De eerste ronde jonge duiven stormt normaal gesproken naar buiten wanneer ik de klep open, maar sinds enkele dagen lijken ze angstig. Dit heeft altijd met roofdieren te maken, bijvoorbeeld na het zien van een wilde kat of een sperweraanval.

De tweede ronde in de naastgelegen afdeling wil wel graag naar buiten. Zij hebben dat wat de eerste ronde heeft meegemaakt dus vast niet gezien. De eerste ronde is ook stevig in de rui, dit kan ook meespelen.

De mest van beide ploegen is super. Ze krijgen elke dag Origanum Red, Champions Mineralenmix en tweemaal per week Prestavit over het voer. Dit krijgen trouwens alle duiven hier.

Oude vliegduiven

Ploeg #2 van het oude duivenhok gaat halverwege volgende week uiteen. De doffers pakken dan ‘s ochtends hun dagelijkse training weer op en de duivinnen ‘s avonds. Tussendoor zijn de jonge duiven de gehele dag buiten.

Zo bouwen de oude duiven dus hun vliegritme terug op. Ik forceer niets, want ik wil geen spierblessures. Die heb ik eigenlijk zelden. In het verleden wel eens een schouder uit de kom. Ze houden dan hun vleugel omhoog en dat komt niet meer goed. Waarschijnlijk ergens tegenaan gevlogen.

Kweken kunnen ze dan nog wel, maar vliegen niet meer. Zo denk ik ook over scheefvliegers en duiven met een kapotte luchtzak. Duiven die door een roofvogel zijn gepakt en het ternauwernood hebben overleefd, lijken ook te zijn afgeschreven voor de wedvluchten. Althans, dat is mijn ervaring.

Kweekduiven

De kweekduiven leggen deze maand bij en die ronde krijgt een ring om voor Jan. Daarna gaan ook zo goed als alle kweekduiven uiteen, op de tien beste koppels na. Enkele duiven worden al wat ouder en daar wil ik nog nieuwe koppelingen mee maken om het kweekhok aan te vullen.

In de warmere lente- en zomermaanden kweek je van die oude dametjes vaak de mooiste jongen. Voor de kweek zijn de jongen van die oude rakkers perfect, maar om mee te vliegen heb ik liever jongen uit jongere duiven.

Doffers gaan hier gemiddeld langer mee dan duivinnen. Doordat daar de eitjes vaak van worden omgelegd, is na 7 jaar de snee er wel af. Hoewel er nog lopen van 2015 die nog perfect leggen. Bij Jan nog verschillende van 2013 die ook nog goed leggen.

Persoonlijk vind ik dat je niet te lang op die oudjes moet steunen, dat is vaak een slecht teken. De nieuwe lichting moet de fakkel kunnen overnemen.

Mijn duiven raken elkaar allemaal wel ergens in de stamboom, maar inteelt (broer op zus, vader op dochter, moeder op zoon) om de soort vast te houden doe ik niet. Daar heb ik geen goede ervaringen mee. Het lijkt wel of die de slechte eigenschappen als eerste doorgeven.

De bovenstaande vraag krijg ik met grote regelmaat, vooral aan het begin van een nieuw seizoen. In tegenstelling tot de meeste interesseert het me niet of ze wel of niet goed trainen. Sterker nog, ik laat ze los en ga weer verder met andere dingen. Ik zie mijn duiven zelden trainen.

Dat vele trainen vind ik overdreven en verspilde energie voor de duiven. Net als ik geen duiven wil die je met medicatie overeind moet houden, wil ik ook geen duiven die alleen kunnen presteren wanneer ze tweemaal daags 1,5 uur moeten vliegen en waar je nog 3x per week mee moet rijden. Er is meer in het leven dan alleen duiven.

Daarbij laat ik ze al heel mijn leven eenmaal daags los. De doffers zonder vlag met gesloten klep en de duivinnen een uur verplicht met vlag. Op zondag vliegt hier niet één duif, datzelfde geldt voor de dag van inkorven.

Met een donderdag inkorving trainen ze dus maar 3x een uur, namelijk op maandag, dinsdag en woensdag. Meer hoeft dat ook niet te zijn. Ik heb het vaker geschreven, de duiven moeten wennen aan de liefhebber en niet andersom.

In het opleren van oude duiven verspil ik ook geen moeite. Eenmalig naar 35 km en vervolgens mee met de eerste prijsvlucht van 143 km. Ik vind dat ze zich op de wedstrijden in conditie moeten vliegen. Gelukkig zijn die er elke week tot halverwege september. Mits gezond, natuurlijk!

Erg ingewikkeld is het allemaal niet. Goede duiven en een consequente, goede verzorging. Het klinkt cliché, maar helaas kan ik het niet ingewikkelder maken.

In het verleden heb ik meerdere topduiven gehad waarvan het gros amper trainde aan huis. Daartegenover heb ik ook elk jaar enkele duiven die niet uit de lucht te krijgen zijn, maar het in het weekend laten afweten.

Mensen met mooie verhalen dat hun duiven urenlang aan een stuk trainen, laat ik dus maar praten. Ik heb liever dat ze in het weekend goed hun best doen dan doordeweeks. Het zijn ook vaak dezelfde personen die van een trainingsvlucht vroeg zitten, maar van een prijsvlucht laat.

Een nieuw jaar biedt nieuwe kansen. Met de oude duiven is het afwachten, vooral wat de jaarlingen betreft.

Dit jaar besloot ik om met 10 kweekboxen en 20 voedsterkoppels alleen uit mijn beste duiven te kweken, dus 95% eigen soort. De vliegduiven werden eveneens als voedster gebruikt.

Van de 10 kweekdoffers zijn er acht jongen gespeend en die zijn nu aan hun derde duivin bezig. Straks zitten er dus 12 jongen van drie verschillende duivinnen.

De kwaliteit van de jongen die gespeend zitten, oogt super. Ik ben dan ook benieuwd naar wat het jonge duivenseizoen brengt. Dit jaar toch wat meer jongen dan gepland, want de vliegploeg moet volgend jaar bijna helemaal worden vervangen door jaarse duiven.

De duiven van 2020 hadden normaal al op de kweek gezeten, maar moeten wegens het gebrek aan betrouwbare jaarlingen nog een jaar de kar trekken. Natuurlijk kunnen de jaarlingen me nog verrassen. In ongeveer de helft daarvan zit 50% vreemd bloed.

Ik heb deze op vertrouwen doorgehouden en wacht af welke prijs ik daarvoor moet betalen. De in mijn ogen minste duiven zijn onderling aan elkaar gekoppeld. Na zo’n vijf vluchten kunnen veel koppels dus al weg zijn.

De jonge duiven die afgelopen jaar voor de top 10 NPO plaatsen zorgden, zijn 95% eigen bloed. Zij zullen het dus vast wel weer oppakken.

Ik ben een realist en zeer kritisch op de eigen duiven. Bij de jonge duiven pakte ik vorig jaar altijd wel één of twee vroege, maar daarna moest ik wachten.

Met een goede kweek en een stam duiven die aan elkaar verwant is, moeten ze arriveren zoals voorheen, oftewel in een groep met een hoog prijspercentage 1:10. Reken maar dat ik daar dit jaar aan ga werken.

Komend weekend kan men weer terecht bij de voorjaarsbeurs. Ik sta er elk jaar weer van te kijken hoeveel daar wordt ingeslagen aan spullen en duiven.

Ik was afgelopen weekend nog even bij de Gouden Duif uitreiking, ook daar was het zoals altijd enorm druk. Rond 21.00u zat ik weer thuis voor de televisie.

Nog enkele prijsuitreikingen en dan start het nieuwe seizoen weer. De duiven beginnen goed te trainen, maar hebben nog voldoende tijd. Pas wel op dat ze niet te vet staan in verband met blessureleed dat ze tijdens de eerste trainingen kunnen oplopen.

Daarentegen, duiven die te mager aan het seizoen beginnen, kan je eenmaal aan de gang vaak moeilijk terug op gewicht krijgen.

Hier zijn de trainingen nog niet verplicht, ze krijgen eenmaal daags in de namiddag de kans om te vliegen. De klep staat gewoon open wanneer ik ze loslaat, dus wanneer ze weer naar binnen willen, kan dat. Terug naar buiten gaat dan niet meer.

De tweede ploeg jongen gaat vanaf nu om 08.00u twee uurtjes naar buiten. Hierna gaat de eerste ploeg twee uurtjes los. Voor alle duidelijkheid, die krijgen geen voer in de ochtend, dat krijgen ze pas wanneer ik ze binnenhaal. In de avond krijgen ze voldoende voer, zodat er altijd nog wat korrels in zitten voor de andere dag.

Luisteren op mijn fluitje wordt hier vanaf dag één aangeleerd. Als ik fluit, dan moeten ze naar binnen. Jong en oud.

De hokken lopen langzaamaan vol, zo’n 60 jonge duiven vliegen inmiddels goed rond en luisteren prima wanneer ik ze roep. Ze ruien hard in de kleine pluimpjes, dat zie ik graag. Zo nu en dan gaat er dus wat Sedochol in de drinkpot, dat kan beslist geen kwaad.

Van de tweede ploeg zijn er nu 30 gespeend, de andere 30 zijn tien dagen jonger en gaan er eind van de week af. Deze houd ik nog enkele weken in het hok, zodat ze alles goed kunnen verkennen vanuit de ruime ren van 5 meter breed met inloopmogelijkheid. Verder moeten ze leren luisteren op het fluitsignaal tijdens het voeren.

Er komt nog een ploeg bij die ik begin te ringen, zij zullen de derde week maart eraf zitten. Op dat moment is het klaar en komt er niets meer bij.

Alle duiven worden in de eerste tien dagen na het spenen gevaccineerd met Rota/PMV, maar niet wanneer het in de nacht rond het vriespunt is. Wanneer alles gespeend is, zal De Weerd alles enten tegen PMV en waarschijnlijk ook gelijk tegen pokken met het kwastje.

Het ziet eruit als een mooie ploeg jongen, bijna allemaal kras en blauw van kleur met een enkele witpen ertussen.

Veel bezoekers zijn nog steeds verbaasd dat bij zowel oud als jong altijd alles open staat, plafonds én de voorkant van het hok. Dat is ook in het speelseizoen zo. De jonge duiven grazen gewoon hele dagen voor het hok van de oude doffers en duivinnen. Zij weten niet anders en kijken daar niet van op.

Hier koos ik voor toen ik deze hokken in 2008 bouwde. Ik wil duiven die tegen een stootje kunnen en wil zelf geen last hebben van duivenstof. Hier waait het altijd in de hokken, maar waar de duiven zitten, komt geen wind.

Het oude duivenhok en het kweekhok werden afgelopen najaar afgebroken en nog meer naar eigen gemak terug opgebouwd. Alle inmiddels gerotte delen werden meteen vernieuwd.

De nok lag eerst in het midden, maar die heb ik verplaatst. Tevens heb ik de kapconstructie een halve meter laten zakken en alles ongedierte- en marterproef gemaakt. Het kweekhok werd 3,60 meter ingekort, want teveel ruimte is ook niet alles.

Ben ik niet bang dat mijn duiven slechter gaan komen op het vernieuwde hok? Nee, want ik zie snel aan de duiven of het goed is of niet en het is in mijn ogen goed. Daarbij heb ik sinds 1978 al twaalf hokken versleten. Op al die hokken werd goed gespeeld, zelfs in een oud schuurtje bij mijn schoonpa werden 1e prijzen behaald. Dus, of het hem daar nu allemaal in zit…

De duiven moeten zich thuis voelen op het hok, en niet zozeer de melker. Als duivenliefhebber moet je niet teveel bij de duiven zijn, toch zeker niet zonder goede ademhalingsbescherming.