Komend weekend kan men weer terecht bij de voorjaarsbeurs. Ik sta er elk jaar weer van te kijken hoeveel daar wordt ingeslagen aan spullen en duiven.

Ik was afgelopen weekend nog even bij de Gouden Duif uitreiking, ook daar was het zoals altijd enorm druk. Rond 21.00u zat ik weer thuis voor de televisie.

Nog enkele prijsuitreikingen en dan start het nieuwe seizoen weer. De duiven beginnen goed te trainen, maar hebben nog voldoende tijd. Pas wel op dat ze niet te vet staan in verband met blessureleed dat ze tijdens de eerste trainingen kunnen oplopen.

Daarentegen, duiven die te mager aan het seizoen beginnen, kan je eenmaal aan de gang vaak moeilijk terug op gewicht krijgen.

Hier zijn de trainingen nog niet verplicht, ze krijgen eenmaal daags in de namiddag de kans om te vliegen. De klep staat gewoon open wanneer ik ze loslaat, dus wanneer ze weer naar binnen willen, kan dat. Terug naar buiten gaat dan niet meer.

De tweede ploeg jongen gaat vanaf nu om 08.00u twee uurtjes naar buiten. Hierna gaat de eerste ploeg twee uurtjes los. Voor alle duidelijkheid, die krijgen geen voer in de ochtend, dat krijgen ze pas wanneer ik ze binnenhaal. In de avond krijgen ze voldoende voer, zodat er altijd nog wat korrels in zitten voor de andere dag.

Luisteren op mijn fluitje wordt hier vanaf dag één aangeleerd. Als ik fluit, dan moeten ze naar binnen. Jong en oud.

De hokken lopen langzaamaan vol, zo’n 60 jonge duiven vliegen inmiddels goed rond en luisteren prima wanneer ik ze roep. Ze ruien hard in de kleine pluimpjes, dat zie ik graag. Zo nu en dan gaat er dus wat Sedochol in de drinkpot, dat kan beslist geen kwaad.

Van de tweede ploeg zijn er nu 30 gespeend, de andere 30 zijn tien dagen jonger en gaan er eind van de week af. Deze houd ik nog enkele weken in het hok, zodat ze alles goed kunnen verkennen vanuit de ruime ren van 5 meter breed met inloopmogelijkheid. Verder moeten ze leren luisteren op het fluitsignaal tijdens het voeren.

Er komt nog een ploeg bij die ik begin te ringen, zij zullen de derde week maart eraf zitten. Op dat moment is het klaar en komt er niets meer bij.

Alle duiven worden in de eerste tien dagen na het spenen gevaccineerd met Rota/PMV, maar niet wanneer het in de nacht rond het vriespunt is. Wanneer alles gespeend is, zal De Weerd alles enten tegen PMV en waarschijnlijk ook gelijk tegen pokken met het kwastje.

Het ziet eruit als een mooie ploeg jongen, bijna allemaal kras en blauw van kleur met een enkele witpen ertussen.

Veel bezoekers zijn nog steeds verbaasd dat bij zowel oud als jong altijd alles open staat, plafonds én de voorkant van het hok. Dat is ook in het speelseizoen zo. De jonge duiven grazen gewoon hele dagen voor het hok van de oude doffers en duivinnen. Zij weten niet anders en kijken daar niet van op.

Hier koos ik voor toen ik deze hokken in 2008 bouwde. Ik wil duiven die tegen een stootje kunnen en wil zelf geen last hebben van duivenstof. Hier waait het altijd in de hokken, maar waar de duiven zitten, komt geen wind.

Het oude duivenhok en het kweekhok werden afgelopen najaar afgebroken en nog meer naar eigen gemak terug opgebouwd. Alle inmiddels gerotte delen werden meteen vernieuwd.

De nok lag eerst in het midden, maar die heb ik verplaatst. Tevens heb ik de kapconstructie een halve meter laten zakken en alles ongedierte- en marterproef gemaakt. Het kweekhok werd 3,60 meter ingekort, want teveel ruimte is ook niet alles.

Ben ik niet bang dat mijn duiven slechter gaan komen op het vernieuwde hok? Nee, want ik zie snel aan de duiven of het goed is of niet en het is in mijn ogen goed. Daarbij heb ik sinds 1978 al twaalf hokken versleten. Op al die hokken werd goed gespeeld, zelfs in een oud schuurtje bij mijn schoonpa werden 1e prijzen behaald. Dus, of het hem daar nu allemaal in zit…

De duiven moeten zich thuis voelen op het hok, en niet zozeer de melker. Als duivenliefhebber moet je niet teveel bij de duiven zijn, toch zeker niet zonder goede ademhalingsbescherming.

Weldra is het weer april en barst het vliegseizoen los. Mits er geen vogelgriep uitbreekt, natuurlijk.

Op veel plaatsen wordt het weer David tegen Goliat, oftewel de grote tegen de kleine liefhebber. Toch zijn er veel kleine hokken die procentueel gezien de grote jongens het schaamrood op de kaken bezorgen. Helaas worden die niet altijd voor het voetlicht gebracht, ze vallen immers niet op.

Het helpt ook niet dat veel schrijvers liever over de grote jongens schrijven, vaak door belangen gedreven. Uiteraard probeert men dat niet in hun schrijverij te laten merken, maar lees je tussen de regels door, dan kom je daar vrij snel achter.

Tenslotte moet je vaak bevriend zijn met de schrijver om in een duivenkrant te geraken. De meeste bepalen namelijk zelf waar ze een reportage gaan maken.

Zelf behoor ik zeker niet tot de kleinste spelers van Nederland, al zou ik me moeiteloos aan een inkorfbeperking van 40 oude of 80 jonge duiven kunnen houden.

Ik ben zoals eerder geschreven groot voorstander van een A- en een B-lijst, om ook de kleinere speler betrokken te houden. Ik vind niet dat je kunt stellen dat enkel de kleintjes de grote nodig hebben. Het is eerder andersom, denk ik. Veruit het grootste deel van de sport bestaat uit kleine liefhebbers. Wanneer zij stoppen, is het ook voor de grotere hokken snel gedaan.

Kortom, iedereen heeft elkaar nodig, het is niet anders. Vandaar dat er een oplossing zou moeten komen om de kleinere en mindere hokken tegen elkaar te laten spelen. Daarnaast de grotere hokken met elkaar laten spelen. Een A- en een B-lijst, dus.

Natuurlijk maak ik me hiermee niet geliefd bij sommige grote spelers, maar leest men tussen de regels door, dan zal je zien dat ik gelijk heb. Het gaat immers om het gezamenlijke belang binnen onze sport, niet om eigen belang. Met dat laatste gaan we het niet redden.

Ik was onlangs bij een dierenkliniek voor postduiven. Ca. 20 jaar terug zat de wachtkamer tjokvol en waren er zelfs inloopavonden voor de werkende man. Nu kan je het aantal duivenmelkers in de wachtkamer op één hand tellen. Je houdt zelfs vingers over. Wat is onze sport snel achteruitgegaan.

Ik zal nooit iemands producten of voer afkraken, ook daarvoor geldt: gezamenlijk belang. Een liefhebber bepaalt tenslotte zelf wat hij voert, of en welke bijproducten hij toedient en of en welk medisch systeem hij hanteert. Wie ben ik om daar een mening over te hebben?

Ik schrijf hier hoe ik de duivensport beleef en wat ik in al die jaren heb geleerd (en afgeleerd). Daarbij dring ik niemand iets op. Ruimte voor verbetering is er nog steeds en fouten maken doe ik net als ieder ander nog elke dag.

De oude duiven gaan er momenteel om de dag uit en mogen naar binnen wanneer ze willen. Ze gaan volgend weekend op totaal weduwschap tot half september. In die periode vliegt alles één uur per dag, waarbij de duivinnen verplicht zijn een uur te trainen. De doffers mogen met gesloten klep af en aan vliegen. Hier trainen de doffers in de ochtend en de duivinnen in de avond.

Het totaal weduwschap houden ze hier met gemak tot half september vol. Dit kan alleen wanneer je ze niet onnodig elke week ophitst. Vandaar dat ik de duiven nooit toon voor de vluchten en ze slechts één keer wegbreng tot 30 km voor hun eerste prijsvlucht. Ze mogen vanaf de eerste vlucht tot zondagochtend samenblijven. Na het scheiden krijgen ze een bad.

Wanneer de duiven arriveren van een wedvlucht loopt alles op de grond, waar ze kunnen eten van de NPO-mix met daaroverheen Origanum Red en Prestavit. Er staat ook een schoteltje klaar met mineralen uit onze emmer en een soeplepel Mariën poeder. Dit maak ik vochtig met Roosvicee.

In het water zit bij thuiskomst van de eerste vluchten gewoon Naturaline voor twee dagen. Is het erg warm, dan wordt dat Belgasol/B.S. Na ca. vier vluchten komt er standaard 1,5 dag B.S. bij. Op maandag zit er in het vliegseizoen altijd Sedochol in het drinkwater.

Ze kunnen niet in hun woonbak, die blijft dicht tot het gros van de duiven thuis is. Hier dus geen ongemotiveerde duiven wanneer ze thuiskomen en hun partner er nog niet is. Ze kunnen hun bak niet in en jagen vaak op de grond achter de duiven die er al wel zijn. Een verkapt chaossysteem, maar dan wel op mijn gewenste manier.

Ik wil vanaf de eerste vlucht kunnen genieten en heb geen voorkeur voor bepaalde afstanden. Ook niet voor kampioenschappen, hoe raar dat misschien ook klinkt.

De jonge duiven van de eerste ronde luisteren al goed naar het fluitsignaal. Ze weten dat ze dan binnen moeten komen. Op de onderstaande video is duidelijk te zien dat ze hun drinkgoot goed kunnen vinden. Allemaal een kwestie van trainen en aanleren.

Motiveren voor de vlucht of een boost met medicijnen werkt vaak kortstondig. Dit houd je geen heel seizoen vol, vandaar dat dit niets voor mij is. Uiteraard heb ik in het verleden alles eens geprobeerd. Ik heb geconcludeerd dat de wijze waarop ik nu e.e.a. doe, voor mij het beste werkt.

Het is momenteel carnaval in het zuiden. Niet dat ik daar iets mee heb, maar ik ben wel even naar de optocht in Prinsenbeek geweest. Zoals gewoonlijk was het erg koud.

De jongen van vlieghok #1 heb ik er vandaag af gezet. Die duiven broeden nu nog zo´n 10 dagen na en gaan dan op weduwschap. De vroege jongen vliegen al goed rond, helaas zijn er ook al een paar opgepeuzeld.

De tijd van de beurzen en het inleveren van ent- en hoklijsten breekt weer aan. Dit betekent dat het vliegseizoen niet lang meer op zich laat wachten. Over twee weken laat ik de vliegduiven controleren om te zien of alles in orde is.

Bij de kwekers zijn de laatste voor mezelf aan het uitvallen. De leg erop gaat naar Jan en dan gaat het gros uiteen. Ik wil de kweekduiven minimaal 5 maanden los en gescheiden hebben zitten, zodat ze op hun gemak uit kunnen ruien.