Ik kreeg de vraag eens wat te schrijven over hoeveel duiven er in een hok moeten zitten. Dat is erg moeilijk te zeggen, dus ik beperk me hierbij tot eigen hok.

Een en ander is afhankelijk van hoe goed je hok verlucht is en of het ingesloten staat. Wanneer je de duiven ruikt, is je hok naar mijn idee te vochtig of is de bezettingsgraad te hoog.

Op mijn hok zitten ongeveer 10 duiven per strekkende meter, zowel bij de oude als de jonge. Beide hokken zijn 2,90 meter diep. Hier staat alles open, 50% van de voorkant en 50% van het plafond. De voorkant sluit ik alleen wanneer de regen erop staat.

De volgende vraag: “Hoe lang moeten ze trainen?” Hier trainen ze een uur per dag. De duivinnen in het vliegseizoen met de vlag en de doffers met gesloten klep. Ik schop geen ballen in de lucht. Als ze niet willen trainen, is de conditie er nog niet. De jonge duiven gaan nu hele dagen los en straks in het vliegseizoen een uur per dag met de vlag.

“Duiven tonen ja of nee?” Ik doe dat sinds halverwege de jaren ’90 niet meer. Ook de jonge duiven niet meer wanneer ze gescheiden zitten. Heeft in mijn ogen geen meerwaarde.

Ik geef 12 maanden per jaar dezelfde mengeling aan alle duiven. De weduwduivinnen krijgen hetzelfde en evenveel als de doffers. Let wel, boven de 250 km voer ik vanaf dinsdagavond na de laatste voederbeurt nog extra op met NPO-mix. Verder geen ingewikkelde zaken of schema’s zoals sommige duivenprofessors graag verspreiden. De meeste daarvan zijn alleen vergeten hoe ze zelf moeten presteren.

Ik heb in al die jaren op alle niveaus alles eens gewonnen en weet inmiddels dat dit alleen kan met goede duiven. Daarbij hoort uiteraard ook een goede verzorging, voeding, producten en veel zuurstof. Je kan het maar beter niet te ingewikkeld maken, het komt immers 365 dagen per jaar terug. Je beleeft zo ook meer en langer plezier aan de sport.

Ik probeer op eigen hok wel alles meer dan 100% goed te doen, maar wil ook zeker geen slaaf zijn van de duiven. Er is meer in het leven dan alleen duiven. Het is een mooie hobby en tijdverdrijf, maar dat moet het wel blijven.

De eerste trainingsvlucht is afgelast. Ik had toch niet meegedaan, mijn plan is om ze 15 april te spelen en ze die week een keer weg te brengen. Als 15 april geen klokvlucht is, schuift dit een week op. Er komen nog genoeg vluchten. De duiven zijn er klaar voor, het regime moet er nog wel op.

Bij de jonge duiven verloopt ook alles volgens plan. Zij hebben dit jaar wel BelgaMagix gehad, wat ik normaal nooit doe. Ze zijn tweemaal gevaccineerd, eenmaal rota-PMV en eenmaal Colombovac door de dierenarts.

Alle jonge duiven waarmee ik wil spelen zijn inmiddels gespeend. Eind april borstel ik ze voor de pokken. Een maand later vaccineer ik ze met een dode entstof tegen paratyfus, daarna begint het trainen. Iets later dan normaal, maar wel intensief.

Wanneer de wedvluchten bij de oude duiven starten, komen de jongen in het weekend niet meer los. Deze weekenden worden gebruikt om de jongen aan de mand te laten wennen. Ze blijven daar een nachtje in, soms zelfs twee.

Ik heb ze dan toch in de hand en beoordeel ze dus meteen. Ik heb diverse goede duiven gehad en zelden was zo’n topper een gedrocht in de hand. Om die reden dat ik bij de eigen duiven inmiddels wel een beetje weet hoe een prijswinnende duif eruit hoort te zien.

Veel van die goede duiven stonden een beetje open. Duiven die op korte afstanden presteerden, maar ook op de zware dagfond. Duiven die aanvoelen alsof ze elk moment een ei kunnen leggen, gaan eruit. Idem voor duiven die totaal uit balans zijn en duiven met losse ogen of droge pluim.

De dagelijkse kinderziektes moeten ze zelf zien te overwinnen. Hier kotst er ook wel eens eentje of hebben er een paar slechte mest. Meestal verdwijnt dit vanzelf na enkele dagen.

Vorig jaar hadden wij geen samenspel, omdat enkele leden van een ander samenspel onze vereniging er niet bij wilden hebben. Er ontstond dus een papieren samenspel (en rayon) zonder bestuur of prijsuitreiking. Jammer dat dit zo gelopen is. Voor mij maakt het weinig uit, mijn doelen liggen op afdelingsniveau, maar voor veel liefhebbers blijft nu alleen het verenigingsspel over.

Gouwe en IJssel valt ook uiteen, daar wordt met de vinger naar enkele grote spelers gewezen. Waarom? ‘Eerlijkere, gelijke kansen’. De schuld ligt natuurlijk niet bij die grote spelers. Zij doen niets wat niet mag. Dan moeten ze van hogerhand maar duidelijke regels opstellen wat inkorfbeperking betreft.

In Brabant gaan sommige rayons en samenspelen blijkbaar vanaf 8 april voor prijs spelen, wat dus wel telt in hun samenspel. De rest van de leden van Brabant 2000 – waar wij ook toe behoren – moeten tot 23 april wachten, omdat zij het nationale vliegprogramma volgen.

Om terug te komen op ‘gelijk en eerlijk spel’, bij 95% van de liefhebbers telt alleen het verenigingsspel. Wat ik dan niet begrijp: waarom wordt ons geen mogelijkheid geboden om ook vanaf 8 april voor prijs te spelen?

Zoals gezegd komt slechts een hele kleine groep in aanmerking om bij de provinciale of nationale kampioenen te geraken. Bied de anderen dan gewoon spelkansen in eigen vereniging, denk ik dan. Daar halen de meeste immers hun plezier uit. Probeer de leden in de verenigingen tevreden te houden, want daar begint het spel. De liefhebbers kijken daar al een half jaar naar uit.

De afdelingsbesturen zou ik willen vragen om alle leden gelijke kansen te bieden, omdat nu veel leden hun zin om door te gaan met deze hobby, dreigen te verliezen. Waarom besluit men dan toch om vast te houden aan al die regeltjes en ongelijkheden onder de leden in een afdeling?

Op 8 en 15 april staat de zon misschien wel hoog aan de hemel en plaatst Compuclub de uitslagen van de verenigingen en samenspelen die om prijs speelden. De rest moet hun duiven dan maar noodgedwongen voor spek en bonen meegeven.

Het weer wil niet echt, de duiven kunnen niet los vanwege de harde wind en/of regen. De oude duiven zijn in conditie, dus in principe is dit geen probleem. Ze hoeven ook geen uren te trainen. Het draait tenslotte om welke duif als eerst arriveert, niet om welke duif het langst traint. Deze twee staan los van elkaar, dat zijn puur van die verhalen van liefhebbers onderling.

In België werden alle trainingsvluchten afgelast, daar blijven ze flexibel door op tijd te starten. Wordt er slecht weer voorspeld, dan cancelen ze de boel gewoon. Dit zou voor Nederland ook geen slecht idee zijn. Net als vroeger eind maart de eerste trainingsvlucht en in de eerste week van april de eerste prijsvlucht. Afgelasten vanwege het weer kan altijd nog.

Bij de jonge duiven of nalijn zou er een uitloop moeten zijn tot eind september, zodat de duiven voldoende ervaring op kunnen doen. De laatste jaren kampen we in de derde week van juli met een hittegolf, precies wanneer de jonge duiven starten.

Wellicht een idee om de laatste week van juni al voor prijs te spelen, net als vroeger. Volgt er een hittegolf, dan hebben de jonge duiven al wel ervaring opgedaan. Kunnen we door die hitte enkele weken niet spelen, dan heb je de mogelijkheid om op te schuiven. In Brabant zijn tenslotte geen taartvluchten tot oktober waar ze nog ervaring op kunnen doen.

Voor verliezen op de eerste vluchten hoef je het niet te laten, die zijn er nu eenmaal. De doorsnee duivenmelker leunt toch tot het laatste moment achterover, ongeacht wanneer je begint. Het is dezelfde groep die hun duiven nog weg moeten brengen in de week dat de vluchten starten. Vervolgens spuien ze hun kommer en kwel op sociale media, vaak voordat de vlucht überhaupt afgelopen is.

Vanochtend vond er een vechtpartij plaats in het jonge duivenhok. Ik had net de hokken opengezet toen er een paar hevig aan het knokken waren. Mijn vliegduiven hebben een gouden ring om, dus toen ik de vechtjas pakte, zag ik dat het een doffer van vorig jaar was die plots was teruggekeerd.

Het was een schitterend exemplaar, dus ik was benieuwd waar hij uit kwam. Het was één van de laatst gespeende jongen van het Millennium koppel. Ik herinnerde me dat ik destijds twijfelde om hem op het vlieghok te zetten of op de kweek, hij was immers enig kind.

Uiteindelijk besloten hem toch op het vlieghok te zetten, dat moet eind april zijn geweest. Hij had al wel een chip om, maar is nooit ingemand op een prijsvlucht, dat kan je tegenwoordig gemakkelijk opzoeken in Compustam. Hij moet dus voor de vluchten zijn kwijtgeraakt.

Zijn conditie was uitstekend en hij was schitterend ingeruid. Het heeft hier de hele nacht geregend, dus hij is deze ochtend ergens ontsnapt of losgelaten nadat er uit gekweekt is. Eén ding is zeker, hij zat niet ver weg.

Toevallig schreef ik deze week nog een stukje over hoe ‘sportief’ sommige van onze collega melkers zijn. Zij denken ten onrechte dat elke duif die ze van je vangen een goede is. Het is eveneens een duidelijk signaal dat niet alle kwijtgeraakte duiven dood zijn. Vele leven gewoon nog.

Ook topduiven kunnen op enkele kilometers van je hok ergens uitgeput binnenlopen of gevangen worden. Als de tank leeg is, kan elk kilometertje extra teveel zijn.

Ik denk terug aan Winner van wijlen Marijn van Gastel. Hij werd dat jaar 1e Asduif WHZB. De laatste vlucht dat hij gespeeld werd, bleef hij achter. Een paar dagen later werd hij op slechts enkele kilometers van zijn hok gevangen op straat, totaal uitgeput.

Zo verspeelde ik in het voorjaar op een doordeweekse dag Warrior vanaf het hok, nadat hij als jong tweemaal top 10 NPO won van Orléans. In september dat jaar keerde hij terug, zijn bek nog vuil van het jongen azen. Het was duidelijk dat hij ergens in de buurt met een paarlustige duivin was binnengelopen.

Tegen dit type liefhebbers die altijd denken iets goeds te kunnen vangen, wil ik maar één ding zeggen: kweek desnoods enkele jongen van zo’n opgevangen duif, maar laat hem daarna wel los. Er zitten namelijk heel wat rechtmatige eigenaren nog altijd op hun favoriet te wachten.

Opleren oude duiven

Een mailer wilde nog weten of ik de oude duiven voor het seizoen niet wat vaker moet opleren om ze het spelletje aan te leren. Hier speel ik de jonge duiven een half seizoen op de deur, dus ik zou niet weten wat ik die als jaarling nog moet aanleren. Ze snappen het meteen of ze snappen het nooit, daar zit niets tussen.

De ene duif vliegt er de eerste vluchten gelijk in, de ander komt wat later op gang. Zo gaat dat hier al jaren. Een seizoen draait om meerdere vluchten, vandaar dat ik me de eerste weken van het seizoen nog niet zo druk maak. Als ze gezond zijn, komt de boel vanzelf op gang.