Wij duivenmelkers kijken toch vaak eerst naar onszelf, dat zit nu eenmaal in onze genen verankerd. Wanneer het dus bijvoorbeeld over spelverband of ligging gaat, proberen we daar zelf (onbewust) het gunstigst uit te komen.

Ik heb regelmatig goede en minder goede spelers aan de telefoon voor een kort praatje. Destijds ook een kampioen uit onze provincie. De man speelde super, maar heeft inmiddels al 15 jaar geen duiven meer.

Wanneer hij belde, duurde dat vaak 20+ minuten en ging het alleen over hemzelf. Hij vroeg nog snel hoe het met mij ging, om vervolgens aan te geven dat hij snel moest ophangen. Inderdaad, de goede speler zit vaak vol van zichzelf, maar in zijn geval was het ook wel begrijpelijk.

Sociale media en de woke-beweging waren toen nog niet in opkomst, maar hij moest het wel vaak ontgelden. Niet vanwege zijn goede spel, maar door afgunst. Hij werd ook nog eens door dieven belaagd en besloot uiteindelijk te stoppen.

Afgunst hoort er helaas bij. Over de kampioen wordt altijd geroddeld, over de minder goede speler praat men niet. Je moet hiermee om kunnen gaan, want het is van alle tijden en dat zal nooit veranderen.

Gelijkheid

Ik ben voor een A- en een B-lijst, in onze vereniging is die er al voor de overnachtliefhebber. De minder goede speler zou daar ook op moeten komen, zo kan hij beter worden beloond.

Bijvoorbeeld twee kampioenschappen per categorie voor de B-lijst en één kampioenschap per categorie voor de A-lijst. De B-speler zou wel op de A-lijst vermeld moeten staan, maar andersom niet.

Ook in onze vereniging worden alle 1e prijzen door slechts enkele goed spelende hokken verdeeld. Met een A- en een B-lijst kunnen ook andere liefhebbers een 1e prijs winnen.

Zo denk ik ook over het spel met de duiven, men zou bijvoorbeeld 80 niet-overdraagbare wedstrijdringen per lid kunnen uitgeven van een bepaalde kleur. Daarnaast handelsringen van een andere kleur zoveel men wil, die dan niet aan de wedstrijden mogen deelnemen.

Er zou iets meer gelijkheid komen tussen de grote en kleine speler, alsook tussen de spelers met een groot en een klein budget. Ik vrees echter dat het nooit zo ver komt, maar de weg die we nu zijn ingeslagen, loopt ook een keer ten einde.

De jonge duivenhokken worden momenteel door 66 exemplaren bewoond. Van de tien beste koppels lopen er inmiddels vier.

Het kweekseizoen verloopt vlekkeloos, maar dat geeft geen garanties. We zien later pas wat de kwaliteit van deze duiven is. Duiven kweken is niet zo moeilijk, maar goede duiven kweken wel.

Datzelfde geldt voor kampioen worden. Eén keer lukt vele wel, maar kampioen blijven is andere koek.

Ik speel niet zozeer meer voor de kampioenschappen, want daar heb ik niet veel mee. Met de titel in ieder geval meer dan met de prijs die eraan hangt. Ik hoef niet zo nodig in de schijnwerpers te staan en ben in de winter liever thuis dan op een feestavond. Jan denkt daar min of meer hetzelfde over.

Ik hanteer één verzorgingssysteem dat elk jaar hetzelfde is. Hierdoor kan ik geen fouten maken. Dat ik voornamelijk met de jonge duiven al zo’n 30 jaar goed presteer, komt doordat dit mijn favoriete spel is.

Ruim 20 jaar terug riep men: “Laat hem dat ook maar eens met de oude duiven proberen.” Hoge bomen vangen nu eenmaal veel wind. Dat is 20 jaar later kennelijk nog steeds zo. Dat is dan de keerzijde van de medaille, terwijl ik de duiven toch echt alleen voor mijn eigen plezier heb.

Zowel bij de jonge als oude duiven geldt dat je er tijd voor moet hebben en er aandacht aan moet schenken. Natuurlijk is dat met een voltijdbaan moeilijker, maar er zijn genoeg liefhebbers die ondanks dat prima presteren. Vaak beter dan wanneer ze eenmaal met pensioen zijn en dus tijd genoeg zouden moeten hebben.

Mijn mening over zaken laat ik voortaan achterwege. Zo’n 20 jaar terug probeerde men met allerlei formules de goede spelers een hak te zetten. Het lukte echter nooit iemand om diegene met de wil om te winnen uit te schakelen. Daar kon men ook toen geen formule voor bedenken.

De verzorging hier gebeurt 365 dagen per jaar op perfecte wijze. De duiven komen niets tekort, zo staat er altijd water en voer ter beschikking op de hokken. Daarnaast hebben ze meer dan genoeg ruimte om in te verblijven.

Ik ben geen voorstander van medicatie in het stille seizoen, maar ik gebruik wel graag bijproducten. Uiteraard gebruik ik mijn eigen producten, maar dat wil niet zeggen dat die van een ander niet net zo goed zijn.

Ter verduidelijking, de rota enting gebeurt slechts één keer. Geen twee keer, waarmee sommige andere hokken adeno proberen te voorkomen. Zodra alle rondes zijn afgespeend, wordt alles nog door Dr. Henk de Weerd gevaccineerd met Colombovac tegen PMV.

Verder dus ook de paratyfus- en pokkenenting nog. Eigenlijk krijgen de jonge duiven dus vier entingen en de oude twee. Tot aan het vliegseizoen gaat er om de dag Naturaline met knoflook in het water. Tegen tricho doe ik nog niets.

Vier weken voor de eerste prijsvlucht ga ik op consultatie. Vindt men wat, dan grijp ik in, want de duiven moeten schoon aan de start verschijnen. Maar na al die jaren weet ik inmiddels wel dat hoe minder je tegen tricho doet, hoe minder je ermee te maken krijgt.

Sinds ik noodgedwongen ben gestopt met mijn werk, zijn de prestaties vooruitgegaan. De laatste jaren staat de combinatie steevast bij de beste hokken van Nederland. Daar gaat natuurlijk ook een stuk verzorging, aandacht en tijd achter schuil die ik nu wel kan geven en voorheen minder. Het nieuwe vliegseizoen begint snel en ik hoop daar mijn aandacht weer volledig op te kunnen richten.

Even voorstellen. Mijn naam is Jeffrey Theunis, 29 jaar en ik ben de zoon van Peter Theunis. Ik leg sinds 7 jaar de laatste hand aan elk blogbericht dat hier wordt geplaatst en ontvang elke reactie die via de contactformulieren op deze website wordt ingestuurd. Ik doe dit omdat ik het fijn vind deze prachtige hobby – want dat is de duivensport voor ons – met mijn vader te kunnen delen en voldoening haal uit het helpen van mensen die deze passie met ons delen. Dat laatste gebeurt gelukkig vaak succesvol, getuige mijn gesprekken met duivenmelkers. Zij beschouwen veel van de informatie op deze website als waardevol. Ik zie het dan ook als mijn verantwoordelijkheid om die informatie op een zo gestructureerde, correcte en ondubbelzinnige manier mogelijk over te brengen aan iedereen die het wil lezen. Laatstgenoemde verplichten mijn vader en ik overigens niemand.

Tot mijn grote teleurstelling en schrik heb ik afgelopen week na 1.049 gepubliceerde berichten een steek laten vallen. Althans, getuige de reacties die ik ontving naar aanleiding van het blogbericht op 25 januari jl. Ik ontvang wel vaker nare verwensingen, waaronder doodswensen gericht aan mijn vader, maar daar filter ik vrij eenvoudig doorheen. Echter ben ik wel enorm geschrokken van een laatste waarschuwing die mijn vader heeft ontvangen van de NPO Ledenraad. Zij beschouwden mijn tekst – let wel, niet de zijne – als volstrekt ongepast, waarmee ik grote reputatieschade zou hebben toegebracht en de Gedragscode zou hebben overtreden. Het moge duidelijk zijn dat dit nooit mijn intentie is geweest, alsmede dat ik mijn vader nooit in diskrediet zou willen brengen. Ik bied dan ook mijn excuses aan voor het onjuist wijzigen van het oorspronkelijke concept dat mijn vader die dag heeft geschreven. Het was mijn aanpassing waardoor één zinsnede dubbelzinnig kon, en helaas door enkele dus ook werd geïnterpreteerd. Ondanks mijn gepubliceerde rectificatie op 27 januari jl. is mij dan ook bevolen het betreffende blogbericht per direct te verwijderen. Uiteraard heb ik dat meteen gedaan. Nogmaals, het is absoluut nooit mijn bedoeling geweest om ook maar iets of iemand in een kwaad daglicht te zetten. Zo sta ik niet in het leven. Ik ben gewoon ontzettend dom geweest in mijn woordkeuze. Ik had het nooit zo moeten formuleren, waardoor anderen het anders konden interpreteren. Mijn excuses dus ook aan iedereen die hier geen melding van heeft gemaakt, maar het wel als aanstootgevend heeft ervaren.

Zoals gezegd is de duivensport mijn vaders hobby, maar ook zijn levenswerk en levensader. Aangezien er disciplinaire maatregelen volgen bij mijn of zijn eerstvolgende overtreding, acht ik het risico om op de huidige voet verder te gaan, te groot. Dit houdt in dat ik per heden een streng veiligheidsfilter toepas op alle teksten die ik nog publiceer. Alle liefhebbers met vragen over het voer, duiven, systeem of wat dan ook, mogen ons uiteraard gewoon mailen of bellen. Dat mijn vader en ik graag mensen vooruithelpen, blijft onveranderd. Echter moeten ook wij mee met de tijd, wat betekent dat je je mening en visie niet zomaar ongestraft mag delen. Ik hoop op ieders begrip hiervoor.

Dan rest mij alleen nog te zeggen dat ik iedereen een mooi, succesvol duivenseizoen 2023 wens.

Jeffrey Theunis

Ik ken meerdere kleine liefhebbers die enorm presteren met amper 12 oude en 20 jonge duiven. Sommige daarvan presteren al 40 jaar op hoog niveau. Ik ben wel eens jaloers op ze, want ze beleven evenveel plezier, maar hebben er een stuk minder werk aan.

Meestal spelen ze alleen het vitesse, midfond en jonge duivenspel. Dat anderen vaak niet slagen met jongen van zulke liefhebbers, komt doordat zij niet dezelfde 200% uit hun duiven halen wat motivatie en verzorging betreft. Wil je er wel hetzelfde aan doen, dan zal je er ook mee slagen, zo simpel is dat.

Die kleinere liefhebber stoort zich niet aan de massa inkorver, maar gaat daar juist de strijd mee aan. Natuurlijk valt men niet op, vandaar dat het Grootmeesterschap misschien wel iets moois is om ook die categorie liefhebbers aandacht te geven.

Zo heeft de Fondspiegel verschillende categorieën voor het aantal ingekorfde duiven per liefhebber. Misschien was dit ook iets voor het vitesse, midfond en jonge duivenspel. De grotere liefhebbers tegen de grote en de kleinere liefhebbers tegen de kleine.