Mensen vragen regelmatig of ze op bezoek mogen komen om de hokken en duiven te bekijken. Ik weet dat andere daar graag tijd voor vrijmaken, maar mij lukt dat niet altijd. Mijn dagen zitten al snel vol. Ik moet naast het verzorgen van de duiven namelijk ook elke dag lopen of fietsen voor mijn rug. Daarbij wil ik ook kunnen genieten van andere dingen dan duiven, zoals het onderhoud van de tuin.

Ik ben een ochtendmens, dus wanneer het licht is, ben ik wakker. Uitslapen heb ik nog nooit gedaan. Vakantie is ook niet aan mij besteed. Ik weet niet eens wat dat is, vanaf mij 16e heb ik elke zomervakantie in de aardbeien gewerkt. Vandaag de dag heb ik er door mijn rugklachten geen behoefte meer aan.

Goede bekenden mogen gerust de hokken zien, maar duiven pak ik nooit. Zo stond er vorig jaar nog een Poolse delegatie aan de poort, onaangekondigd rond half 9 ‘s avonds. De poort gaat dan niet meer open. Op afspraak hadden ze best kunnen komen, maar onaangekondigd zeker niet.

Met één van die mensen heb ik nu vaker contact, dat verandert dingen, maar met onbekenden ga ik sowieso niet langs de hokken. En nogmaals, duiven pakken doe ik voor niemand. Ik zie er zelf al niets in, laat staan een ander. Ik neem nooit duiven in de hand op eigen hok, daar zie ik het nut niet van in.

Ik ken aan geen enkele duif financiële waarde toe, ook aan de beste niet. Ze zijn simpelweg niet te koop, dus waarom zou ik er waarde aan hechten? Waarde ontstaat pas op het moment van verkoop. En geloof me, net als bij een huis is de waarde voor de verkoper altijd hoger dan voor de koper.

Duivensport is en blijft hier een ontspannende hobby waar ik met het hele gezin van geniet. Zij helpen me ook waar nodig.

Wind en regen

Een bezoeker vond het raar dat de jonge duiven los waren toen het regende. Waarom, vroeg ik. Met het opleren kijk ik ook niet naar het weer. Met bewolkt weer verspeel je minder duiven dan met de zon hoog aan de hemel.

Naar de wind kijk ik ook niet, dat doen ze op de wedvluchten ook niet. Het is dan ook wel eens oost of zuidoostenwind. Daarbij ben ik de meeste duiven met een harde zuidwestenwind kwijtgeraakt. De vaak onervaren jonge duiven vliegen dan zo ver door dat terugkomen onmogelijk wordt, vooral wanneer ze rond de middag zijn gelost.

Een duif vliegt met een kopwind zelden tegen het alsmaar toenemende aantal draden. Met de wind erachter zijn er altijd gewonden. Dus moest ik iets over de wind zeggen, dan is dat nooit lossen met zuidwest 4 en meer in de namiddag.

Het is in mijn ogen geen probleem om de jonge duiven boven de 25 graden te spelen, mits vroeg los. Daar wringt echter de schoen. Tegenwoordig heb je inversie, 20 jaar geleden wist niemand wat dat was.

Gewoon op vrijdagavond inkorven, de vlucht inkorten zodat ze bij een lossing om 07.00u ruimschoots voor 10.00u thuis zijn, en er zullen geen problemen zijn.

Begin jaren ‘90 werkte ik nog in de bouw. Mijn schoonvader bracht de jonge duiven weg wanneer hij terugkwam van de veiling. Rond 14.15u werden de duiven gepakt en 35 km weggebracht. Al was het 30-35 graden warm, daar werd niet naar gekeken. ‘Vreemd genoeg’ verspeelde hij bijna geen jongen. Zou er toen geen inversie zijn geweest, vraag ik me wel eens af.

Alle jongen bij de vliegduiven zijn inmiddels afgespeend, dus alles zit los. Over enkele weken komen er nog enkele bij van de kweekduiven en dan is het klaar voor mezelf.

De eitjes van de geschonken bonnen zijn inmiddels opgehaald. Iedereen heeft een koppel extra gekregen voor het geval er iets misgaat.

Er zijn ook nog gratis wat jongen afgehaald door liefhebbers die door een moeilijke periode in hun leven gaan. Ook gaan er nog enkele naar een jeugdlid. Ze vonden de jongen overigens zijdezacht, wat ik volledig dank aan de Origanum Red.

Voor mijn inmiddels 87-jarige schoonvader kweek ik altijd zo’n 10 stuks, zodat hij wat om handen heeft. Voor Jan Timmermans kweek ik er zo’n 50. Daarna ben ik blij dat het kweekseizoen weer zo goed als achter de rug is en ik me op de wedvluchten kan richten.

De vliegduiven laat ik eens per 2 weken een halve dag samen. Ze trainen niet verplicht. Wanneer ze uitgevlogen zijn, kunnen ze naar binnen. Eigenlijk zit nu alles tot half september gescheiden. Het was een hoop werk, al die duiven op jongen. Ik ben blij dat het meeste erop zit.

Bij de jonge duiven heb ik de schuifdeur tussen de vroege en de laatst gespeende exemplaren geopend. Vanaf nu gaat alles de gehele dag los en loopt alles bijeen. De vroegere jongen zullen de laatste jongen snel op sleeptouw nemen.

Doordat we niet meer aan gedroogde lavakorrels kunnen komen, liggen er bij de jongen dit jaar extra grove beukensnippers op de vloer. Ik hoef dus alleen de bakken te schrabben. Of je dat nu elke dag doet of eenmaal per week, maakt trouwens weinig uit.

De eerste ronde jonge duiven stormt normaal gesproken naar buiten wanneer ik de klep open, maar sinds enkele dagen lijken ze angstig. Dit heeft altijd met roofdieren te maken, bijvoorbeeld na het zien van een wilde kat of een sperweraanval.

De tweede ronde in de naastgelegen afdeling wil wel graag naar buiten. Zij hebben dat wat de eerste ronde heeft meegemaakt dus vast niet gezien. De eerste ronde is ook stevig in de rui, dit kan ook meespelen.

De mest van beide ploegen is super. Ze krijgen elke dag Origanum Red, Champions Mineralenmix en tweemaal per week Prestavit over het voer. Dit krijgen trouwens alle duiven hier.

Oude vliegduiven

Ploeg #2 van het oude duivenhok gaat halverwege volgende week uiteen. De doffers pakken dan ‘s ochtends hun dagelijkse training weer op en de duivinnen ‘s avonds. Tussendoor zijn de jonge duiven de gehele dag buiten.

Zo bouwen de oude duiven dus hun vliegritme terug op. Ik forceer niets, want ik wil geen spierblessures. Die heb ik eigenlijk zelden. In het verleden wel eens een schouder uit de kom. Ze houden dan hun vleugel omhoog en dat komt niet meer goed. Waarschijnlijk ergens tegenaan gevlogen.

Kweken kunnen ze dan nog wel, maar vliegen niet meer. Zo denk ik ook over scheefvliegers en duiven met een kapotte luchtzak. Duiven die door een roofvogel zijn gepakt en het ternauwernood hebben overleefd, lijken ook te zijn afgeschreven voor de wedvluchten. Althans, dat is mijn ervaring.

Kweekduiven

De kweekduiven leggen deze maand bij en die ronde krijgt een ring om voor Jan. Daarna gaan ook zo goed als alle kweekduiven uiteen, op de tien beste koppels na. Enkele duiven worden al wat ouder en daar wil ik nog nieuwe koppelingen mee maken om het kweekhok aan te vullen.

In de warmere lente- en zomermaanden kweek je van die oude dametjes vaak de mooiste jongen. Voor de kweek zijn de jongen van die oude rakkers perfect, maar om mee te vliegen heb ik liever jongen uit jongere duiven.

Doffers gaan hier gemiddeld langer mee dan duivinnen. Doordat daar de eitjes vaak van worden omgelegd, is na 7 jaar de snee er wel af. Hoewel er nog lopen van 2015 die nog perfect leggen. Bij Jan nog verschillende van 2013 die ook nog goed leggen.

Persoonlijk vind ik dat je niet te lang op die oudjes moet steunen, dat is vaak een slecht teken. De nieuwe lichting moet de fakkel kunnen overnemen.

Mijn duiven raken elkaar allemaal wel ergens in de stamboom, maar inteelt (broer op zus, vader op dochter, moeder op zoon) om de soort vast te houden doe ik niet. Daar heb ik geen goede ervaringen mee. Het lijkt wel of die de slechte eigenschappen als eerste doorgeven.

De bovenstaande vraag krijg ik met grote regelmaat, vooral aan het begin van een nieuw seizoen. In tegenstelling tot de meeste interesseert het me niet of ze wel of niet goed trainen. Sterker nog, ik laat ze los en ga weer verder met andere dingen. Ik zie mijn duiven zelden trainen.

Dat vele trainen vind ik overdreven en verspilde energie voor de duiven. Net als ik geen duiven wil die je met medicatie overeind moet houden, wil ik ook geen duiven die alleen kunnen presteren wanneer ze tweemaal daags 1,5 uur moeten vliegen en waar je nog 3x per week mee moet rijden. Er is meer in het leven dan alleen duiven.

Daarbij laat ik ze al heel mijn leven eenmaal daags los. De doffers zonder vlag met gesloten klep en de duivinnen een uur verplicht met vlag. Op zondag vliegt hier niet één duif, datzelfde geldt voor de dag van inkorven.

Met een donderdag inkorving trainen ze dus maar 3x een uur, namelijk op maandag, dinsdag en woensdag. Meer hoeft dat ook niet te zijn. Ik heb het vaker geschreven, de duiven moeten wennen aan de liefhebber en niet andersom.

In het opleren van oude duiven verspil ik ook geen moeite. Eenmalig naar 35 km en vervolgens mee met de eerste prijsvlucht van 143 km. Ik vind dat ze zich op de wedstrijden in conditie moeten vliegen. Gelukkig zijn die er elke week tot halverwege september. Mits gezond, natuurlijk!

Erg ingewikkeld is het allemaal niet. Goede duiven en een consequente, goede verzorging. Het klinkt cliché, maar helaas kan ik het niet ingewikkelder maken.

In het verleden heb ik meerdere topduiven gehad waarvan het gros amper trainde aan huis. Daartegenover heb ik ook elk jaar enkele duiven die niet uit de lucht te krijgen zijn, maar het in het weekend laten afweten.

Mensen met mooie verhalen dat hun duiven urenlang aan een stuk trainen, laat ik dus maar praten. Ik heb liever dat ze in het weekend goed hun best doen dan doordeweeks. Het zijn ook vaak dezelfde personen die van een trainingsvlucht vroeg zitten, maar van een prijsvlucht laat.

Een nieuw jaar biedt nieuwe kansen. Met de oude duiven is het afwachten, vooral wat de jaarlingen betreft.

Dit jaar besloot ik om met 10 kweekboxen en 20 voedsterkoppels alleen uit mijn beste duiven te kweken, dus 95% eigen soort. De vliegduiven werden eveneens als voedster gebruikt.

Van de 10 kweekdoffers zijn er acht jongen gespeend en die zijn nu aan hun derde duivin bezig. Straks zitten er dus 12 jongen van drie verschillende duivinnen.

De kwaliteit van de jongen die gespeend zitten, oogt super. Ik ben dan ook benieuwd naar wat het jonge duivenseizoen brengt. Dit jaar toch wat meer jongen dan gepland, want de vliegploeg moet volgend jaar bijna helemaal worden vervangen door jaarse duiven.

De duiven van 2020 hadden normaal al op de kweek gezeten, maar moeten wegens het gebrek aan betrouwbare jaarlingen nog een jaar de kar trekken. Natuurlijk kunnen de jaarlingen me nog verrassen. In ongeveer de helft daarvan zit 50% vreemd bloed.

Ik heb deze op vertrouwen doorgehouden en wacht af welke prijs ik daarvoor moet betalen. De in mijn ogen minste duiven zijn onderling aan elkaar gekoppeld. Na zo’n vijf vluchten kunnen veel koppels dus al weg zijn.

De jonge duiven die afgelopen jaar voor de top 10 NPO plaatsen zorgden, zijn 95% eigen bloed. Zij zullen het dus vast wel weer oppakken.

Ik ben een realist en zeer kritisch op de eigen duiven. Bij de jonge duiven pakte ik vorig jaar altijd wel één of twee vroege, maar daarna moest ik wachten.

Met een goede kweek en een stam duiven die aan elkaar verwant is, moeten ze arriveren zoals voorheen, oftewel in een groep met een hoog prijspercentage 1:10. Reken maar dat ik daar dit jaar aan ga werken.