De eerste eitjes liggen hier weer. Dat is vroeg, maar ik kan de jongen nog prima ringen als ze ouder zijn dan tien dagen. Een beetje WD-40 aan de pootjes en de ring schuift er zo omheen.

Of er weer kampioentjes bij liggen weet ik niet. Alle ouders hebben zelf topprestaties geleverd op het vlieg- en/of kweekhok. Ondanks dat heb je altijd nog wat geluk nodig met de nakweek.

Vanaf 1993 heb ik alle top 10 NPO-winnaars en Asduiven naar de kweek gebracht, zodoende kwam ik er snel achter dat de meeste duiven dat gewoon doorgeven aan hun nageslacht.

Dat zijn dus duiven die in het allerhoogste verbond kopprijzen hebben gewonnen. Het verenigingsspel of een of ander zwak samenspel is toch even andere koek dan het afdelingsspel.

Tegenwoordig kan ik niet meer al die duiven op het kweekhok plaatsen. Afgelopen seizoen bijvoorbeeld speelde ik 12x top 10 NPO (sommige duiven wonnen zelfs 2x top 10 NPO), maar die moeten toch nog een jaartje vliegen.

De superexemplaren daarentegen worden voortaan wel als kweekduif ingezet, zoals:

  • Turbo Millennium (2x top 10 NPO).
  • Mathieu (3x per duizendtal en top 10 NPO).
  • Super Millennium (3x top 10 NPO en 4e nationaal Asduif dagfond bij Jan).
  • Miss Rossi, vloog bij Rene Roks en won dit jaar als jonge duif de 1e, 2e en 8e NPO. Driemaal top 10 NPO dus, evenals:
  • Super Millennium.

 

Bij Jan en mij zitten ook nog duiven op het vlieghok die bij de top 10 nationale Asduiven stonden, één of twee keer top 10 NPO hebben gewonnen en verschillende keren per duizendtal hebben gespeeld. Dat laatste wordt steeds moeilijker met de alsmaar kleiner wordende deelnames.

We willen aankomend voorjaar weer kunnen genieten van de aankomsten en dat moet met goede duiven gebeuren. Die enkele echt goede duiven gaan in het nieuwe vliegseizoen ook weer het verschil maken op de hoogste podia.

Vandaar dat we allebei zuinig zijn op onze beste exemplaren en ze niet van de hand doen. We wisselen de eitjes uit van elkaars tien beste koppels. Ook verplaatsen er jaarlijks nazaten van topduiven heen en weer. Een duif die zich in Friesland ontpopt tot sterkweker blijft daar. Ik haal die niet terug, maar haal er wel jongen uit.

Meermaals de eerste 10 of 20 prijzen winnen in een vereniging of samenspel zegt mij niets over het presterende hok, maar wel iets over de concurrentie waartegen men speelt. Wil je bij de top des lands geraken, dan moet je tijdens het selecteren de lat hoger leggen dan je eigen vereniging.

Ik heb het geluk gehad dat ik het Millennium koppel tegen elkaar zette. Daar zijn inmiddels meer dan 40 verschillende (klein)kinderen uitgekomen die top 10 NPO wonnen, alsook top 10 nationale Asduiven, een Olympiade duif en zes duiven die de 1e NPO wonnen.

Op de verschillende kweekhokken in Brabant en Friesland zitten 20 kinderen waarbij degene die gevlogen hebben top 10 NPO behaalden of meerdere 1e prijzen in groot verband wonnen. Die niet gevlogen hebben gaven top 10 NPO-winnaars en top 10 nationale Asduiven, waaronder meerdere 1e prijswinnaars.

Bij Bas Verkerk zit een zoon die hem dit jaar de 1e Asduif dagfond gaf. Grey Millennium, Olympic Millennium, New Millennium, Miss Millennium en Avatar zijn allen kinderen die qua kweekkwaliteit ver boven de rest uit steken. Zij gaven elk al meerdere top 10 NPO-winnaars.

Avatar bijvoorbeeld won zelf in Friesland als jong de 1e NPO Quiévrain tegen 13.331 duiven en de 41e NPO Niergnies tegen 11.597 duiven. Hij is inmiddels vader van deze zes kinderen:

  1. Avatar’s Girl (2e NPO Sens 8.754 d. en 8e nationaal Asduif)
  2. Millennium Ava (3e NPO Chateaudun 6.277 d.)
  3. Special Ava (4e NPO Melun 16.023 d.)
  4. Mad Max (7e NPO issoudun 7.183 d.)
  5. Super 62 (7e NPO Issoudun 2.472 d.)
  6. Fighter Avatar (6e NPO Sens 8.754 d.)

De duiven gaan zo hun eerste leg leggen. Binnenkort bekijk ik van welke koppels ik de eitjes wil en verleg. Vaak laat ik me daarin leiden door gevoel. Welk koppel past goed op elkaar en waar zie ik potentie in.

Ik las het stukje van A.S. over bonnenschenkingen en daar heeft hij een punt. Ik schenk al jaren niet meer aan verenigingen. Bij hoge uitzondering deed ik dat vorig jaar in de eigen vereniging en dit jaar op aandringen van Jan in zijn vereniging, welke nu op GPS-Auctions staat.

Deze bon werd al snel hoog ingezet en dus stroomde de mailbox vol met aanvragen van allerlei verenigingen. Ik had immers aan één vereniging iets geschonken en dan krijg je inderdaad de vraag: waarom zij wel en wij niet? Achteraf gezien heb ik dus spijt die ene bon te hebben geschonken.

Elke vereniging zit in nood, dat weet ik wel, maar dat kan je beter oplossen door sponsoren te zoeken of het lidgeld te verhogen. Kom je dan nog niet uit, dan is fuseren met andere kleine verenigingen het overwegen waard.

Mensen die een bon kopen moet je netjes ontvangen en als het kan iets goeds meegeven. Ik schenk bijna altijd één koppel eitjes, maar de meeste gaan met twee koppels naar huis. Enerzijds omdat ze er veel voor moesten betalen bij de organisatie, anderzijds omdat ik nadien geen gezeur wil dat er een kapot is, onbevrucht is of niet uitkomt. Zou ik 40 bonnen schenken dan zijn dat 80 koppels eitjes. De meeste zullen anders denken, maar ik heb hier geen legbatterij.

Vaak hebben de bonnenafhalers ook nog talloze vragen. Ze komen om een bon en zitten er uren later nog. Een paar keer per jaar is dat niet erg, maar zou je 40 bonnen per jaar schenken zoals sommige doen, dan houd je geen vrije tijd meer over.

Dit jaar kwam men in oktober nog een bon verzilveren, ik was dat zelfs al vergeten. Over al deze dingen moeten de organisatoren ook eens nadenken. Zelf schenken die hoogstwaarschijnlijk ook maar één bon per jaar.

Natuurlijk is er een categorie mensen die om bezoekers verlegen zit wegens de gezelligheid en dat is prima. Ik daarentegen niet, mijn dagen zitten tjokvol bezigheden. Duivensport beoefenen, een tuin en gezin onderhouden, fietsen voor mijn rugklachten, etc.

Dit jaar dus drie kansen om een bon te bemachtigen bij P.V. De Griffioen, de FZN en de Nationale Fondspiegel. Dan kan men denken ‘de eitjes die je wegsmijt’. Inderdaad, eitjes van ouders waarin ik niets zie gaan de prullenbak in. Met de eitjes waarin ik wel vertrouwen heb maar zelf niet nodig heb, help ik andere mensen achter de schermen, zoals mijn 87-jarige schoonvader. Ik wil wel graag zelf blijven bepalen wie wel en niet.

Zo word ik ook vaak benaderd om onze producten te sponseren, maar daar ga ik niet over. Het voer en de supplementen die ik gebruik koop ik net als een ander gewoon bij mijn zoon. Het is zijn bedrijf, ik heb daar niets mee te maken. Geen aandelen, niets. De marges op duivenvoer zijn zó klein dat om enkele zakken te sponseren hij al een volle pallet moet verkopen om het terug te verdienen. Vandaar dat men beter bij de producent om sponsoring kan gaan dan bij tussenhandels zoals onze zoon.

Zoals men inmiddels wel weet staat hier elke dag alles open. De plafonds gaan nooit dicht, alleen wanneer ik de duiven uitrook in het vliegseizoen. De vliegers maak ik nu eenmaal per week zuiver en die gaan om de dag naar buiten voor hun training. Of ze nu 5 minuten vliegen of een uur, dat maakt me niet uit.

Ik heb een hekel aan stramme vliegduiven, elke topsporter werkt ook in de winter aan zijn conditie. Zit er een rover in de buurt, dan moeten ze maar opletten. Als je daar naar moet kijken, kan je ze in het voorjaar ook niet loslaten.

De kwekers slapen ‘s nachts in de buitenlucht, hun voorkant is volledig van gaas. Bezoekers die hier langskomen staan vaak versteld dat die duiven er altijd perfect uitzien, glanzen en krijtwitte neuzen hebben.

Dit is het resultaat van langdurig selecteren op gezondheid, dat vind ik zeer belangrijk. Er wordt hier eerder verwijderd dan naar medicijnen gegrepen. Nogmaals, ik kom zelden duiven tekort, ik heb er eerder teveel.

Een bezoeker had bij hem thuis ook de hokken open, maar zag een enkele duif met een bruine neus. Ik vertelde hem dat hij zulke duiven beter kan verwijderen. Zitten er 10 in een openhoksysteem en heeft er één een bruine neus, dan moet je jezelf niet gaan afvragen of de duiven in de trek zitten. Die andere 9 hadden daar dan ook last van moeten hebben. Daarom weg met die ene.

Ik heb dat toch al snel, ook duiven die liggen te vervelen met het koppelen zijn hier geen lang leven beschoren. Voor buitenblijvers en bange duiven geldt hetzelfde. Iedereen moet naar mijn maatstaven in de pas lopen en anders zijn ze gezien.

Ik wil me in het duivenhok nergens aan hoeven te ergeren, het is voor mij een hobby en dus moet het wel leuk blijven. Aangezien ik niet snel in een goede duif geloof hebben ze voor mij weinig waarde, zeker als ze zichzelf niet aanpassen.

Ik heb dat in het verleden ook gehad met duur aangeschafte duiven. Liepen die niet in de pas of hielden ze zichzelf niet gezond, dan was mijn animo meteen weg.

De basis voor een goed hok duiven begint met weinig duiven op een goed verlucht hok. En met een natuurlijke gezondheid. Moet je in het vliegseizoen dan toch een keer medisch ingrijpen na onderzoek, dan zal dat een enorme boost geven.

Vandaar dat ik heilig overtuigd ben van de eigen middelen, te weten Origanum Red en onze mineralenemmer. Die dragen bij aan een natuurlijke gezondheid en een perfecte ondersteuning van hun conditie.

Daarbij krijgen ze al 30 jaar dezelfde uitgebalanceerde, vetrijke en eiwitarme mengeling, zodat ik zelf met eiwitten (Prestavit of Octavit) kan bijsturen waar nodig. Mijn tip aan alle duivenmelkers is dan ook: houd de verzorging simpel, het komt immers elke dag terug. Ik volg al jaren één vast systeem van verzorgen waar ik nooit van afwijk.

Ik haalde al eens aan dat volgens Bas de kopduiven onderweg het eerste doelwit zijn van kromsnavels. Duiven die alleen of in een kleine groep vliegen. Ook ik ben afgelopen seizoen vijf echt goede duiven kwijtgeraakt en een aantal duiven kwam met broek- en staartpennen eruit thuis.

Jan stond de laatste vlucht in Friesland tevergeefs op zijn favoriet te wachten die mistte. Extra balen, want ze stond bij de eerste Asduiven. Nu 3 maanden later kreeg hij bericht dat ze haar ring hebben gevonden in een weiland in Someren.

Kortom, ontbreekt er ’s avonds een favoriet, dan komt ‘ie vaak niet meer. De kans is groot dat ze ergens op het menu van een kromsnavel staan.