Zoals men inmiddels wel weet staat hier elke dag alles open. De plafonds gaan nooit dicht, alleen wanneer ik de duiven uitrook in het vliegseizoen. De vliegers maak ik nu eenmaal per week zuiver en die gaan om de dag naar buiten voor hun training. Of ze nu 5 minuten vliegen of een uur, dat maakt me niet uit.

Ik heb een hekel aan stramme vliegduiven, elke topsporter werkt ook in de winter aan zijn conditie. Zit er een rover in de buurt, dan moeten ze maar opletten. Als je daar naar moet kijken, kan je ze in het voorjaar ook niet loslaten.

De kwekers slapen ‘s nachts in de buitenlucht, hun voorkant is volledig van gaas. Bezoekers die hier langskomen staan vaak versteld dat die duiven er altijd perfect uitzien, glanzen en krijtwitte neuzen hebben.

Dit is het resultaat van langdurig selecteren op gezondheid, dat vind ik zeer belangrijk. Er wordt hier eerder verwijderd dan naar medicijnen gegrepen. Nogmaals, ik kom zelden duiven tekort, ik heb er eerder teveel.

Een bezoeker had bij hem thuis ook de hokken open, maar zag een enkele duif met een bruine neus. Ik vertelde hem dat hij zulke duiven beter kan verwijderen. Zitten er 10 in een openhoksysteem en heeft er één een bruine neus, dan moet je jezelf niet gaan afvragen of de duiven in de trek zitten. Die andere 9 hadden daar dan ook last van moeten hebben. Daarom weg met die ene.

Ik heb dat toch al snel, ook duiven die liggen te vervelen met het koppelen zijn hier geen lang leven beschoren. Voor buitenblijvers en bange duiven geldt hetzelfde. Iedereen moet naar mijn maatstaven in de pas lopen en anders zijn ze gezien.

Ik wil me in het duivenhok nergens aan hoeven te ergeren, het is voor mij een hobby en dus moet het wel leuk blijven. Aangezien ik niet snel in een goede duif geloof hebben ze voor mij weinig waarde, zeker als ze zichzelf niet aanpassen.

Ik heb dat in het verleden ook gehad met duur aangeschafte duiven. Liepen die niet in de pas of hielden ze zichzelf niet gezond, dan was mijn animo meteen weg.

De basis voor een goed hok duiven begint met weinig duiven op een goed verlucht hok. En met een natuurlijke gezondheid. Moet je in het vliegseizoen dan toch een keer medisch ingrijpen na onderzoek, dan zal dat een enorme boost geven.

Vandaar dat ik heilig overtuigd ben van de eigen middelen, te weten Origanum Red en onze mineralenemmer. Die dragen bij aan een natuurlijke gezondheid en een perfecte ondersteuning van hun conditie.

Daarbij krijgen ze al 30 jaar dezelfde uitgebalanceerde, vetrijke en eiwitarme mengeling, zodat ik zelf met eiwitten (Prestavit of Octavit) kan bijsturen waar nodig. Mijn tip aan alle duivenmelkers is dan ook: houd de verzorging simpel, het komt immers elke dag terug. Ik volg al jaren één vast systeem van verzorgen waar ik nooit van afwijk.

Ik haalde al eens aan dat volgens Bas de kopduiven onderweg het eerste doelwit zijn van kromsnavels. Duiven die alleen of in een kleine groep vliegen. Ook ik ben afgelopen seizoen vijf echt goede duiven kwijtgeraakt en een aantal duiven kwam met broek- en staartpennen eruit thuis.

Jan stond de laatste vlucht in Friesland tevergeefs op zijn favoriet te wachten die mistte. Extra balen, want ze stond bij de eerste Asduiven. Nu 3 maanden later kreeg hij bericht dat ze haar ring hebben gevonden in een weiland in Someren.

Kortom, ontbreekt er ’s avonds een favoriet, dan komt ‘ie vaak niet meer. De kans is groot dat ze ergens op het menu van een kromsnavel staan.

Een winter zonder duivensport duurt lang. Het kweekseizoen is een aardige invulling, maar daar heb ik niet zoveel mee. Datzelfde geldt voor prijsuitreikingen. Begonnen die maar aan het einde van de ochtend of in het begin van de middag. De meeste liefhebbers worden ouder en die moet je ’s avonds laat niet meer naar huis laten rijden.

Veel liefhebbers komen nu regelmatig bij elkaar over de vloer om over duiven te praten. Zo zijn er ook nog de wintertentoonstellingen, het is goed dat ze die erin hebben gehouden. Veel mensen vinden dat namelijk een mooie bezigheid.

Jans uit het noorden had de mooiste duivin van het geheel met een dochter uit Fast Rocket. Henri Vennix had in Oost-Brabant de 1e bij de jonge doffers met een rechtstreekse van mij. Nu hoop ik voor hun dat mooi en goed samengaan, dat is zeker niet altijd het geval.

Duiven keuren op bouw en pluim, het zal wel, maar ik zou mijn vingers niet graag branden aan de vliegkwaliteiten van een duif. Keuren heeft in mijn ogen ook te maken met iemands persoonlijke voorkeur voor een duif. Maar goed, ook hiervoor geldt dat het een mooie bezigheid is voor velen.

Veel mensen gaan met een goed gevoel naar huis. Vaak lukt het ze in het vliegseizoen niet om bij de kampioenen te geraken, maar op de tentoonstelling wel. Dit is verklaarbaar. Duiven die niet verduisterd worden of verder vliegen dan 250 km zien er nu beter uit dan hun soortgenoten die wel verduisterd zijn en veel kilometers achter de rug hebben.

Zo heb ik enkele duiven met een slechte broekpen, een teken dat ze boven hun kunnen hebben gevlogen of enkele dagen hebben gezworven. Ze komen daar nooit meer vanaf. Voor het vliegen en kweken is zo’n pen geen probleem, maar het is wel een teken dat de zware dagfond net teveel was voor ze.

Mijn jaarlingen vliegen op alle vluchten, dus vaak ook vier dagfondvluchten. Aan de topjaarlingen zie je niets, maar alles daaronder kan wel eens een slechte broekpen zetten. Bij duiven die als 2-jarige vlogen zie je dat dan weer niet zo snel.

Je moet ook oppassen wanneer je de bakken openzet bij duiven die net hun laatste pen hebben gegooid. Door het vechten kan een bloedpen ontstaan en dat zit die duif en de broedbak onder het bloed. Beter is om ze heel vroeg open te zetten, hier zitten ze al vanaf half oktober op een halve bak. Ze hebben inmiddels hun eigen bak, vechtpartijen komen dan niet vaak meer voor.

Verder worden de vliegers gekoppeld goed x goed en minder goed x minder goed. De laatste categorie vliegt eruit wanneer mijn geduld opraakt en dat kan snel zijn. Ik heb een hekel aan duiven verzorgen waarvan ik niets hoef te verwachten. Ik ben ook niet van de aantallen die ik moet spelen, het liefst speel ik alleen de duiven waarop ik kan rekenen.

De voedsterkoppels zijn gepaard, maar te dom om hun bak te vinden. Ik kijk dat nog even aan en dan weg ermee voordat er onnodig eitjes sneuvelen van belangrijke koppels. Dit was altijd één van de redenen dat ik geen voedsters wilde. Vaak zijn die te slecht op de vluchten en te dom om als voedster te dienen.

Willem de Bruijn is daar slimmer in, die gebruikt al jaren dezelfde voedsters. Bas ook, volgens mij. Dus ook hiervoor geldt: je krijgt waar je op selecteert. Wil je goede voedsterkoppels, dan moet je alleen de beste houden.

Wat de kweek aangaat ben ik nog steeds van mening dat de koppels zelf hun cyclus moeten afwerken. Broeden, jongen grootbrengen en aan hun nieuwe nest beginnen.

Dit jaar werk ik met tien koppels die alleen maar eitjes krijgen, de voedsters brengen ze vervolgens groot. Er zijn ook tien koppels die zelf de gehele cyclus doorlopen. Ik ben benieuwd of er verschil zit in de kwaliteit van de jongen. De duiven in het kweekhok en in de kweekboxen beschikken over dezelfde kwaliteiten en doen niet voor elkaar onder.

Ik schenk bijna geen bonnen meer, toch zeker niet aan verenigingen. Voor de vereniging van Jan (P.V. de Griffioen) werd eenmalig een uitzondering gemaakt. Voor wie daarin geïnteresseerd is, ze staan op GPS-Auctions.

Ik ben blij dat ik de kweekduiven heb gekoppeld, want wat moet je anders met dit weer. De duiven zijn nu ook niet zo hevig en de koppeling verloopt rustig. Op enkele voedsterkoppels na zit alles los en gekoppeld.

Deze week doe ik wat stro in de nestschotels (die al in kranten verpakt zijn). Met deze donkere dagen ga ik nu ook overdag het licht aandoen.

De vliegduiven zijn vandaag gevaccineerd tegen paramyxo, de pluimenrui lijkt immers voorbij. Hier duurt die altijd wat langer dan op een warm hok, want alles staat open. Ze ruien de pluimen iets trager in, maar het gooien van de pennen verloopt wel gewoon snel.

De meeste vliegduiven staan nog op één oude pen en voelen zijdezacht aan, mede dankzij de oregano olie en Prestavit. Elke dag komt er een afdeling los. Ik heb nu drie afdelingen: twee voor de doffers en één voor de duivinnen.

Nog enkele bezoekers en dan ga ik me richten op het nieuwe jaar. Afgelopen week kwamen vader en zoon Everts op bezoek voor wat jongen van de vliegploeg van dit jaar. Ze brachten een echte Limburgse vlaai mee en die heeft goed gesmaakt.

Zoals ik wel vaker zeg: je weet nooit of je een goede of slechte duif meegeeft. De echte rotzooi haal ik er in het vliegseizoen uit. De duiven die hier na de laatste vlucht nog zitten zouden allemaal jaarling kunnen worden, maar ik kan ze nu eenmaal niet allemaal zelf houden.

Mannen als Bas Verkerk pakken dat slimmer aan. Zij laten alles jaarling worden en gaan dan pas serieus selecteren op de vluchten. Maar zoals gezegd, je moet keuzes maken. Ik heb hier niet de mogelijkheid voor, dus de overtallige duiven vertrekken naar diverse liefhebbers.

Sommige slagen hiermee en sommige niet, dat ligt vaak aan de duiven, maar ook wel eens aan de liefhebber. Zo moet je alleen goed kruisingsmateriaal bijhalen als je zelf goed materiaal hebt om er tegen te koppelen.

Zelf hoor ik achteraf nog wel eens of die duiven iets bruikbaars hebben gegeven of niet. Frank en zijn vader laten dat met grote regelmaat weten, maar dat doet lang niet iedereen. De onderstaande mail ontving ik onlangs nog:

Wij zijn eind september 2021 bij jou geweest en hebben toen 3 doffertjes gehaald uit de jonge duivenploeg die uitgeselecteerd waren. 1 uit Olympic Willem x Super Queen en 2 uit New Millenium x Miss Golden Eye.

We hebben vervolgens onze 3 beste duivinnen van het vlieghok gehaald en in de winter tegen de 3 gekochte doffertjes gezet. Uit deze 3 koppels hebben we 14 jongen gespeend en na het vliegseizoen hebben we er 12 overgehouden. Van die 12 hebben er 6 een of meerdere keren top 10 in de club gevlogen met o.a. ook een 1ste prijs en een 1ste duifkampioenschap.

We hebben deze jongen alleen op de natour gespeeld i.v.m. de jaarlijks grote verliezen in afdeling 8 op de jonge duivenvluchten. Het begin is veelbelovend en als ze het volgend seizoen als jaarling goed doen dan hoort u weer van ons.

We zijn weer aan het koppelen en voor je het weet beginnen we weer met vliegen. De kids vliegen ook het huis uit en pa ploetert door met de duiven.

Alle kwekers en voedsterkoppels heb ik inmiddels samen gezet. Het koppelen is nooit een probleem, ik zet ze net voor het donker wordt bijeen. In de ochtend hebben ze elkaar vaak zonder bloederige vechtpartijen geaccepteerd. Als dat niet het geval is, waren je duiven er zeker nog niet klaar voor.

Daarna begint het feest pas. Alles bak voor bak loslaten om ze in de juiste bak te laten vliegen. Ik trek daar drie dagen voor uit en laat met regelmaat een ander koppel los. Na drie dagen zoeken ze het maar uit. Wie het dan nog niet snapt, vecht het maar uit. Beter nu dan wanneer er eitjes liggen.

Natuurlijk moet ik ook wel eens wat hardleerse duiven hardhandig uit de bak timmeren. Als ik dat enkele keren volhoud, hebben ze dat snel door.

Hier overigens geen elastiekjes aan de poten of de staarten kaal knippen van vechtersbazen. Nee, ik knok dat zelf wel uit met ze en dan is het de dood of de gladiolen. Gelukkig komt dat zelden voor, maar als ik het beu ben, dan vertrekt zo’n vechtersbaas. Vaak zijn dat toch de domste duiven.

Allround duiven

Ik ontving onlangs nog mails van Attila Mezei (Servië), Adam Thomas (Wales) en Istvan Grampsh (Hongarije). Zij haalden hier 10 jaar geleden duiven en zijn daar super mee geslaagd. Die duiven presteren volgens hen super op de vluchten van 100 tot 750 km.

Ik heb allround duiven en geen afstandsgeschikte duiven. Hier moeten ze op alle afstanden presteren. Een kwestie van selecteren op de vluchten die je wilt spelen. Uiteraard wordt de voeding vetter gemaakt naarmate de afstand toeneemt. In opvoeren geloof ik niet, maar ik maak het voer wel graag vetter door het percentage NPO-mix te verhogen.