot 100 jonge duiven te kunnen starten. Meer dan genoeg vind ik zelf. In Brabant hoor je met dit aantal al tot de grotere hokken. In Zuid-Holland wellicht bij de kleinere, maar ieder zijn ding natuurlijk.

De eitjes die de komende weken worden bijgelegd breng ik groot en gaan naar Jan. Daarna wordt alles gescheiden en koppel ik de 20 beste duiven tegen elkaar die nog twee rondes grootbrengen. In de zomermaanden kweek je immers de mooiste jongen. Eind juli / begin augustus moeten de kweekduiven uiteen zitten om tot rust te komen en volledig uit te ruien.

Dit jaar had ik het aantal kweekduiven teruggebracht naar 30 koppels en de kans is groot dat ik die volgend jaar terugbreng naar 24 koppels. Het gaat alleen om de beste duiven en naar mijn gevoel is het vlieghok op peil, daar hoeft niet jaarlijks 75% vervangen te worden.

Voor 2006 hield ik principieel niet meer dan 60 duiven de winter door. Inmiddels zijn er dat 120, maar de bedoeling is om terug te gaan naar 100 (24 kweek- en 24 vliegkoppels). De jaren en fysieke klachten gaan ook hier tellen, vandaar dit besluit.

We leven in het heden en niet in het verleden, al is het heden momenteel niet zo rooskleurig als je het nieuws volgt.

Zo lees en hoor ik nogal eens wat van Jan en alleman. Verhalen van liefhebbers die over een ver verleden praten zijn mooi om aan te horen, maar zeggen vaak ook wat over hun prestaties van nu. Althans, het gebrek eraan.

Wat geweest is, is geweest. Dit geldt in het dagelijks leven maar ook in de duivensport. Aan de top komen is één ding, maar daar blijven een tweede. Ik zag de laatste 20 jaar slechts enkele hokken elk jaar terugkomen, de meeste zakten na enkele jaren hard spelen terug.

Verkopen is mooi, maar uiteindelijk heb je centen en zit je zonder duiven die voor topprestaties kunnen zorgen. Ook met overmatig medicijngebruik is het vaak enkele jaren hard spelen en daarna is het over en uit.

Bepaalde lijnen duiven vliegen goed, maar kweken niet door. Met frequent duiven bijhalen kan je ook je eigen stam verzwakken. Het is gevaarlijk om alsmaar te denken dat een ander betere duiven heeft. Ik heb veel hokken waar ik naar opkeek bezocht, maar ook daar bleek het om enkele goede duiven te draaien en die waren meestal onbetaalbaar.

Natuurlijk haal ik zo nu en dan iets bij uit topduiven, maar ook daar komt meer afval uit dan goeds. Je hebt dus ook wat geluk nodig, want het enige wat je aankoopt zijn de genen. Zo heb ik duiven gekocht waarvan de directe kweek super was maar de doorkweek waardeloos. Nadat zo’n duif niet meer bevrucht ben je klaar.

Sommige duiven kwamen super tot 300 km en daarna werden ze verspeeld. Andere kwamen alleen goed voorbij de 600 km en bij vluchten van 1100mpm. Daarvoor stond je op ze te wachten maar gaven ze niet thuis. Ook dit soort duiven zijn niet aan mij besteed en vielen daarom af.

Totaal weduwschap

Ik heb één hok doffers en één hok duivinnen op totaal weduwschap en daar moet alles mee gebeuren. Ook hier voert voor 65% de duivinnen de boventoon tegenover 35% de doffers, maar dat is overal zo.

Mocht ik maar denken dat het enkel weduwschap beter was, dan zou ik dat zeker doen. Ik heb het allemaal al eens geprobeerd en zie er geen nut van in om bijna 70 duiven extra te moeten voeren die op hun partner zitten te wachten.

Ook twee duivinnen aan één doffer zal hier niet snel gebeuren. Ik wil kunnen genieten van de aankomsten en niet als een malle in het hok duiven opsluiten voordat de tweede partner arriveert. Nogmaals, als ik voordeel zag zou ik het doen, maar ik ken genoeg hokken die dit systeem toepassen die beslist niet beter vliegen dan mij met mijn totaal weduwschap.

Zo hebben we zelf – althans, dat vind ik – een topkwaliteit voer en bijproducten. De duiven bouwen daarmee een hoge weerstand op en de producten werken ondersteunend in alle seizoenen van het jaar. Maar nee, je krijgt er geen betere duiven van zoals sommige je doen geloven. Goede producten en goede duiven zijn beide van belang, maar staan totaal los van elkaar.

Het is gezond voorjaarsweer met vorst in de nacht en zon overdag. De oude duiven vliegen graag met zulk weer, wat betekent dat spierblessures niet veraf zijn. Geblesseerde duiven lijken te zijn uitgeschakeld, maar sommige herstellen er ook van.

De duiven vliegen soms te gek met dit weer. Met zon en wind klieven ze door de lucht. De roofvogels die hier dagelijks op ze jagen zorgen echter vaker voor blessures. De eerste jonge duiven zijn reeds ten prooi gevallen. Ik kreeg een foto toegestuurd van een uitgeplozen duif met mijn telefoonstempel erin.

Ik speel hierop in door genoeg jongen te kweken, de roofvogel kan ze toch niet allemaal oppeuzelen. Ik tel mijn duiven niet en zie wel wat er nog zit als de chipringen omgaan. Zo sta ik er ook in met opleren, ze gaan gewoon weer één voor één los.

Duiven die weg zijn kosten mij geen geld meer en het gaat om degene die overblijven. Ik heb onlangs alle duiven die er niet meer zijn (jong en oud) uit de klok verwijderd en je staat ervan te kijken hoeveel er elk jaar afvallen.

Goede duiven zijn er betrekkelijk weinig. Duiven die meermaals per honderd- of duizendtal winnen kan je vaak in één mand houden. De rest is bladvulling in mijn optiek. Zoals ik al eens zei: steek de duiven die 3x per duizendtal wonnen maar eens in een mand, dat zijn in mijn ogen de echte goede duiven.

Niet zozeer de Asduiven die toevallig niet missen. Zo heb ik in eigen vereniging al meerdere jaren de kilometervreter: de duif met de meeste prijskilometers. Vaak horen die niet eens in de top 20 van mijn beste duiven thuis.