Alle oude duiven zijn ingekorfd voor Issoudun. Geen uitzonderingen, dus. Mijn duiven moeten de dagfond allemaal aankunnen en anders vallen ze maar af. De windrichting leek begin deze week WZW te worden, maar inmiddels grotendeels NW in België en Frankrijk.

De jonge duiven lijken iets te zijn hersteld, ik moet ze alleen nog op 100% zien te krijgen. Ik kan me niet heugen dat ik ooit zo’n slechte start van het jonge duivenseizoen heb gehad.

Het ene jaar kweek je betere duiven dan het andere. Er is dit jaar veel uit nieuwe, aangeschafte duiven gekweekt om te verre inteelt voor te blijven. Deze duiven zouden meer dagfond georiënteerd moeten zijn.

Bij Jan zit alleen de eigen soort en nog niets van deze nieuwe duiven. Gaat het mis, dan is dat alleen bij mij en liggen ze na het vliegseizoen allemaal in de prullenbak. Zo simpel is dat.

Het is nu eenmaal niet al goud wat er blinkt. Zo kochten Jan en ik voor veel geld een jong uit de 1e x 2e nationaal Asduif van België. Hij was van 2018 en prachtig om te zien, maar gaf niet één redelijke duif. Niet in Brabant en niet in Friesland.

Vanwege het prijskaartje hebben we er te lang mee aangemodderd, inmiddels is hij weg. Je moet een duif wel meer dan één jaar de kans geven, want in het eerste jaar moeten ze vaak nog wennen aan jouw hok en manier van verzorgen. Is het na twee jaar nog steeds niets, dan snel weg ermee.

Teleurgesteld ben ik in niemand waar ik duiven heb gehaald. Ik kweek zelf uit mijn beste duiven ook veel meer troep dan goede, dat is nu eenmaal inherent aan de duivensport.

Stilstand is achteruitgang en daarom moet je blijven zoeken en testen. Jan en ik zijn bij de beste hokken van Nederland en België al eens om duiven geweest. Wij schaffen alleen jongen uit nationale Asduiven of NPO-winnaars aan, al het andere heb ik namelijk zelf al zitten.

Met sommige zijn we geslaagd omdat ze min of meer gelijkwaardig waren aan de eigen duiven, maar betere heb ik nog niet kunnen kopen. Let wel, mijn kromme gedachtegang is dat een duif op zowel 150 als 700 km moet kunnen winnen. In Friesland zijn bijna alle dagfondvluchten over de 700 km.

Andere duiven vallen hier dus door de mand. Zijn ze super tot 300 km, dan verspeel ik ze meestal op de langere afstanden en verdwijnen de ouderparen als gevolg. Het bijhalen en testen van andere duiven vind ik leuk om te doen. Je komt eens op andere hokken en ziet andere duiven.

Kloof

De duivensport gaat in rap tempo veranderen. Alles is veel duurder geworden en men verliest steeds meer duiven, zowel oude als jonge. Voor de kleinere liefhebber – waar het overgrote deel van de leden uit bestaat – wordt het steeds moeilijker om alles te bekostigen.

Het logische gevolg is dat die groep steeds minder duiven houdt, terwijl de grotere liefhebbers – vaak met een dikkere portemonnee – er juist meer gaan houden. Het NPO-bestuur werkt hier natuurlijk aan mee door 150 oude en 250 jonge duiven toe te staan.

In de Tour de France werken sommige ploegen met een budget dat 2 à 3x zo hoog is als dat van andere, maar toch mag elke ploeg maar acht renners afvaardigen. Dat geeft stof tot nadenken.

Zaterdag is de enige nationale dagfondvlucht uit Issoudun met een overvlucht van meer dan 250 km op de kortste afstanden. Normaal niet te doen met een kopwind, maar ditmaal lijkt het anders met tot nu toe een overwegend WZW wind.

In de lager gelegen gebieden Zeeland en Brabant zullen de vroegste duiven waarschijnlijk niet vallen. Vandaar dat men beter alle dagfondvluchten sectoraal over vier sectoren kan spelen, de kansen zijn dan beter verdeeld en er is geen enorme overvlucht.

Ik vermoed dat de twee in topvorm verkerende hokken in Afdeling 10 flink zullen uitpakken, al weet je dat natuurlijk nooit zeker. Als er overwegend west in de wind zit, speelt de ligging van een hok ook mee. Hoe oostelijker, hoe meer kans je maakt bij een westenwind. Maar goed, een vroege duif kan overal vallen.

Mijn jonge duiven lijken verlost te zijn van one eye cold en vertrekken naar Quiévrain (143 km). Ze zijn echter nog verre van in de vorm waarin ik ze graag wil zien.

De Belgen spelen volgende week Bourges met hun jonge duiven. Wat kijken veel Nederlanders met jaloerse blikken naar het spel in België. Ze krijgen het daar elk jaar weer voor elkaar terwijl in Nederland in principe helemaal niets kan.

Er is in België spel voor iedereen op elke afstand. Instapmogelijkheden zijn er elke week en nationale en provinciale vluchten kan men ook zo goed als wekelijks spelen.

Een groep fanatieke 40/50-ers zou in Nederland aan de macht moeten komen om het spel en het tij in onze sport te keren. Momenteel stevenen we versneld af naar het einde ervan.

One eye cold is weer in het land. Een paar weken geleden begon het in België en dan weet je dat we in Nederland ook snel aan de beurt zijn.

Ik zag het al bij het arriveren van de jonge duiven afgelopen weekend. Ze kwamen hier barslecht en arriveerden met knipperende ogen. Ik weet inmiddels hoe laat het dan is.

Je moet het gelijk de kop indrukken voordat het zich ontwikkelt tot ornithose. Vorig jaar zag ik dat bij een vriend gebeuren. Zijn jonge duiven zagen er niet meer uit van de ornithose. Ogen nat, neuzen bruin, noem maar op. Het seizoen was voorbij voor hem. Op mijn advies gaf hij ze een kuur met Orni-Chlam waarvan ze gelukkig nog herstelden.

Je kan ze donker zetten wat iemand anders vaak verkondigd, maar ik kies zelf voor medicatie. Mijn zomerjongen zitten uit de zon op het noorden in een vrij donker hok en komen nooit los, maar ook daar komt elk jaar one eye cold voor. Om die reden geloof ik niet in duiven donker zetten.

Dat e.e.a. met fel zonlicht te maken heeft, zal best. Maar waarom zagen we dat vroeger niet, dan? Scheen de zon toen niet? Op mijn oude jonge duivenhok bij mijn schoonvader bestond de gehele voorkant uit glas en ik heb daar nooit one eye cold meegemaakt.

Het is in mijn optiek een virus dat elk jaar de kop opsteekt. In het begin stelde het amper iets voor, maar de laatste jaren is het stukken hardnekkiger.

In Brabant 2000 zijn veel jonge duiven achtergebleven, wat deels te wijten is aan de veel te late lossing. Men verschuilt zich daarvoor achter de smoes: “We mochten niet lossen”. Waarom de andere afdelingen wel, vraag ik me dan af.

Ook in andere afdelingen – vooral Afdeling 8 schijnbaar – zijn een hoop jonge duiven weg. En inderdaad, daar zaten ook wel wat vroege lossingen tussen.

Het is niet bevorderlijk dat er vanaf het begin oude duiven meegegeven mogen worden. Ik schreef vorig jaar al dat zij de ploeg onervaren jonge duiven helemaal uiteenrukken.

In Oost-Brabant vloog men op zondag de eerste vluchten. Hun verloop was zoals het hoort en werd gedomineerd door Henri van Doorn en Richard van de Haterd in hun afdeling, en daar hoefden ze echt geen 200 of meer duiven voor in te manden.

Het voordeel voor die mannen in Oost-Brabant was enerzijds de vroege lossing, anderzijds dat er bijna geen duiven in de lucht hingen die Nederland in moeten. Daarom vanzelfsprekend minder verliezen.

Een andere jongen mailde mij het onderstaande, hun duiven werden ook laat gelost:

Hallo Peter,

Hier hetzelfde verhaal zuidwest lost in geel de jonge duiven om 8.15. Met een prima verloop.

Wij staan 25 km oostelijker en moeten wachten op inversie worden gelost om half 10. 50 tot 75 procent van de jongen zijn weg. Hier nu 30 terug van de 81. En ze zijn zeker 15 keer weggeweest 1 voor 1 gelost +/- 30 km.

Kortom, waarom luistert men nog naar die lossingsadviezen als dat elk jaar fout gaat? Daarbij kunnen we inmiddels wel vaststellen dat er nu nog veel meer jongen worden verspeeld dan wanneer hun seizoen in juni begint. Die onderbouwing van destijds was dus op niets gebaseerd.

De oude duiven presteerden boven verwachting goed, maar de jonge duiven kwamen erg slecht naar huis. Natuurlijk steek ik hiervoor hand in eigen boezem, want echt top zijn ze niet. Maar dat we met een waardeloze lossingsverantwoordelijke zitten, helpt ook niet mee.

Waarom kon Zeeland op dezelfde losplaats om 08.15 uur lossen – terwijl zij korter in afstand spelen – en wij pas om 09.45 uur met als gevolg overal weer een hoop jonge duiven achter die uit alle kanten terugkwamen? Duidelijk ongeschikt voor zijn verantwoordelijkheid.

Jonge duiven moeten altijd vroeg worden gelost. De eerste groep zal op tijd zijn, maar de achterblijvers krijgen vaak last van de warmte. Gisteren waren ze duidelijk meegetrokken, omdat ze overal vandaan kwamen.

Referenties

Jan Timmermans maakte wel een mooie uitslag 4-5-7-8-9 tegen 7.376 jonge duiven.

Henk Douna is bezig aan een superseizoen. Hij is de beste speler dit jaar op de vitesse en midfond en won de 2e en 3e tegen 7.376 jonge duiven met twee achterkleinkinderen van Fast Rocket.

John Vasterink presteerde ook super en schreef het volgende:

Ha Peter,

Vandaag op de 1ste jonge duiven vlucht met voorsprong 1 en 2 tegen 15.201 duiven.

Het zijn beide jongen uit hetzelfde koppel. De vader is 19-976 uit jouw gouden koppel. De moeder is 19-471 uit zoon den 13 x Super Queen. Hartelijk dank voor de goede duiven!

Met vriendelijke groet,

John

Uit die zoon Den 13 x Super Queen won bij mijn overbuurman Corné van Rijen een kind de 1e prijs tegen 943 duiven en de 3e prijs tegen 5.472 duiven.