Je hoort links en rechts weer genoeg over adeno, al dan niet met dode duiven als gevolg. Zelf moet ik het afkloppen, bij mij hebben tot nu toe enkele duiven alleen wat slechte mest gehad.

Wanneer een half hok adeno heeft, zal je medisch moeten ingrijpen. Het is dan vaak een week lang ellende. Gedurende die week kan je de jongen maar beter binnenhouden. Ik zou ze dan ook even geen bad geven.

Na zo’n week hebben ze vaak flink wat gewicht verloren. Het beste is om ze dan een week lang 50% Championsmix en 50% NPO-mix te geven met elke dag Prestavit en een wat groter aandeel uit de mineralenemmer erop. Op deze manier herstellen ze sneller en gaan ze vanzelf weer pluimpjes ruien.

Zoals gezegd houd ik geen duiven op de honger en hoeven mijn jonge duiven niet de gehele dag in de lucht te hangen. We vliegen pas vanaf half juli en dat duurt nog lang genoeg. Bij de oude duiven ligt ook altijd nog wat voer in de bak, al is dat bij de avondvoeding natuurlijk wel op.

Eigenlijk doe ik niet echt aan opvoeren, ik maak het voer in de tweede helft van de week alleen wat vetter met NPO-mix. Dit naargelang de zwaarte van de aankomende vlucht dat weekend.

Zoals gezegd geloof ik niet meer in al die verzurende middeltjes om adeno te voorkomen. Maar goed, als je dat wel doet, vooral blijven geven. Het lijkt me hetzelfde als met paratyfus. Jarenlang blijf je bespaard en denk je dat je duiven er niet vatbaar voor zijn, tot het je plotseling treft.

In Afdeling 5 was onlangs veel te doen over enkele grote inkorvers. Persoonlijk heb ik niets tegen grotere spelers, maar ik kan me wel inleven in de kleinere liefhebber die moeite heeft om de hobby betaalbaar te houden en dus met minder duiven moet spelen. Maar goed, zolang het NPO alles toelaat, doet geen enkele grote speler iets verkeerd.

Persoonlijk vind ik niet dat een liefhebber 100+ duiven zou moeten inmanden, of dat nu oude of jonge duiven zijn. Zelf heb ik ook heus wel eens meer dan 100 jonge duiven ingemand, maar ik zou er geen enkel probleem mee hebben wanneer 80 of 100 het maximum is.

Zoals ik al eens schreef, zonder de kleinere liefhebber is er geen duivensport. En niet andersom, wat ik onlangs ergens las. Het percentage grote inkorvers met 100+ duiven mee staat nog altijd in schril contrast tegenover het percentage kleinere liefhebbers.

Telkens jongen bijzetten is vaak vragen om problemen. Je raakt ze sneller kwijt en de kinderziektes houden langer aan. Er zijn echter ook voordelen. Ze gaan sneller de lucht in met de oudere jongen en je kan alles in één keer loslaten in plaats van in groepen.

Ik kies daarom toch voor het bijspenen. Eind maart ben ik hiermee gestopt, voorheen was dat eind april. De reden is dat ik simpelweg minder jonge duiven heb gekweekt. Met een aanhanger duiven inkorven wil ik niet meer. Het aantal oude duiven is me ook nog teveel (momenteel 64 stuks).

Volgend weekend gaan de oude duiven mee en kan ik zien hoever ze staan. In de maanden mei en juni wil ik die duiven goed hebben. Of dat lukt, is een kwestie van afwachten.

Ze staan op het systeem, dus op zaterdag en zondagochtend krijgen ze Prestavit. Verder elke ochtend Origanum Red en Champions Mineralenmix over het voer. Op maandag de Mariën poeder en Sedochol in het drinkwater. De Octavit zal snel zijn intrede doen elke dinsdag en woensdag.

Vijf weken na de eerste officiële vlucht is er een dagfond vlucht. De duiven moeten daar dan wel klaar voor zijn. De opbouw naar de dag- en midfond gaat te snel, omdat we te laat aan het seizoen beginnen. We starten officieel op 23 april met 143 km. Vervolgens 183 km, 248 km, 351 km, 351 km en 545 km.

Zoals elke wielerfan uitkijkt naar de Ronde en Parijs-Roubaix, kon ik enorm uitkijken en toeleven naar voor mij de twee mooiste jonge duivenklassiekers. Orléans en Bourges won ik beide twee keer. Bourges in de toenmalige ZNB en Orléans eenmaal tegen 60.000 duiven en eenmaal in NPO-verband.

Wanneer de duiven in de mand lagen tijdens het inkorven en nat aanvoelden wanneer ik ze eruit haalde, deed ik ‘s nachts geen oog meer dicht. Op zaterdag was ik al om 05.00u op, ik wist immers dat het goed zat. Let wel, dit was voor het IWB en WOWD tijdperk. Daarna was het klaar met de spanning van dergelijke klassiekers.

Zo had men in 1994 een heuse Olympiade vlucht met daarvoor speciaal uitgegeven setjes ringen, ook dat was eenmalig. Het ledenbestand en de concoursen werden kleiner vanwege allerlei versnippering en de afstanden werden ingekort.

In België bleef alles bij het oude, terwijl ze daar nagenoeg dezelfde verliezen hadden met de jonge duiven. Men kwam niet terug op eerder genomen beslissingen en liet daarmee de duivensport uit handen glippen. Brabant 2000 bijvoorbeeld ging van een kleine 5.000 leden naar minder dan 1.000 in amper 23 jaar tijd.

Anno 2023 zijn er geen duivenklassiekers meer om naar toe te leven. Barcelona misschien voor een relatief kleine groep spelers. Voor het noorden is dat niet te doen qua afstand. Grand Prix vluchten, dan? Voor mij lijken die gewoon op de NPO-vluchten die we al hebben. De sectorvluchten leken de goede kant op te gaan, maar komen ook niet echt van de grond.

Wil men de duivensport nieuw leven inblazen, dan moet Nederland in vier sectoren worden opgedeeld. Vervolgens enkele dagfond, zwaardere midfond en jonge duivenvluchten in die sectoren vervliegen. Binnen de Nederlandse duivensport bevinden zich genoeg zakenlieden die ongetwijfeld zulke vluchten willen sponsoren.

Het is slechts een hersenspinsel van mij en het zal vast bij een droom blijven. Ik ben inmiddels 56 jaar oud en zie de toekomst van onze mooie hobby helaas wat somber in. Daarom probeer ik maar te genieten van de klassiekers die in andere sporten wel zijn overgebleven, zoals Parijs-Roubaix.

Een liefhebber uit Limburg zei dat hij van de 24 gespeende jongen er nog 11 over heeft, de rest is opgepeuzeld. Bij mij zijn er nu acht opgegeten. Er is geen ontsnappen aan voor ze. Je kan er ook niet hele dagen bij blijven staan, want hij pakt ze verspreid over de dag. Na half april is dit vaak voorbij.

De start is er, want de oude duiven zijn maandagmiddag met een harde noordoostenwind op 30 km gelost. Dat hebben ze geweten, want ze kwamen één voor één terug en de laatste duif pas 3 uur na de eerste. In België hadden ze een prijskamp met naar het schijnt al de nodige verliezen hier en daar.

Aanstaande zaterdag gaan ze nog niet de mand in. Volgende week is de eerste klokvlucht en dan gaan ze wel mee. Bij de oude duiven moet het kaf nog van het koren worden gescheiden, net als bij de jonge duiven. Ook hier zijn het zeker niet allemaal goede.

Op de website van John van Dongen las ik het slechte nieuws over John Rockx, één van de beste dagfond hokken van Brabant in de laatste 10 jaar. Na afloop van een dagfondvlucht had ik altijd even contact met John hoe het verloop was. Ik wens hem en zijn familie veel sterkte de komende periode.

Het oude duivenseizoen begint bijna en het weer lijkt gelukkig wat te verbeteren. Mijn jonge duiven worden momenteel geteisterd door de natuur, met grote regelmaat worden ze aangevallen en gegrepen.

Het toenemende aantal roofvogels zonder natuurlijke vijand zorgt ervoor dat de natuur totaal wordt verstoord. Elke kleine zangvogel weten ze te verorberen. Merels, lijsters, vinken, noem maar op. We zien dit nu ook met de wolven. Zodra de mens zich ermee gaat bemoeien, stapelen de problemen zich op.

Iemand wilde weten hoe ik mijn duiven ga motiveren voor de start van het seizoen. Zoals men afgelopen week kon zien op de foto’s in Het Spoor der Kampioenen, heb ik bij de oude duiven geen motivatiebakjes.

Ik heb die in het verleden wel gehad, maar jaren terug besloten om ze weg te doen. Die ondingen stonden altijd in de pad wanneer je de bakken wilde uitschrapen. Daarnaast zag ik er het nut niet meer van in.

Veel werd me jaren terug duidelijk toen ik enkele echt goede oude duiven op het hok had. Die waren er altijd, met en zonder tonen of motiveren. De mindere duiven daarentegen waren er nooit, terwijl ze dezelfde motivatie, verzorging en training kregen.

Vandaar dat ik ook gestopt ben met het bijeen laten van de jonge duiven, enkele uren voor het inmanden. Bij Jelle Roziers in België zitten zowel jonge als oude duiven op plankjes aan de wand. Toch is hij bij de jonge en oude duiven altijd bij de nationale Asduiven. Hij heeft een gemakkelijkere manier van verzorgen en selecteert op de individuele kwaliteit van een duif.

Op de meeste eenhoksraces wereldwijd zitten alle duiven op kappelletjes. Ook daar draait niets om motivatie, maar om de individuele kwaliteit van een duif om snel huiswaarts te keren. Vandaar dat ik er steeds minder in ben gaan geloven. Natuurlijk kan je duiven erg motiveren om een wedvlucht naar de hand te zetten, maar ik wil meer dan één vlucht goed kunnen presteren.

Als je besluit te gaan boosten met medicatie, betaal je daarvoor meestal ook de eerstvolgende vlucht de rekening. Motiveren kan voor sommige duiven ook demotiverend werken. Frequent tussen de vluchten in rijden werkt ook niet als je een heel seizoen goed wil spelen. De duiven houden het dan na enkele weken voor gezien of trainen nauwelijks nog aan huis.