Vandaag regent het de hele dag. Toch zijn de oude doffers al los geweest en de jonge duiven volgen zo. Een beetje regen vind ik niet erg, mits dat in de ochtend is. Duiven nat de nacht in laten gaan vind ik namelijk niet zo verstandig.

In 2022 won ik op de laatste nalijn vlucht Roye met de jonge duiven de eerste vier prijzen in het rayon. De hemel zag zwart van de regen, toch kwamen die vier duiven daar als een speer doorheen. Vandaar dat ik ’s ochtends nooit duiven binnenhoud vanwege de regen. In het vliegseizoen moeten ze daar ook wel eens doorheen.

Torres Diamond won toen overigens de 1e prijs. Hij won afgelopen jaar nog 2x de 1e prijs en 4x top 10 NPO. Kortom, een echte doordouwer met karakter.

Zo had ik enkele jaren terug op een donderdag in april de oude duiven los, toen ze in een sneeuwbui belandden. Het sneeuwde zo hard dat ze niet eens konden vallen of hun hok zagen staan. De dag erop moesten we inkorven voor de eerste prijsvlucht en dat ging hier met een bang hart. Toch volgde er een knaluitslag.

In de jaren ‘90 kwamen de jonge duiven met een kopwind en 30 graden thuis van nationaal Orléans. Bij aankomst zakten ze haast door hun pootjes. Toch waren er die dag geen verliezen en gingen ze vijf dagen later weer de mand in voor Chartres, ongeveer dezelfde afstand als Orléans.

In de daaropvolgende weken was het Châteauroux (567 km), Saint-Quentin (215 km) en Bourges (521 km). Dan had je altijd nog wat jongen die nog niet echt voldeden en die mochten nog naar de najaar klassieker Limoges (675 km) met een middaglossing. Toch kende ik die jaren amper verliezen in augustus en september.

Vandaag de dag wordt men steeds banger. Het mag niet te ver, te zwaar of te warm meer zijn. Eén ding is nog wel hetzelfde als 30 jaar terug: de verliezen bij de jonge duiven vinden plaats in de opleidingsvluchten onder de 200 km.

Het was vroeger ook regelmatig 30+ graden, maar er waren nog geen instanties die eerst een positief lossingsadvies moesten geven. Die duiven werden vaak gewoon om 07.00u gelost. Als het echt warm zou worden, zelfs eerder.

Nu werken we met vetten en eiwitten, toen gaf ik veel zonnebloemolie op het voer, extra gele maïs en bijna 4x per week Belgasol. Al leek die toen meer groen van kleur (tegenwoordig blauw).

Met dit mooie weer stijgt de zin naar een nieuw seizoen.

De oude duiven zijn hier uiteen. Een ploeg doffers voert de jongen die op de grond zitten. Wanneer de doffers los zijn, laat ik de duivinnen bij de jongen en die voeren ze nogmaals. ’s Avonds herhaalt dat zich. De jongen worden op die manier dus 4x gevoerd.

Ik laat de oude duiven nog niet lang los, maximaal een half uurtje per dag. Zodra ze wat langer uiteen zitten, ga ik dit opbouwen tot een uur per dag. Scheefvliegers heb ik nooit gehad, ik denk dat de Prestavit daar zeker aan bijdraagt.

Scheefvliegers zie je meestal bij hokken die de duiven in de winter vasthouden en ze pas na de opkweek van de jongen loslaten. Met dit weer – een harde wind en de zon hoog aan de hemel – worden die vaak nog eens opgejaagd door de roofvogel en dan overtrainen ze zichzelf met alle gevolgen van dien.

Ik vind dat vele trainen zwaar overtrokken. Ik heb immers genoeg topduiven gehad die voor geen meter wilden trainen, maar in het weekend wel aan kop vlogen. De duiven die bij andere liefhebbers doordeweeks juist enorm trainden, waren in het weekend te laat.

De jongen slenteren dagelijks enkele uren buiten. Ze kunnen zelf in en uit en mogen doen wat ze willen. De jongen worden eenmaal daags (rond 14.00u) gevoerd. Ze krijgen dan genoeg, zodat er ‘s avonds ook nog wat in de voerbak zit. Doordat de jongen ’s ochtends geen eten krijgen, komen ze snel binnen wanneer ik ze in de middag roep.

Alles zit hier verduisterd, maar toch laten de jongen her en der een pennetje vallen. Zelf zie ik dat als teken dat ze gezond zijn, want meestal blijft het bij dat ene pennetje. Bij de oude duiven mag je gerust zijn wanneer de mest mooi is met enkele donspluimpjes erop.

Het begin van het seizoen wordt hier in alle rust aangevangen. “Hardloopers zijn doodloopers”, zeiden ze vroeger. Vandaar dat ik niets overhaast.

Aan het opleren van oude duiven besteed ik weinig tijd, hooguit 2x op 30 km en vervolgens gaan ze mee op de eerste klokvlucht. Tussen de vluchten door rijd ik überhaupt niet, dat doe ik alleen aan het einde van het seizoen.

Alle duiven eten hier jaar in jaar uit dezelfde mengeling. Opvoeren, detoxen, lichte kost… Dat soort onzin laat ik graag aan de concurrentie over.

Iedereen begint weer vol goede moed aan een nieuw seizoen. Zo hoort het natuurlijk ook, we hebben elkaar immers nodig.

Zo hoorde ik onlangs over de vele spelmogelijkheden- en gebieden in Friesland. Dit maakt het eenvoudiger om daar bij de nationale kampioenen te geraken, lijkt me.

Wanneer gaat het NPO eens inzien dat de punten van alle nationale kampioenschappen uit de afdelingen gehaald moeten worden? Zoals het nu gaat is het namelijk pure spelvervalsing.

Speel je bijvoorbeeld in een zwak rayon met veel overnachthokken, dan word je gemakkelijker kampioen. Zo zou het ook afgeknot moeten worden op bijvoorbeeld 5.000 duiven, anders zouden alle kampioenen in de grotere afdelingen zitten.

Kortom, er is nog genoeg werk als het gaat om eerlijk spel en gelijke kansen voor iedereen. Verliezen is niet erg, maar dan moet het systeem wel eerlijk zijn.

Kweek

De jongen vliegen al goed rond, zoals elk jaar speen ik gewoon bij. De latere rondes gaan dan ook eerder in de vleugels.

Hier gaan de beste 14 kweekkoppels binnen 14 dagen nog een keer leggen. Ook die gaan zoals het er nu uitziet gewoon nog mee. De overige kweekduiven werken hun nest af en gaan dan uiteen. De beste 14 koppels kweken tot eind juli en worden niet meer verlegd.

Vermist

Gisteren kwam er nog een jong aan van vorig jaar. Vermoedelijk een die hier als jong werd opgehaald, aangezien ik het eigendomsbewijs niet meer heb. Mocht iemand hem missen, het is de NL2023-2301795. Op vertoon van het eigendomsbewijs mag je hem komen ophalen.

Het was een druk weekend. Op zaterdagochtend heb ik Olympic Dragon naar Houten gebracht en deze op zondag weer opgehaald. Zaterdag was het gigantisch druk en voor een zondag waren er ook nog heel veel bezoekers.

De beste duiven van Nederland van het seizoen 2023 stonden mooi opgesteld, dit hadden Ruud Moes en consorten weer super geregeld. Stukken beter dan de Olympiade in Maastricht, waar je goed moest zoeken waar je eigen duif tentoongesteld werd.

Naar het schijnt was het NPO-bestuur niet aanwezig in Houten. Ik ben ze zelf ook niet tegengekomen in de mensenmassa.

Het seizoen 2023 is voor mij afgesloten. Die prestaties behoren tot het verleden, op naar het heden. Het heden is het vliegjaar 2024 en ook daarin proberen we weer topprestaties te leveren.

Aankomend weekend gaan de duiven uiteen en kan het trainen beginnen. Morgen wordt de nieuwe lichting bevlogen duiven die naar de kweek zijn gegaan, op de foto gezet. De tuin vraagt ook weer om onderhoud, oftewel het zijn drukke tijden.

Onlangs was hier een liefhebber die slechte mest had bij de oude en de jonge duiven. Hij dacht dat dit door het vochtige weer kwam. Slechte mest door vochtig weer, dat geloof ik niet. Mijn kweekhokken staan immers dag en nacht open en zijn ‘geïsoleerd’ met gaas. Toch hebben die duiven nooit last van natte mest.

Wat dan de reden was, vroeg hij. Natte mest kan allerlei oorzaken hebben, waaronder teveel zout in de pikstenen of duivenmineralen, coccidiose of tricho.

Ik heb hem een fles Origanum Red aanbevolen met het advies deze elke ochtend over het voer te doen. Deze olie is mijn belangrijkste bijproduct. Sinds ik die jaren terug ben gaan geven, werden de prestaties steeds beter.

Let wel, het is niet per definitie prestatie bevorderend, maar je bouwt er een weerstand mee op tegen allerlei ellende in het maag-darmstelsel. Daar ontstaat nu eenmaal de meeste onheil bij mens en dier.

Blindelings naar medicatie grijpen raad ik iedereen af. Daarvoor zou ik eerst de man met de witte jas raadplegen. Medicijnen breken de weerstand namelijk sneller af dan je hem kunt opbouwen. Met medicijnen boosten om duiven harder of beter te laten vliegen is dan ook vaak van korte duur.

Een individueel koppel waarvan de jongen waterige mest hebben, duidt vaak op iets. Vaak trek je de bek open bij die jongen en zitten er allerlei aanwassen in. Opruimen is dan de enige optie.

Sleutelen aan jongen die in het nest zitten doe je beter niet, dat is gewoon een teken van zwakte. Als er ergens een jong sterft, dan is het andere jong vaak ook niet fris. Aangeboren zwakte, wat niets te maken hoeft te hebben met het ouderkoppel.

Selectie op gezondheid is superbelangrijk. Met zwakke duiven bereik je niets, evenals met het uitpellen van eitjes, ook al zijn ze van je beste koppel of een van de laatste jongen uit dat koppel. Gooi het ei maar weg, dat wordt toch niets.

Verder

Aankomend weekend is de voorjaarsbeurs in Houten. Dit betekent ook dat onze duiven over 10 dagen weer op weduwschap gaan voor een nieuw seizoen. Mijn doelen voor dit jaar zijn genieten van de aankomsten en enkele mooie, betekenisvolle vluchten winnen.

Er wordt links en rechts heel wat geklaagd dat alles zo duur wordt. Voeding, medicatie, trainingskosten, etc. Duivensport is inderdaad geen goedkope hobby. Zou je ook nog alle uren moeten rekenen die je erin stopt, dan kost het jaarlijks een vermogen.

Ik heb al zo vaak gezegd dat je met minder duiven vaak beter gaat presteren. Alles valt namelijk beter in de hand te houden, alsook te bekostigen. Je kan het tenslotte zo duur maken als je zelf wil.

Je kan jezelf beter niet optrekken aan de grotere hokken, die meestal de hele dag met de duiven bezig kunnen zijn of er een bedrijf achter hebben zitten en hokverzorgers hebben. Zoiets hou je niet vol.

Hier wordt ook met teveel duiven gespeeld, ik ben de eerste die dat toegeeft. Komt er ooit een inkorfbeperking met gelijke kansen voor de meeste liefhebbers, dan ben ik de laatste die daarover zal zeuren.

Over 6 weken staat de eerste paaseierenvlucht op het programma en gaan de duiven traditiegetrouw mee om de klok te testen.