In Houten sprak ik nog iemand die verbaasd was dat ik in de winter van 2022 mijn oude hok tot de grond toe afbrak, daar werd immers enorm op gespeeld. Hij dacht dat 2023 wel eens een slecht jaar kon worden met zo’n vernieuwd hok.

Een andere liefhebber voorspelde juist een superjaar, omdat hij zelf om de paar jaar zijn hok uitbrak om dat vervolgens met nieuw materiaal te betimmeren.

Het hok werd weliswaar gesloopt, maar met dezelfde materialen terug opgebouwd. Er ging alleen een nieuwe vloer in en de indeling werd gewijzigd. De verluchting bleef nagenoeg hetzelfde, grotendeels geïsoleerd met gaas.

Ik heb in al die jaren minstens tien hokken gehad. Op alle hokken werd goed gespeeld en werden vluchten gewonnen. Ze werden ooit aangepakt doordat ik 1) moest verhuizen of 2) alles nog gemakkelijker en meer open wilde maken.

Zelfs het kweekhok ging in 2022 nog tegen de vlakte en werd opnieuw opgebouwd. Daar ging uiteindelijk wel 3,60 meter af, omdat ik minder kweekduiven en voedsterduiven wilde houden.

Dus ja, of het nu altijd in het hok zit… Met de jaren wordt het mij steeds duidelijker dat de kwaliteit van de duiven de boventoon voert en des te meer je er gaat houden, hoe slechter je gaat spelen.

Nu het nieuwe seizoen van start gaat zal ik wat meer van zulke persoonlijke ervaringen delen, voor wie daar wat aan denkt te hebben. Alvast enkele speerpunten:

  1. Bewaar het overzicht, oftewel niet teveel duiven en zeker geen overbevolking.
  2. Selecteer hard op gezondheid en op de vluchten, daar komt de kwaliteit immers vanzelf bovendrijven.
  3. Zorg voor een goed, verlucht hok (dat is ook beter voor jezelf) en timmer hem niet potdicht. Duiven kunnen prima tegen kou.
  4. Plaats geen verwarming of isolatie in je hokken, dat is nergens voor nodig. Overtollig glas in het hok neemt de zuurstof weg wanneer de zon op zijn hoogst staat.
  5. Kies een simpel systeem en hou je eraan. Als je alles wat je leest moet geloven, dan raak je onherroepelijk de weg kwijt.

 

In de winter hou ik 30 vlieg- en 24 kweekkoppels, daar komen nog zo’n 150 jongen bij. Ik kan dit behappen en heb er de tijd voor, maar met minder kan je even hard spelen en meer plezier beleven. Staar je zeker niet blind op de hoeveelheid duiven die sommige liefhebbers vandaag de dag hebben.

Vandaag regent het de hele dag. Toch zijn de oude doffers al los geweest en de jonge duiven volgen zo. Een beetje regen vind ik niet erg, mits dat in de ochtend is. Duiven nat de nacht in laten gaan vind ik namelijk niet zo verstandig.

In 2022 won ik op de laatste nalijn vlucht Roye met de jonge duiven de eerste vier prijzen in het rayon. De hemel zag zwart van de regen, toch kwamen die vier duiven daar als een speer doorheen. Vandaar dat ik ’s ochtends nooit duiven binnenhoud vanwege de regen. In het vliegseizoen moeten ze daar ook wel eens doorheen.

Torres Diamond won toen overigens de 1e prijs. Hij won afgelopen jaar nog 2x de 1e prijs en 4x top 10 NPO. Kortom, een echte doordouwer met karakter.

Zo had ik enkele jaren terug op een donderdag in april de oude duiven los, toen ze in een sneeuwbui belandden. Het sneeuwde zo hard dat ze niet eens konden vallen of hun hok zagen staan. De dag erop moesten we inkorven voor de eerste prijsvlucht en dat ging hier met een bang hart. Toch volgde er een knaluitslag.

In de jaren ‘90 kwamen de jonge duiven met een kopwind en 30 graden thuis van nationaal Orléans. Bij aankomst zakten ze haast door hun pootjes. Toch waren er die dag geen verliezen en gingen ze vijf dagen later weer de mand in voor Chartres, ongeveer dezelfde afstand als Orléans.

In de daaropvolgende weken was het Châteauroux (567 km), Saint-Quentin (215 km) en Bourges (521 km). Dan had je altijd nog wat jongen die nog niet echt voldeden en die mochten nog naar de najaar klassieker Limoges (675 km) met een middaglossing. Toch kende ik die jaren amper verliezen in augustus en september.

Vandaag de dag wordt men steeds banger. Het mag niet te ver, te zwaar of te warm meer zijn. Eén ding is nog wel hetzelfde als 30 jaar terug: de verliezen bij de jonge duiven vinden plaats in de opleidingsvluchten onder de 200 km.

Het was vroeger ook regelmatig 30+ graden, maar er waren nog geen instanties die eerst een positief lossingsadvies moesten geven. Die duiven werden vaak gewoon om 07.00u gelost. Als het echt warm zou worden, zelfs eerder.

Nu werken we met vetten en eiwitten, toen gaf ik veel zonnebloemolie op het voer, extra gele maïs en bijna 4x per week Belgasol. Al leek die toen meer groen van kleur (tegenwoordig blauw).

Met dit mooie weer stijgt de zin naar een nieuw seizoen.

De oude duiven zijn hier uiteen. Een ploeg doffers voert de jongen die op de grond zitten. Wanneer de doffers los zijn, laat ik de duivinnen bij de jongen en die voeren ze nogmaals. ’s Avonds herhaalt dat zich. De jongen worden op die manier dus 4x gevoerd.

Ik laat de oude duiven nog niet lang los, maximaal een half uurtje per dag. Zodra ze wat langer uiteen zitten, ga ik dit opbouwen tot een uur per dag. Scheefvliegers heb ik nooit gehad, ik denk dat de Prestavit daar zeker aan bijdraagt.

Scheefvliegers zie je meestal bij hokken die de duiven in de winter vasthouden en ze pas na de opkweek van de jongen loslaten. Met dit weer – een harde wind en de zon hoog aan de hemel – worden die vaak nog eens opgejaagd door de roofvogel en dan overtrainen ze zichzelf met alle gevolgen van dien.

Ik vind dat vele trainen zwaar overtrokken. Ik heb immers genoeg topduiven gehad die voor geen meter wilden trainen, maar in het weekend wel aan kop vlogen. De duiven die bij andere liefhebbers doordeweeks juist enorm trainden, waren in het weekend te laat.

De jongen slenteren dagelijks enkele uren buiten. Ze kunnen zelf in en uit en mogen doen wat ze willen. De jongen worden eenmaal daags (rond 14.00u) gevoerd. Ze krijgen dan genoeg, zodat er ‘s avonds ook nog wat in de voerbak zit. Doordat de jongen ’s ochtends geen eten krijgen, komen ze snel binnen wanneer ik ze in de middag roep.

Alles zit hier verduisterd, maar toch laten de jongen her en der een pennetje vallen. Zelf zie ik dat als teken dat ze gezond zijn, want meestal blijft het bij dat ene pennetje. Bij de oude duiven mag je gerust zijn wanneer de mest mooi is met enkele donspluimpjes erop.

Het begin van het seizoen wordt hier in alle rust aangevangen. “Hardloopers zijn doodloopers”, zeiden ze vroeger. Vandaar dat ik niets overhaast.

Aan het opleren van oude duiven besteed ik weinig tijd, hooguit 2x op 30 km en vervolgens gaan ze mee op de eerste klokvlucht. Tussen de vluchten door rijd ik überhaupt niet, dat doe ik alleen aan het einde van het seizoen.

Alle duiven eten hier jaar in jaar uit dezelfde mengeling. Opvoeren, detoxen, lichte kost… Dat soort onzin laat ik graag aan de concurrentie over.

Iedereen begint weer vol goede moed aan een nieuw seizoen. Zo hoort het natuurlijk ook, we hebben elkaar immers nodig.

Zo hoorde ik onlangs over de vele spelmogelijkheden- en gebieden in Friesland. Dit maakt het eenvoudiger om daar bij de nationale kampioenen te geraken, lijkt me.

Wanneer gaat het NPO eens inzien dat de punten van alle nationale kampioenschappen uit de afdelingen gehaald moeten worden? Zoals het nu gaat is het namelijk pure spelvervalsing.

Speel je bijvoorbeeld in een zwak rayon met veel overnachthokken, dan word je gemakkelijker kampioen. Zo zou het ook afgeknot moeten worden op bijvoorbeeld 5.000 duiven, anders zouden alle kampioenen in de grotere afdelingen zitten.

Kortom, er is nog genoeg werk als het gaat om eerlijk spel en gelijke kansen voor iedereen. Verliezen is niet erg, maar dan moet het systeem wel eerlijk zijn.

Kweek

De jongen vliegen al goed rond, zoals elk jaar speen ik gewoon bij. De latere rondes gaan dan ook eerder in de vleugels.

Hier gaan de beste 14 kweekkoppels binnen 14 dagen nog een keer leggen. Ook die gaan zoals het er nu uitziet gewoon nog mee. De overige kweekduiven werken hun nest af en gaan dan uiteen. De beste 14 koppels kweken tot eind juli en worden niet meer verlegd.

Vermist

Gisteren kwam er nog een jong aan van vorig jaar. Vermoedelijk een die hier als jong werd opgehaald, aangezien ik het eigendomsbewijs niet meer heb. Mocht iemand hem missen, het is de NL2023-2301795. Op vertoon van het eigendomsbewijs mag je hem komen ophalen.

Het was een druk weekend. Op zaterdagochtend heb ik Olympic Dragon naar Houten gebracht en deze op zondag weer opgehaald. Zaterdag was het gigantisch druk en voor een zondag waren er ook nog heel veel bezoekers.

De beste duiven van Nederland van het seizoen 2023 stonden mooi opgesteld, dit hadden Ruud Moes en consorten weer super geregeld. Stukken beter dan de Olympiade in Maastricht, waar je goed moest zoeken waar je eigen duif tentoongesteld werd.

Naar het schijnt was het NPO-bestuur niet aanwezig in Houten. Ik ben ze zelf ook niet tegengekomen in de mensenmassa.

Het seizoen 2023 is voor mij afgesloten. Die prestaties behoren tot het verleden, op naar het heden. Het heden is het vliegjaar 2024 en ook daarin proberen we weer topprestaties te leveren.

Aankomend weekend gaan de duiven uiteen en kan het trainen beginnen. Morgen wordt de nieuwe lichting bevlogen duiven die naar de kweek zijn gegaan, op de foto gezet. De tuin vraagt ook weer om onderhoud, oftewel het zijn drukke tijden.