Iedereen praat nu over hoe de kweek gaat. Bij mij verloopt het kweekseizoen prima, ik heb daar zelden of nooit problemen mee. Uiteraard is hier ook wel eens een ei of koppel onbevrucht en komt er wel eens een jong niet naar mijn zin op.

Als ik er 100 ring, zijn die natuurlijk niet alle 100 perfect. Mezelf voorliegen kan ik niet, daar ben ik te realistisch voor. Uiteindelijk gaat het om een handjevol duiven dat het verschil gaat maken, dat is nooit anders geweest.

Het is belangrijk om een goede voorbereiding te treffen richting de kweekperiode. Hier hoort vanzelfsprekend een goede basisgezondheid bij en die bewerkstellig ik met de eigen productenlijn.

Je moet ook kunnen zien of de duiven er klaar voor zijn. De andere dag moet alles met elkaar in goede harmonie gekoppeld zijn. Duiven die elkaar aanvallen tijdens het koppelen, zijn er nog niet klaar voor. Duiven die in andere bakken vliegen om alles kapot te vechten, ook niet.

Rond april maak ik nog tien mooie koppelingen van wat ik denk dat mijn beste duiven zijn. Uit de jongen daarvan selecteer ik enkele duivinnen om het kweekhok aan te vullen.

Zoals meermaals vermeld hebben mijn beste kweekduiven nooit gevlogen, dat waren zomerjongen uit speciaal daarvoor gemaakte koppelingen. Die moeten uiteraard perfect van bouw zijn en ze moeten me meer dan 100% aanstaan, wil ik ze op de kweek zetten.

Ik zeg wel eens gekscherend: “De trek ligt waar de beste spelers zitten”. Vele zullen dat niet met mij eens zijn, maar in het verleden was tegen bepaalde dorpen nu eenmaal geen kruid gewassen. Vaak zaten daar meerdere topspelers.

Toen die eenmaal waren gestopt – om welke reden dan ook – zag je de trek omgaan. De vroege duiven vielen plots elders en de nog aanwezige leden in het dorp konden ineens geen vroege prijzen meer pakken. Een logische verklaring, de topspelers waren er niet meer.

Een ander voorbeeld. Men kon op sommige plaatsen geen vroege prijzen behalen, totdat enkele spelers die kort bij elkaar woonden echt goede duiven opdeden. Plotseling vielen er wel vroege prijzen te behalen, ongeacht de wind.

Het is vanzelfsprekend – al zullen vele het ook hier niet mee eens zijn – dat waar enkele grote inkorvers met goede duiven spelen, ook de liefhebbers eromheen zo nu en dan een vroege duif pakken.

Voor mij wordt de trek dus wel degelijk bepaald door een gebied waar veel goed spelende liefhebbers bij elkaar wonen. Hoe de wind ook staat, daar vallen altijd vroege duiven.

Concoursen worden gewonnen door duiven die de kortst mogelijke rechte lijn huiswaarts nemen, daar heb ik geen GPS-ring voor nodig. Dit is waar duivensport om draait. Hoeveel goede duiven die kant op moeten, speelt beslist een rol.

Het is niet moeilijk rekenen. Stel dat 1 op de 10 duiven een goede is, dan kan een goede speler met 100 duiven over 10 goede beschikken. Moeten er 10 of 1 een bepaalde richting op, dat is nogal een verschil. Daarbij maakt een grote groep een hogere snelheid dan een individu.

Liefhebbers die voorheen de pannen van het dak vlogen en nu niet meer, kunnen beter niet klagen dat de trek verlegd is. Zij beschikken in de meeste gevallen simpelweg niet meer over de duiven die voorheen het verschil maakten. Vandaar dat goede duiven in mijn ogen de trek bepalen.

Natuurlijk heb ik het niet over een individuele vlucht, maar over een heel seizoen. Eén vlucht goed spelen kan gelukkig iedereen, maar er elke vlucht staan ongeacht de wind, is een ander verhaal.

Zo sprak ik onlangs iemand die het voorbeeld van een grotere liefhebber aandroeg die met grote regelmaat de eerste tien prijzen won. Mij zegt dat niets, zeker niet wanneer er tussen de 1e en 10e duif met minuten wordt gestrooid.

Dit zegt meer over de concurrentie waartegen hij/zij speelt. In onze vereniging krijg je dat niet eens één keer per jaar voor elkaar. Daarbij kon een duif 30 jaar geleden best 10 minuten los spelen, maar vandaag de dag is het in een sterke afdeling een secondespel. Ook op de dagfond.

Over de ongelijkheid bij one loft races zullen we het maar niet hebben, ook dat is procentueel. In de ogen van one loft superster Mike Ganus moet je met een heel leger ten strijde trekken en niet met een paar soldaten. Zolang die gedachtegang er is, zal je mij daar niet zien. Iedereen 5 of 10 duiven, dat lijkt me een mooie one loft uitdaging.

Onlangs sprak ik een liefhebber die al adeno achtige klachten zag bij een paar jonge duiven. Dit lijkt me erg vroeg in het seizoen en ik zou voor die twee jongen nog geen heel hok gaan kuren.

Of het daadwerkelijk adeno is, valt te betwijfelen. Zulke jongen kunnen ook uit één koppel komen. Is het ene jong zwak, dan valt het andere vroeg of laat ook om. Niet alles wat geboren wordt is vitaal en sterk, natuurlijk.

Hij vroeg of ik ook wel eens adeno heb gehad. Ik vertelde hem dat ik dat ieder jaar heb, het ene jaar erger dan het andere. Dit komt denk ik mede door het blijven bijzetten van jongen. Roofvogels die aanvallen laten het stressniveau ook stijgen, waarna adeno kan uitbreken.

Nadat ik met rota ben gaan vaccineren gaan er gelukkig geen meer dood, maar de symptomen braken en slechte mest komen nog steeds voor. Soms blijft het bij enkele duiven en doe ik niets, maar wanneer een half hok er last van heeft, kuur ik wel.

De volgende vraag was of ik in producten met boterzuur geloofde. Nee, dat doe ik niet. Ik heb jaren terug enkele flessen dagelijks vanaf het spenen toegediend en de adeno kwam net als voorheen.

Ik was vier jaar geleden bij Willem en hij gaf me enkele potten van Comed om te proberen. Ook toen kregen ze gewoon adeno. Vandaar dat ik zelf niet geloof in producten die claimen adeno te voorkomen.

Disclaimer: alles wat ik hier schrijf is gebaseerd op eigen ervaring op eigen hok. Denkt u er anders over of heeft u wel een goed gevoel bij bepaalde producten, dan is mijn advies daar zeker niet van af te wijken.

Mijn jongen worden redelijk vroeg met het kwastje tegen pokken geënt en ze worden al snel een nachtje in de mand geplaatst. Ook dit doet vermoedelijk adeno opwekken, maar dan heb ik daar zodra het vliegseizoen start in ieder geval geen last meer van.

De jongen worden enkele keren een nachtje in de mand geplaatst om ze te leren omgaan met de stress die daarbij komt kijken. Er hangt altijd water aan de manden, maar toch drinken ze daar de eerste keren niet snel van.

In het hok drinken ze uit dezelfde goot met een nagebootste voorkant zoals in de mand, dus ze weten het wel, maar vinden het toch nog eng. Na een paar keer drinken ze gewoon normaal uit de goot die aan de mand hangt. Ze zijn het dan gewend en ervaren die stress niet meer.

Tenslotte speen ik bij mijn schoonvader al jaren in één keer een klein groepje jongen af. Hier komt vervolgens niets meer bij en adeno kent hij niet. Vandaar dat ik denk dat het veelvuldig bijzetten van jongen er iets mee te maken heeft.

Adeno is in mijn ogen een kinderziekte die vaak zonder gebruik van medicatie overgaat. Kuur je een week, dan is het vaak weg. Doe je niets, dan verdwijnt het vaak ook na een week. Maar goed, is het echt hardnekkig, bijvoorbeeld zoals bij tricho, dan zou ik wel medicatie inzetten om erger te voorkomen.

Zo was ik altijd een groot voorstander en gebruiker van Koudijs rooktabletten, maar het lijkt alsof ze de samenstelling hebben gewijzigd. Steek je nu zo’n blokje aan, dan komt er zwarte rook af alsof je een fietsband in brand steekt. Ik kan me niet voorstellen dat dit goed is voor de duiven.

Zelf gebruik ik dagelijks Origanum Red met tweemaal per week Prestavit erop. Niet met de doelstelling om adeno tegen te werken, maar wel om de algehele weerstand van de duiven te versterken.

Mensen vragen regelmatig of ze op bezoek mogen komen om de hokken en duiven te bekijken. Ik weet dat andere daar graag tijd voor vrijmaken, maar mij lukt dat niet altijd. Mijn dagen zitten al snel vol. Ik moet naast het verzorgen van de duiven namelijk ook elke dag lopen of fietsen voor mijn rug. Daarbij wil ik ook kunnen genieten van andere dingen dan duiven, zoals het onderhoud van de tuin.

Ik ben een ochtendmens, dus wanneer het licht is, ben ik wakker. Uitslapen heb ik nog nooit gedaan. Vakantie is ook niet aan mij besteed. Ik weet niet eens wat dat is, vanaf mij 16e heb ik elke zomervakantie in de aardbeien gewerkt. Vandaag de dag heb ik er door mijn rugklachten geen behoefte meer aan.

Goede bekenden mogen gerust de hokken zien, maar duiven pak ik nooit. Zo stond er vorig jaar nog een Poolse delegatie aan de poort, onaangekondigd rond half 9 ‘s avonds. De poort gaat dan niet meer open. Op afspraak hadden ze best kunnen komen, maar onaangekondigd zeker niet.

Met één van die mensen heb ik nu vaker contact, dat verandert dingen, maar met onbekenden ga ik sowieso niet langs de hokken. En nogmaals, duiven pakken doe ik voor niemand. Ik zie er zelf al niets in, laat staan een ander. Ik neem nooit duiven in de hand op eigen hok, daar zie ik het nut niet van in.

Ik ken aan geen enkele duif financiële waarde toe, ook aan de beste niet. Ze zijn simpelweg niet te koop, dus waarom zou ik er waarde aan hechten? Waarde ontstaat pas op het moment van verkoop. En geloof me, net als bij een huis is de waarde voor de verkoper altijd hoger dan voor de koper.

Duivensport is en blijft hier een ontspannende hobby waar ik met het hele gezin van geniet. Zij helpen me ook waar nodig.

Wind en regen

Een bezoeker vond het raar dat de jonge duiven los waren toen het regende. Waarom, vroeg ik. Met het opleren kijk ik ook niet naar het weer. Met bewolkt weer verspeel je minder duiven dan met de zon hoog aan de hemel.

Naar de wind kijk ik ook niet, dat doen ze op de wedvluchten ook niet. Het is dan ook wel eens oost of zuidoostenwind. Daarbij ben ik de meeste duiven met een harde zuidwestenwind kwijtgeraakt. De vaak onervaren jonge duiven vliegen dan zo ver door dat terugkomen onmogelijk wordt, vooral wanneer ze rond de middag zijn gelost.

Een duif vliegt met een kopwind zelden tegen het alsmaar toenemende aantal draden. Met de wind erachter zijn er altijd gewonden. Dus moest ik iets over de wind zeggen, dan is dat nooit lossen met zuidwest 4 en meer in de namiddag.

Het is in mijn ogen geen probleem om de jonge duiven boven de 25 graden te spelen, mits vroeg los. Daar wringt echter de schoen. Tegenwoordig heb je inversie, 20 jaar geleden wist niemand wat dat was.

Gewoon op vrijdagavond inkorven, de vlucht inkorten zodat ze bij een lossing om 07.00u ruimschoots voor 10.00u thuis zijn, en er zullen geen problemen zijn.

Begin jaren ‘90 werkte ik nog in de bouw. Mijn schoonvader bracht de jonge duiven weg wanneer hij terugkwam van de veiling. Rond 14.15u werden de duiven gepakt en 35 km weggebracht. Al was het 30-35 graden warm, daar werd niet naar gekeken. ‘Vreemd genoeg’ verspeelde hij bijna geen jongen. Zou er toen geen inversie zijn geweest, vraag ik me wel eens af.

Alle jongen bij de vliegduiven zijn inmiddels afgespeend, dus alles zit los. Over enkele weken komen er nog enkele bij van de kweekduiven en dan is het klaar voor mezelf.

De eitjes van de geschonken bonnen zijn inmiddels opgehaald. Iedereen heeft een koppel extra gekregen voor het geval er iets misgaat.

Er zijn ook nog gratis wat jongen afgehaald door liefhebbers die door een moeilijke periode in hun leven gaan. Ook gaan er nog enkele naar een jeugdlid. Ze vonden de jongen overigens zijdezacht, wat ik volledig dank aan de Origanum Red.

Voor mijn inmiddels 87-jarige schoonvader kweek ik altijd zo’n 10 stuks, zodat hij wat om handen heeft. Voor Jan Timmermans kweek ik er zo’n 50. Daarna ben ik blij dat het kweekseizoen weer zo goed als achter de rug is en ik me op de wedvluchten kan richten.

De vliegduiven laat ik eens per 2 weken een halve dag samen. Ze trainen niet verplicht. Wanneer ze uitgevlogen zijn, kunnen ze naar binnen. Eigenlijk zit nu alles tot half september gescheiden. Het was een hoop werk, al die duiven op jongen. Ik ben blij dat het meeste erop zit.

Bij de jonge duiven heb ik de schuifdeur tussen de vroege en de laatst gespeende exemplaren geopend. Vanaf nu gaat alles de gehele dag los en loopt alles bijeen. De vroegere jongen zullen de laatste jongen snel op sleeptouw nemen.

Doordat we niet meer aan gedroogde lavakorrels kunnen komen, liggen er bij de jongen dit jaar extra grove beukensnippers op de vloer. Ik hoef dus alleen de bakken te schrabben. Of je dat nu elke dag doet of eenmaal per week, maakt trouwens weinig uit.