Avatar is momenteel één van mijn beste kweekdoffers wat NPO-vluchten betreft. Tot nu toe wonnen zes rechtstreekse kinderen top 10 NPO. Zijn broer Grey Millennium en zus Olympic Millennium gaven ook meerdere top 10 NPO-winnaars.

Dit jaar zijn Mathieu en Turbo Millennium naar de kweek gegaan. Dit zijn twee stervliegers uit het Millennium koppel met meerdere 1e prijzen en beide ook top 10 NPO.

Er zitten ook nog zeven zonen op de kweekhokken bij mij en Jan die niet hebben gevlogen. Daarnaast nog enkele op de vlieghokken.

Vier zoons van het Millennium koppel brachten reeds een NPO-winnaar voort. De oudste doffers zijn van 2017 en de jongste van 2022, hier kan ik gelukkig nog jaren mee door.

Gekruist met de kinderen van Super Rossi geven ze geweldenaars die op alle afstanden uit de voeten kunnen. Het Golden Pair is daar een mooi voorbeeld van.

De duivin van het Millennium koppel is helaas overleden, maar haar nageslacht is wel nog aanwezig. Die kweken ook in meerdere generaties voort.

Net als van Super Rossi gaat er van het Millennium koppel niets meer weg. Ik krijg vaak berichten uit andere landen dat de nazaten van Super Rossi zo gemakkelijk de 1e prijs winnen.

Ik weet als geen ander dat er maar weinig goede duiven zijn. Je bent ze sneller kwijt dan rijk. Hier is en blijft het een hobby van het hele gezin, vandaar dat duiven die super vliegen en kweken niet weggaan. Dit is de enige sleutel tot succes.

Ik ken meerdere mensen die voor het geld kozen, hun topkolonie verkochten en 10 jaar later nog steeds geen fatsoenlijke prijs kunnen winnen.

Elk jaar probeer ik een superduif te kweken. Het liefst meerdere, natuurlijk. Voor mij zijn dit duiven die meerdere keren per duizendtal kunnen winnen, al word dat steeds moeilijker met de alsmaar kleiner wordende concoursen.

Dragon Girl is zo´n topper die meerdere keren per duizendtal scoorde. Ze werd 2e Gouden Crack FZN achter een hokgenoot en behaalde haar prijzen op alle afstanden. Ze heeft 3 jaar gevlogen en won in die periode:

  • 1e Montluçon 1.606 p.
  • 9e NPO Montluçon 5.056 p.
  • 1e Pontoise 2.253 p.
  • 5e NPO Pontoise 19.730 p.
  • 1e Orléans 1.652 p.
  • 1e La Souterraine 1.380 p.
  • 4e NPO La Souterraine 4.055 p.
  • 4e NPO Pontoise 19.677 p.
  • 9e national La Souterraine 11.959 p. (635 km)
  • 11e NPO Orléans 5.116 p.
  • 25e provincial/NPO Niergnies 20.420 p.
  • 46e NPO Sens 4.971 p.
  • 56e NPO Vierzon 2.945 p.
  • 2e Golden crack FZN

 

Op het kweekhok werd ze moeder van meerdere Asduiven, waaronder Atlantic Dragon (2e provinciaal Asduif) en Blue Atlantic (4e Gouden Crack FZN). Haar kinderen doen het ook op alle afstanden goed en zijn op het hoogste niveau bij de Asduiven. Een echte allrounder, dus.

Supervlieger Fast Rocket is de vader van Dragon Girl en won in zijn korte carrière:

  • 1e Morlincourt 1.852 p.
  • 1e Limoges 277 p.
  • 2e NPO Morlincourt 20.248 p.
  • 2e Limoges 1.023 p.
  • 2e Morlincourt 5.785 p.
  • 6e Châteauroux 1.132 p.
  • 8e Roye 1.284 p.
  • 11e NPO Châteauroux 3.760 p.
  • 11e NPO Limoges 3.390 p.
  • 15e Roye 3.553 p.
  • 26e national Châteauroux
  • 37e La Souterraine 1.078 p.

 

Zijn vader is Rossi Star (nestbroer van Super Rossi), hij won:

  • 12e NPO/national Châteauroux 5.939 p.
  • 32e national Châteauroux 49.357 p.
  • 31e NPO Pithiviers 11.790 p.
  • 37e provincial Saint-Quentin 8.115 p.
  • 40e Nijvel 9.507 p.
  • 1e Ace in Combine
  • 5e provincial Asduif

 

De moeder van Fast Rocket is de laatste dochter van Rocketeer (1e provinciaal Asduif).

Dragon Star is de moeder van Dragon Girl en zij won:

  • 9e NPO/national Châteauroux 3.817 p.
  • 10e Creil 1.516 p.
  • 21e Creil 4.225 p.
  • 26e Saint-Quentin 1.880 p.
  • 34e Saint-Quentin 1.896 p.
  • 48e Saint-Quentin 5.539 p.
  • 54e Morlincourt 1.805 p.
  • 56e Saint-Quentin 19.196 p.
  • 61e NPO/national Creil 14.578 p.
  • 2e Ace in Combine
  • 5e provincial Asduif

 

Dragon Star heeft als moeder Space Girl (halfzus van Super Rossi), zij won onder andere de 3e NPO Sézanne tegen 12.647 duiven.

Al bij al zaten er in elke generatie provinciale Asduiven. Het is dus niet gek dat uit Dragon Girl ook een 2e provinciaal Asduif kwam. Kweken uit goede duiven geeft de meeste garantie op succes! Op PIPA staan twee prachtige dochters van haar gekoppeld aan Warrior, die won als jonge duif bij Jan:

  • 2e national Asduif
  • 1e provincial Asduif
  • 7e NPO/national Morlincourt 5.643 p.

 

Warrior komt uit New Rocket en die won:

  • 9e NPO/national Bourges 4.464 p.
  • 36e Quiévrain 5.861 p.
  • 50e NPO/national Limoges 2.640 p.
  • 88e NPO/national La Souterraine 3.694 p.

 

De moeder van Warrior is Warriors Girl en zij won:

  • 1e Sens 4.321 p. Brabant 2000 R2
  • 9e NPO Roye 10.336 p.
  • 12e Bourges 1.089 p.
  • 19e NPO Sens 14.244 p.
  • 42e NPO Châteauroux 5.828 p.
  • 52e national Châteauroux 37.874 p.
  • 78e NPO La Souterraine 4.373 p.
  • 97e NPO Melun 18.466 p.
  • 33e Sens 4.900 p.
  • 69e NPO Bourges 8.103 p.
  • 94e NPO Sens 17.328 p.

 

Warriors Girl komt uit Warriors Boy en die won hier als jonge duif:

  • 4e NPO/national Orléans 7.795 p.
  • 10e NPO/national Orléans 5.180 p.
  • 55e Saint-Quentin 7.146 p.
  • 59e Sens 4.279 p.
  • 65e Saint-Quentin 5.852 p.
  • 70e Saint-Quentin 24.031 p.
  • 145e Creil 4.130 p.
  • 1e Ace in Combine
  • 2e Gouden Crack FZN

 

De Asduiven op het hogere niveau komen telkens terug. Warriors Boy is van 2012 en komt uit Super Girl, een dochter van de oude Witbuik. Zij werd in 2006 2e provinciaal Asduif achter Rocketeer en werd later oma van Cannonball Boy (1e nationaal Orléans tegen 60.000 duiven). Warriors Boy zit bij mijn buurman waar hij nog steeds bevrucht en goede duiven voortbrengt.

Op de veel gestelde vraag welke de beste is van de 12 duiven op PIPA moet ik dus het antwoord schuldig blijven. Ze komen allen uit een lange lijn van duiven die uitstekend hebben gevlogen. Het zijn allemaal nazaten van de oude Witbuik– en Rocket-lijn die hier al 25 jaar op alle afstanden de dienst uitmaken.

Onlangs mailde een liefhebber dat hij slechte mest had bij de jongen van ruim een week oud. Hoe kan dit, vroeg hij, want hij gebruikt al jaren naar tevredenheid onze voermengeling. Of hij onze bijproducten ook gebruikt, weet ik niet.

Mijn duiven krijgen elke ochtend een soeplepel Origanum Red op 1 kilogram voer. In het kweekseizoen voeg ik daaraan nog 300 gram Champions Mineralenmix toe en tweemaal per week een maatschep Prestavit.

Mijn duiven hebben nooit slechte mest. De kweekduiven – die min of meer in de buitenlucht leven met soms een hele hoge luchtvochtigheid – ook niet.

Slechte mest kan diverse oorzaken hebben, zoals teveel erwten in het voer. Dit kan in zijn geval de oorzaak niet zijn, want hij gebruikt onze mengeling.

Slechte mest kan ook komen doordat je te zoute mineralen los in een potje verstrekt. Duiven nemen daar erg veel van met jongen van een week oud. Het zout zorgt ervoor dat de ouders teveel drinken en veel vocht aan de jongen voeren.

De ouders kunnen ook last hebben van tricho of kropschimmel. Over dat laatste moet je niet te licht denken, want dat komt erg vaak voor.

Doordat de duiven hier jaarrond elke dag Origanum Red krijgen, is hum maagdarmgestel prima in orde. De Naturaline die ze om de dag in het water krijgen, heeft ook een positieve invloed op het inwendige systeem van de duiven.

De jonge duiven krijgen hier hetzelfde als de oude, al gaat er bij de gespeende jongen die momenteel stevig aan het ruien zijn in de kleine pluimpjes ook tweemaal per week Sedochol door het water, zolang de rui duurt.

Zo doe ik het al jaren en van dit systeem wijk ik nooit af. Mocht er iets mis zijn, dan moet ik de oorzaak elders zoeken.

Hier en daar hoor ik ook weer verhalen over paratyfus op de hokken, dit kan natuurlijk ook een oorzaak zijn van slechte mest. Kortom, er zijn genoeg oorzaken te bedenken. Een keeluitstrijkje of mestcontrole zal duidelijkheid (en een oplossing) bieden.

In een duivenhok blijft het opletten geblazen, vooral als je overal duiven bijhaalt. Kweken moet normaal niet moeilijk zijn wanneer de duiven gezond en goed voorbereid zijn. In principe moeten jongen dan gewoon normaal opgroeien, zonder te piepen of wat dan ook. De mest moet altijd perfect zijn. Is dat niet zo, dan is er vaak een achterliggende oorzaak.

Je kan altijd een koppel hebben waarvan de jongen mindere mest produceren. De ouders drinken dan vaak overmatig en voeren de jongen enkel klein voer. Hier kan je niet veel mee, als kweekkoppel niet en ook niet als voedsterkoppel.

De jonge duiven draaien hun eerste rondjes om het hok. De laatste jaren heb ik ze vaak en vroeg opgeleerd. Vanaf de eerste opleervlucht werden ze één voor één gelost. In 2020 en 2021 presteerden de jongen top, in 2022 iets minder. Het ene jaar kweek je nu eenmaal meer goede duiven dan het andere.

Ik vlieg met de oude duiven totaal weduwschap, waarbij de doffers het ene jaar beter komen dan de duivinnen en andersom. Ook hier geldt: het ene jaar kweek je meer goede doffers, het andere jaar voeren de duivinnen de boventoon.

In de jaren ’90 was ik met een jong gezin en een druk bedrijf genoodzaakt om de jonge duiven hele dagen los te laten van 08.30 tot 16.30 uur. Ze vlogen af en aan en vraten het mos van de daken bij de varkensstallen van mijn schoonvader. Ze waren alert op alles wat bewoog, er hoefde maar een mus over te komen en ze gingen alweer.

Toch waren die duiven op adeno na nooit ziek en ook toen hield ik niet van medicatie. Ik leerde ze 4 weken voor de eerste prijsvlucht in vier stappen op: 15, 20, 25 en 35 km. Daarna vlogen ze meteen 145 km. Vaak zat ik niet ver van de 1e prijs af op die eerste vlucht.

Ook toen werd er jaarlijks teletekst gespeeld tegen een veel grotere concurrentie en groter aantal duiven dan nu. Vaak waren dat vluchten van 500+ km in de toenmalige ZNB, waaraan ook liefhebbers van Zeeland en Oost-Brabant meededen. Tussen de vluchten door reed ik alleen in september.

Ik ben iemand die van uitdagingen houdt en probeer alles zelf uit. Het één voor één lossen kostte veel tijd, maar ik denk dat de duiven zich minder laten afdrijven door de wind en vaak uit één richting aankomen. Slimmer kan je een duif niet maken, maar het zelfvertrouwen om alleen te vliegen leer je ze wel aan.

Toch ga ik dit jaar terug naar de methode van de jaren ‘90, oftewel hele dagen los en in de laatste maand pas starten met opleren. Dit zal nu mand voor mand gebeuren om risico’s te vermijden. Ik zie in september of dit een betere of slechtere ervaring was.

Verder dan 35 km rijd ik nooit, niet met oud en niet met jong. De oude duiven trainen eenmalig op 35 km en gaan dan mee met de eerste prijsvlucht. Zij moeten zich tijdens de vluchten in conditie vliegen, niet ervoor. Let wel, die zitten dan al diverse weken op weduwschap en trainen goed aan huis.

Bij het lossen weet een duif niet hoever ‘ie moet vliegen. Daarbij doen sommige er uren over om van 5 km huiswaarts te keren. Mijn buurman of ik rijden altijd naar dezelfde losplaats en in dezelfde richting. Een kwestie van gemak, omdat het gemakkelijker te berijden is.

De dagen zijn duidelijk aan het lengen. Bij de vliegduiven staan de lichten inmiddels uit. Op het eerste vlieghok zijn de jongen bijna 14 dagen oud. Er staat een extra broedschotel, dus ze kunnen na dit weekend opnieuw met eitjes komen en nog 8 dagen nabroeden.

Ik vind het fascinerend om te zien dat wanneer ik de broedhokken schrab, sommige duivinnen niet van hun jongen willen. Ik zie dit graag, want deze moedertypes zijn vaak bij de betere duiven in het vliegseizoen.

Bij de kweekduiven staan de lichten alleen nog in de ochtend aan. De vlieg- en jonge duiven worden eind deze maand verduisterd. Ze zitten hier 14 uur donker. Het tijdstip waarop de schuiven dichtgaan maakt weinig uit, zolang je maar consequent bent iedere dag.

Hier zijn de schuiven altijd eerder dicht en werk ik met een tijdklok. Het licht springt ‘s ochtends op de juiste tijd aan voor een uur. In de middag ook, zo hoef ik niet op een kwartier eerder of later te kijken om de schuiven open of dicht te doen.

Een pikdonker hok is niet nodig, zolang de duiven maar het avondgevoel krijgen. Wanneer ik een half uur voor de verduistering het hok betreed, ligt alles al te rusten. Ze hebben dat snel door. De duiven kunnen zo makkelijk nog de drinkpot vinden.

Vooral op zonnige dagen komt er overal wel een straaltje licht door. Bij de oude duiven liggen boomse pannen op het dak en daar komt altijd licht doorheen. Toch sluit ik daar net als bij de jonge duiven de plafondschuiven nooit.

Concept

Het concept van Brabant 2000 is klaar en daar werd ik niet meteen enthousiast van. Het gezamenlijk lossen van oude en jonge duiven heeft in het verleden vaak tot problemen geleid. Als het aan mij lag, werden die een kwartier eerder of later gelost. Bij het lossen trekken de oude duiven de klad jongen uiteen met vaak verliezen als gevolg, vooral op de eerste vluchten.

Het door elkaar inkorven van jonge en oude duiven is ook geen pretje. Daarbij worden de oude duivinnen – vaak vol in de rui – bij de verduisterde jongen in de mand gezet. Men kan wel raden dat ik daar geen voorstander van ben.

Natuurlijk zijn er verenigingen of samenspelen die van deze vluchten prijsvluchten maken, al tellen ze voor geen enkel kampioenschap mee. Hoeveel waarde hecht je dan aan de winnende duif? Ik zie er geen meerwaarde in. Laat dan de nalijn maar eerder beginnen voor de oude duiven en maak daar officiële concoursen van.

Het dagfondseizoen wordt erg zwaar doordat men met Zeeland samenwerkt en Zeeland graag afstanden heeft op de dagfond. Hierdoor krijg je vluchten van 700+ km voor de verste afstanden in Brabant, oftewel bijna 11 uur lang vliegen. Na enkele vluchten zijn er dan geen duiven meer in concours. Hier is ogenschijnlijk niet aan de kleinere liefhebber gedacht.

Wat de jonge duiven betreft is er weer ingekort en wordt er een 355 km vlucht ingeruild voor een 285 km vlucht. Raar maar waar, want ondanks dat het jonge duivenspel het meeste geld opbrengt, wordt er weinig geïnitieerd om dit spel aantrekkelijker te maken met mooie vluchten.

Ik voorspel dat op de derde dagfondvlucht (735 km voor de verste afstand) minder dan de helft van de duiven meedoen t.o.v. de eerste dagfondvlucht. We hebben nu eenmaal niet allemaal 100+ vliegduiven. Wat mij betreft is er dus nog wat ruimte voor verbetering, al neemt dit niet weg dat ik gewoon overal aan meedoe. Maar goed, ik ben natuurlijk niet het enige lid van Brabant 2000.