Even voorstellen. Mijn naam is Jeffrey Theunis, 29 jaar en ik ben de zoon van Peter Theunis. Ik leg sinds 7 jaar de laatste hand aan elk blogbericht dat hier wordt geplaatst en ontvang elke reactie die via de contactformulieren op deze website wordt ingestuurd. Ik doe dit omdat ik het fijn vind deze prachtige hobby – want dat is de duivensport voor ons – met mijn vader te kunnen delen en voldoening haal uit het helpen van mensen die deze passie met ons delen. Dat laatste gebeurt gelukkig vaak succesvol, getuige mijn gesprekken met duivenmelkers. Zij beschouwen veel van de informatie op deze website als waardevol. Ik zie het dan ook als mijn verantwoordelijkheid om die informatie op een zo gestructureerde, correcte en ondubbelzinnige manier mogelijk over te brengen aan iedereen die het wil lezen. Laatstgenoemde verplichten mijn vader en ik overigens niemand.

Tot mijn grote teleurstelling en schrik heb ik afgelopen week na 1.049 gepubliceerde berichten een steek laten vallen. Althans, getuige de reacties die ik ontving naar aanleiding van het blogbericht op 25 januari jl. Ik ontvang wel vaker nare verwensingen, waaronder doodswensen gericht aan mijn vader, maar daar filter ik vrij eenvoudig doorheen. Echter ben ik wel enorm geschrokken van een laatste waarschuwing die mijn vader heeft ontvangen van de NPO Ledenraad. Zij beschouwden mijn tekst – let wel, niet de zijne – als volstrekt ongepast, waarmee ik grote reputatieschade zou hebben toegebracht en de Gedragscode zou hebben overtreden. Het moge duidelijk zijn dat dit nooit mijn intentie is geweest, alsmede dat ik mijn vader nooit in diskrediet zou willen brengen. Ik bied dan ook mijn excuses aan voor het onjuist wijzigen van het oorspronkelijke concept dat mijn vader die dag heeft geschreven. Het was mijn aanpassing waardoor één zinsnede dubbelzinnig kon, en helaas door enkele dus ook werd geïnterpreteerd. Ondanks mijn gepubliceerde rectificatie op 27 januari jl. is mij dan ook bevolen het betreffende blogbericht per direct te verwijderen. Uiteraard heb ik dat meteen gedaan. Nogmaals, het is absoluut nooit mijn bedoeling geweest om ook maar iets of iemand in een kwaad daglicht te zetten. Zo sta ik niet in het leven. Ik ben gewoon ontzettend dom geweest in mijn woordkeuze. Ik had het nooit zo moeten formuleren, waardoor anderen het anders konden interpreteren. Mijn excuses dus ook aan iedereen die hier geen melding van heeft gemaakt, maar het wel als aanstootgevend heeft ervaren.

Zoals gezegd is de duivensport mijn vaders hobby, maar ook zijn levenswerk en levensader. Aangezien er disciplinaire maatregelen volgen bij mijn of zijn eerstvolgende overtreding, acht ik het risico om op de huidige voet verder te gaan, te groot. Dit houdt in dat ik per heden een streng veiligheidsfilter toepas op alle teksten die ik nog publiceer. Alle liefhebbers met vragen over het voer, duiven, systeem of wat dan ook, mogen ons uiteraard gewoon mailen of bellen. Dat mijn vader en ik graag mensen vooruithelpen, blijft onveranderd. Echter moeten ook wij mee met de tijd, wat betekent dat je je mening en visie niet zomaar ongestraft mag delen. Ik hoop op ieders begrip hiervoor.

Dan rest mij alleen nog te zeggen dat ik iedereen een mooi, succesvol duivenseizoen 2023 wens.

Jeffrey Theunis

Ik ken meerdere kleine liefhebbers die enorm presteren met amper 12 oude en 20 jonge duiven. Sommige daarvan presteren al 40 jaar op hoog niveau. Ik ben wel eens jaloers op ze, want ze beleven evenveel plezier, maar hebben er een stuk minder werk aan.

Meestal spelen ze alleen het vitesse, midfond en jonge duivenspel. Dat anderen vaak niet slagen met jongen van zulke liefhebbers, komt doordat zij niet dezelfde 200% uit hun duiven halen wat motivatie en verzorging betreft. Wil je er wel hetzelfde aan doen, dan zal je er ook mee slagen, zo simpel is dat.

Die kleinere liefhebber stoort zich niet aan de massa inkorver, maar gaat daar juist de strijd mee aan. Natuurlijk valt men niet op, vandaar dat het Grootmeesterschap misschien wel iets moois is om ook die categorie liefhebbers aandacht te geven.

Zo heeft de Fondspiegel verschillende categorieën voor het aantal ingekorfde duiven per liefhebber. Misschien was dit ook iets voor het vitesse, midfond en jonge duivenspel. De grotere liefhebbers tegen de grote en de kleinere liefhebbers tegen de kleine.

Alle duiven zijn gekoppeld. Er liggen grote en kleine jongen, de verzorgers kunnen dus aan de bak. Ze krijgen daarvoor genoeg voer, mineralenmix en eiwitten toegediend.

De jongen moeten uitgroeien tot gezonde, stevige exemplaren. Tevens mogen de oude duiven niet teveel terugval krijgen van de grote, azende jongen. Met deze temperaturen onder het vriespunt eten ze meer, daar moet je op inspelen.

De jonge duivenhokken zijn in gereedheid gebracht, ze gaan daar dit weekend in. Op de vloer ligt een 7 cm dikke laag beukensnippers van het grofste soort. We kunnen niet meer aan gedroogde lava komen, vandaar deze optie. Bij de jonge duiven schrab ik eenmaal per week de zitplaatsen.

Bij de oude vliegduiven vallen dit weekend op hok #1 de jongen uit, op hok #2 tien dagen later. Hier dus ook veel werk met het zuiver houden en voeren van de duiven. Maar goed, dat hoort erbij. Ik ben blij dat eind februari de meeste jongen gereed zijn.

Het is nu eerder herfst dan winter. Er is weinig aan om de duiven met zulk weer te verzorgen. De jongen springen uit hun bakken en staan eind deze week op eigen benen. Kunnen die al buiten, denk je? Hier mogen ze eerst in een grote ren van gaas waar ze de omgeving goed kunnen bekijken.

Het maakt niet uit wanneer ze het dak op mogen. Ik laat ze zelf los zodra ze goed kunnen vliegen. Bij Jan in Friesland blijven ze 6-8 weken achter gaas voordat ze los mogen, vanwege de roofvogels die daar vanuit de bosrand zitten te wachten tot het feestmaal wordt geopend. Jan moet daarom ook meer jongen kweken dan mij.

Zelf heb ik aan 120 jongen genoeg. Ik kweek er soms wat meer, maar ik selecteer al vanaf het spenen. Ik weet nog niet met hoeveel duiven ik ga spelen. Er zitten nog 64 vliegduiven die het goed doen. Geen problemen met vechtpartijen en een vlotte koppeling, maar toch is de kans groot dat ik er veertien verwijder voordat we gaan vliegen.

Bij de jonge duiven wil ik er na twee vluchten niet meer dan 80 hebben. Wanneer ik ze na de vierde vlucht scheid, mogen dat er niet meer dan 60 zijn. Ik wil niet langer slaaf zijn van mijn duiven en meer gaan genieten van de alledaagse dingen.

Mocht ik ooit verhuizen en kleiner gaan wonen, dan ga ik terug naar vroeger, oftewel 18 vliegkoppels en 18 kweekkoppels. Na het kweekseizoen de kwekers aan de vliegers koppelen, zodat alle duiven een dubbele functie hebben. Zo’n 70 duiven in de winter zijn er dan meer dan genoeg.

De nieuwe woning van onze zoon wordt dit voorjaar opgeleverd, daar zal ik dus ook vaak te vinden zijn om een helpende hand te bieden. Vandaar de keuze voor voedsterkoppels dit jaar. Na april zit hier niet één kweekkoppel meer samen en worden alle voedsters verwijderd.

Ik kan nu eenmaal niet alles tegelijk en wanneer het vliegseizoen start, wil ik geen gedoe meer met kweken. Mijn doelen zijn hetzelfde, namelijk genieten van elke vlucht en inmanden om te winnen. Mijn plezier haal ik uit het vliegseizoen. De rui, kweek en prijsuitreikingen sla ik het liefst over.

In mijn duivenloopbaan heb ik heel wat getest, zowel producten als systemen. Het systeem wat het beste bij mij past is het totale weduwschap. Ik zal hieronder een en ander verduidelijken voor de beginnende liefhebber onder ons.

Hier worden de duiven nooit getoond voor de vlucht, ook geen broedschotel. Zowel de duivinnen als doffers doen het hier goed, maar het ene jaar kweek je nu eenmaal betere doffers dan duivinnen en andersom.

Zo won ik afgelopen seizoen op de dagfond 3x top 10 NPO met een doffer en 1x met een duivin. De doffers waren alle drie jaarling en presteerden als jong ‘normaal’, dus geen toppers.

Ik werd 1e hok dagfond in de Eendaagse Fondspiegel en 1e Gouden afdelingskampioen in de FZN. Op veel plekken doen de duivinnen het beter, of niet, omdat ze aanparen met elkaar.

Hoe ik dat doe? Ik koppel die vaak begin januari. Ze brengen een koppel jongen groot en broeden aansluitend 8 à 10 dagen op hun tweede nest. Waarom? Ik wil ze bakvast en goed aan elkaar gepaard hebben. De eerste wedvlucht laat dan namelijk niet lang meer op zich wachten.

De duiven worden zoals gezegd nooit getoond. Vanaf de eerste vlucht blijven ze bij thuiskomst tot zondagochtend bijeen. Op zondag komt hier niet één duif los. Rond 09.00u trek ik ze uiteen. Ze worden wel op zaterdagavond samen opgesloten, waarbij het hok wordt verduisterd.

Wanneer de duiven thuiskomen van de vlucht zijn alle bakken dicht en kunnen ze op de vloer eten en achter elkaar aan zitten. Is zo’n 85% thuis, dan gaan de bakken open en worden de partners die thuis zijn, opgesloten. Hier dus geen treurende duiven omdat hun partner er niet is, ze mogen toch niet in hun bak.

Het bijlichten dan. Hier gebeurt dat bij alle duiven 12 uur per dag vanaf 2 weken voor de koppeling. Het bijlichten stopt wanneer het in de natuur minstens 12 uur licht is. Daarna begint de verduistering (ongeveer begin maart) van 18.00u tot 08.00u, bij zowel jong als oud.

De oude duiven worden tot half mei verduisterd en de jonge duiven tot de derde week van juni. Voor 08.00u en na 18.00u kom ik dus niet bij de vliegduiven. Ik gebruik die tijd om de kweekduiven te verzorgen. Zo gaat het hier elk jaar, een simpel maar doeltreffend systeem.

De schuifdeuren naar buiten staan de gehele dag open, evenals de plafonds. De oude doffers en duivinnen zitten dan achter een gazen deur, in de zomer en in de winter. De jonge duiven en ik lopen daar heel de dag langs, de oude duiven weten niet beter en kijken daar niet eens naar om.

Ik betreed overdag gewoon de hokken van de oude duiven met goede bekenden als dat nodig is. Ook in het vliegseizoen boeit me dat niet. Ik begrijp de liefhebbers niet die spelende kinderen wegsturen of met heel de buurt ruziën om een opgehangen waslijn. Het is maar net wat je duiven gewend zijn.

De duiven gaan dus begin maart op totaal weduwschap en dat duurt tot half september. Vaak broeden ze dan nog 10 dagen en vervolgens gaan ze uiteen.

Afgelopen jaar werd er geen nalijn gespeeld door een kapotte tijdklok die ervoor zorgde dat de duiven 3 weken lang 24 uur licht hadden in het seizoen. Dit jaar doe ik wel weer mee, want ik speel nu eenmaal graag met duiven.