Het is druk op het duivenhok. Ik probeer alles in goede banen te leiden voor het nieuwe seizoen. De eerste ronde zit eraf en kan nu eerst goed wennen aan het hok, alvorens ze de volière in kunnen en naar buiten mogen.

Ze moeten goed af en aan kunnen vliegen voordat ze de eerste keer naar buiten gaan. Ik zou er wel bij kunnen blijven, maar doe dat niet. Eenmaal los dan gaan de kleppen de gehele dag open en zoeken ze het zelf maar uit.

De selectie is in de loop der jaren aangepast. Ik houd alleen nog de zieke gevallen in de gaten, die vertrekken direct. Bouw boeit me niet, dat laat ik aan de reismand over. Ze kunnen het of ze kunnen het niet, zo simpel is het. Wie het niet kan valt er tijdens de trainingen of wedstrijden vanzelf uit.

Zo heb ik ook geen afstandsgeschikte duiven, ze gaan altijd mee van snelheid tot en met dagfond. Bepaalde aangeschafte duiven die tot 400 km erg goede jongen gaven, heb ik zelfs verwijderd. Hun nazaten bleven boven de 400 km achter, daar kan ik dus niets mee.

De duiven gaan hier niet los met die sneeuw.

De jongen zitten momenteel op de grond bij de kwekers, zodat ze leren eten uit de gezamenlijke voerbak en ook de drinkpot leren vinden. De planning is om ze zondag in hun eigen hok te zetten, gewoon los met een dun laagje schelpenzand op de vloer.

Ik gooi 1 kilogram schelpenzand op 6m² vloeroppervlak en maak dat eens per 2 à 3 dagen schoon. Als het niet dik genoeg ligt, verwaait het over de vloer wanneer de duiven opvliegen. Met dit zand blijft het redelijk droog in het hok en de mest plakt niet vast aan de vloer.

Ik was op zich goed te spreken over de houtsnippers vorig jaar, maar ik wil het ook eens zonder proberen. Het kan dus best zijn dat er over 6 weken alsnog snippers in gaan, maar dat kijk ik eerst even aan. Verder niets, ook geen stro of kranten op de vloer. Des te sneller zoeken de jongen de bakken op om in te gaan zitten.

Eten doen ze uit de gezamenlijke voerbak en drinken uit de nagebootste drinkgoten. Bij het spenen worden ze met paramyxo/rota geënt. De Weerd doet dat in april – nadat alles is gespeend – nogmaals met het verplichte Colombovac.

Om de dag gaat er Naturaline in het water. Zodra ze de kleine pluimpjes gaan gooien, doe ik ook enkele keren per week Sedochol in het water. Over het voer (80% Championsmix en 20% NPO-mix) gaat elke ochtend Origanum Red en Champions Mineralenmix. Tweemaal per week doe ik daar nog wat Prestavit bij.

Ik probeer ze daarmee op een natuurlijke manier gezond te houden, minstens tot aan het vliegseizoen. Zo’n 4 weken voordat dat begint ga ik op controle, dan is er nog voldoende tijd om eventuele problemen op te lossen.

Ook dit jaar hele dagen open hok, ze kunnen af en aan vliegen en overal slenteren, mochten ze dat willen. Wat door de roofvogel gepakt wordt is pech gehad. De enige selectie is het verwijderen van individueel zieke duiven. Naar bouw kijk ik niet, dat regelt zichzelf wel op de vluchten.

Hier geen lijsten in het hok met waar ze uit komen, ik wil me nergens door laten afleiden tijdens het selecteren. Zo wil ik op voorhand ook geen favoriete duiven toekennen, want die raak je meestal als eerste kwijt.

Ik heb zelf geen vooropgesteld plan wie ik aan wie ga koppelen. Hier is dat gewoon goed op goed. Familie is het bijna allemaal, al wordt te nauwe inteelt wel vermeden.

Vele zweren bij kruisingen, maar ik niet. Hier mogen ze best aan elkaar raken. Natuurlijk wordt er wel eens nieuw bloed ingebracht, maar dat is beslist niet altijd een meevaller.

Sommige laten hele uitgedokterde theorieën los op de kweek of bijvoorbeeld voermengelingen. Voor mij kan het meeste daarvan naar het rijk der fabelen. Zo ook duiven die alleen maar goede geven.

Ik kweekte uit een laat jong een 1e nationaal Asduif. Dat laatje werd in september door een beroemde duivenmelker nog aan de kant geschoven, omdat ‘ie te jong zou zijn. Tijdens de kweek heb je vaak meer aan geluk dan aan wijsheid. Het ene jaar kweek je nu eenmaal meer goede dan het andere.

Globaal mag je uitgaan van één redelijke duif per 10 gekweekte jongen. Liefhebbers die met 200 duiven spelen en er zogezegd maar 250 hebben gekweekt, kan je beter op hun ringseries controleren. Die laten vaak een iets ander beeld zien.

Hier is elk jaar 35-40% van de gekweekte jongen weg voordat de eerste prijsvlucht goed en wel is begonnen. Sommige Nederlandse liefhebbers kweken niet voor niets 400 jongen, hopende dat daar enkele goede tussen zitten.

Slechts twee koppels hebben hier altijd bijeengezeten: het Millennium koppel en het Gouden koppel (Golden Pair). Beide koppels hebben meerdere topduiven gegeven. Ik heb ook wel eens meerdere toppers uit één nest gekweekt, zoals Super Rossi en zijn nestbroer.

Uit Olympic Millennium x National Rossi kweekte ik in 2020 zes jongen. Drie daarvan stonden bij de nationale Asduiven en bij de eerste Gouden Cracks. Twee werden naar China verzonden en groeiden daar uit tot topkwekers. Toch werd dat koppel nu pas weer opnieuw gepaard.

Eén ding is zeker: zelfs uit de beste kweekduif komt jaarlijks 90% afval. Enkel bij commerciële kwekers lijken het allemaal goede te zijn. Verder is het de ogen open houden en reportages lezen. De gebroeders uit het verre noorden lijken me alleen maar met blauwe duiven te winnen, hun grijze zijn commercieel mateloos populair. Ik neem aan dat men er zelfs een hok voor heeft ingericht om die kleur te kweken, en gelijk hebben ze. Evenals enkele andere spelers in het noorden die meeliften op dit grijze, commerciële succes.

Het wordt weer druk. Eerst de Olympiade, vervolgens de Gouden Cracks en de Gouden Duif. We kunnen haast ieder weekend op pad als we dat willen. Zelf ben ik daar niet zo’n liefhebber van. Ik hou niet van al die aandacht. Sommige groeien 5 cm op een podium, ik lijk eerder 5 cm te krimpen.

Zo staan de prijzen van de FZN van vorig jaar nog in de kantine van John van Wanrooij, zij namen die voor mij mee. Ik moet me eigenlijk schamen dat ik ze nog niet heb opgehaald, maar dat gaat binnenkort zeker gebeuren.

Ik ga graag met duiven om, maar alles daaromheen is niet echt aan mij besteed. Dit neemt niet weg dat sommige huldigingen erg mooi zijn, zoals die van de Gouden Duif. Ik ga daar vaak wel even heen, maar heb mijn naam daar nog nooit horen vernoemen. Deels door de drukte, deels omdat mijn gehoor minder wordt. Vaak haal ik de gewonnen prijs in de loop van de avond zelf maar even af.

Verder is het rustig op het hok. Alles zit gekoppeld en de jongen gaan er volgende week af. Daarna kan alles opnieuw met jongen komen.

Op PIPA staan nog 14 jonge duiven. Sommige daarvan zijn echt prachtig, zoals de duivin uit Olympic Dragon. Dit is in mijn ogen de beste jaarling die ooit in Nederland gevlogen heeft: op drie plaatsen 1e nationaal Asduif, 2e Olympiade duif allround, 5e Olympiade bij de jaarlingen en 13e op de midfond.

Op de laatste categorieën stond ze ook in de top 3, maar ik durfde haar niet meer op de natour te spelen, omdat ze al 2e Olympiade allround was en ik haar niet wilde verliezen. Bas nam dit risico wel en raakte hem kwijt. Dit kan dus zomaar gebeuren en dan sta je met lege handen.

De duivinnen uit Blue Diamond (die hard op weg is het nieuwe kweekwonder te worden), de doffer uit Dragon Girl en die uit Avatar x Pure Gold zijn ook echt super om een heel hok mee op te bouwen.

Bij TopPigeons verschijnt deze week nog een bonnenverkoop van onze vereniging met daarbij ook een bon voor een koppel eitjes van mij. Ik schenk nergens een jong, want dan heeft men er maar één. Ik geef liever twee koppels eitjes, dan is de kans groot dat men er vier heeft voor hun investering.

Na de vorstperiode is het zaak de hokken weer eens schoon te maken, de afgelopen dagen zat alles vastgevroren.

De jongen groeien als kool en gaan er dus eind volgende week weer af. De meeste kwekers hebben al bijgelegd, wat betekent dat de hokken snel weer vol zitten.

Dit jaar wilde ik wat minder jongen kweken, vandaar ook minder kweekkoppels dan voorgaande jaren. Uit de vliegers wordt voor mezelf niet gekweekt. De kwekers zitten hier om te kweken en de vliegers om te vliegen.

Waarom minder? Nou, er is meer in het leven is dan alleen duiven. Daarnaast zal mijn rug ook niet verbeteren. Sommige zijn de weg kwijtgeraakt en denken dat het leven alleen nog om duiven of geld draait. Je moet daarin de gulden middenweg zien te vinden, denk ik.

Ik woon ernaast, maar dat wil niet zeggen dat ik meer op de hokken kom dan nodig is. Ik zie de duiven bijvoorbeeld nooit trainen, omdat dit mij niet boeit. Ik heb jaren gekend dat de weduwnaars over de grond liepen te slenteren, maar toch speelde ik even hard als wanneer ze door de lucht scheerden.

Natuurlijk wil ik hard blijven spelen, maar wel met minder duiven. De aantallen ga ik de komende jaren dus afbouwen, zodat alles behapbaar blijft. In de jaren voor 2006 hield ik 18 vlieg- en 18 kweekkoppels, dat is eigenlijk meer dan genoeg om alle vluchten mee te kunnen spelen.

Maar goed, om te kunnen winnen moet je ook weer niet te weinig jongen kweken. Toch denk ik dat als je 200+ jongen moet kweken om enkele goede over te houden, er wat schort aan je kweekhok. Het is tegenwoordig vrij simpel: wil je met 60 jongen starten, dan moet je er 120 kweken. De roofvogel komt eens langs en het zijn niet allemaal plaatjes die worden geboren.

Vroeger selecteerde ik de jonge duiven veel harder dan nu. Dit komt doordat het jonge duivenspel vandaag de dag te slap is om redelijk op te kunnen selecteren. Duiven die als jong niet voldeden kunnen als jaarling plots je beste zijn. Toch hebben de meeste doorgehouden jongen minstens 1x per honderdtal gevlogen. Dit is voor mij de bevestiging dat ze kop kunnen behalen en daar draait het hier om.

Selectie op gezondheid vindt hier 12 maanden per jaar plaats, ik heb er een hekel aan om duiven met medicatie op de been te houden.

Ik zie bij de jongen alleen maar vaste bolletjes mest rond de schotel, wat betekent dat de bijproducten (Origanum Red, Prestavit en Champions Mineralenmix) goed hun werk doen.

Spuitende jongen ken ik niet ook niet wanneer ze van pap naar hard voer gaan. Zouden die er wel zijn, dan werden ze samen met de ouders die ze voeden verwijderd van het hok.