Het weer wil niet echt, de duiven kunnen niet los vanwege de harde wind en/of regen. De oude duiven zijn in conditie, dus in principe is dit geen probleem. Ze hoeven ook geen uren te trainen. Het draait tenslotte om welke duif als eerst arriveert, niet om welke duif het langst traint. Deze twee staan los van elkaar, dat zijn puur van die verhalen van liefhebbers onderling.

In België werden alle trainingsvluchten afgelast, daar blijven ze flexibel door op tijd te starten. Wordt er slecht weer voorspeld, dan cancelen ze de boel gewoon. Dit zou voor Nederland ook geen slecht idee zijn. Net als vroeger eind maart de eerste trainingsvlucht en in de eerste week van april de eerste prijsvlucht. Afgelasten vanwege het weer kan altijd nog.

Bij de jonge duiven of nalijn zou er een uitloop moeten zijn tot eind september, zodat de duiven voldoende ervaring op kunnen doen. De laatste jaren kampen we in de derde week van juli met een hittegolf, precies wanneer de jonge duiven starten.

Wellicht een idee om de laatste week van juni al voor prijs te spelen, net als vroeger. Volgt er een hittegolf, dan hebben de jonge duiven al wel ervaring opgedaan. Kunnen we door die hitte enkele weken niet spelen, dan heb je de mogelijkheid om op te schuiven. In Brabant zijn tenslotte geen taartvluchten tot oktober waar ze nog ervaring op kunnen doen.

Voor verliezen op de eerste vluchten hoef je het niet te laten, die zijn er nu eenmaal. De doorsnee duivenmelker leunt toch tot het laatste moment achterover, ongeacht wanneer je begint. Het is dezelfde groep die hun duiven nog weg moeten brengen in de week dat de vluchten starten. Vervolgens spuien ze hun kommer en kwel op sociale media, vaak voordat de vlucht überhaupt afgelopen is.

Vanochtend vond er een vechtpartij plaats in het jonge duivenhok. Ik had net de hokken opengezet toen er een paar hevig aan het knokken waren. Mijn vliegduiven hebben een gouden ring om, dus toen ik de vechtjas pakte, zag ik dat het een doffer van vorig jaar was die plots was teruggekeerd.

Het was een schitterend exemplaar, dus ik was benieuwd waar hij uit kwam. Het was één van de laatst gespeende jongen van het Millennium koppel. Ik herinnerde me dat ik destijds twijfelde om hem op het vlieghok te zetten of op de kweek, hij was immers enig kind.

Uiteindelijk besloten hem toch op het vlieghok te zetten, dat moet eind april zijn geweest. Hij had al wel een chip om, maar is nooit ingemand op een prijsvlucht, dat kan je tegenwoordig gemakkelijk opzoeken in Compustam. Hij moet dus voor de vluchten zijn kwijtgeraakt.

Zijn conditie was uitstekend en hij was schitterend ingeruid. Het heeft hier de hele nacht geregend, dus hij is deze ochtend ergens ontsnapt of losgelaten nadat er uit gekweekt is. Eén ding is zeker, hij zat niet ver weg.

Toevallig schreef ik deze week nog een stukje over hoe ‘sportief’ sommige van onze collega melkers zijn. Zij denken ten onrechte dat elke duif die ze van je vangen een goede is. Het is eveneens een duidelijk signaal dat niet alle kwijtgeraakte duiven dood zijn. Vele leven gewoon nog.

Ook topduiven kunnen op enkele kilometers van je hok ergens uitgeput binnenlopen of gevangen worden. Als de tank leeg is, kan elk kilometertje extra teveel zijn.

Ik denk terug aan Winner van wijlen Marijn van Gastel. Hij werd dat jaar 1e Asduif WHZB. De laatste vlucht dat hij gespeeld werd, bleef hij achter. Een paar dagen later werd hij op slechts enkele kilometers van zijn hok gevangen op straat, totaal uitgeput.

Zo verspeelde ik in het voorjaar op een doordeweekse dag Warrior vanaf het hok, nadat hij als jong tweemaal top 10 NPO won van Orléans. In september dat jaar keerde hij terug, zijn bek nog vuil van het jongen azen. Het was duidelijk dat hij ergens in de buurt met een paarlustige duivin was binnengelopen.

Tegen dit type liefhebbers die altijd denken iets goeds te kunnen vangen, wil ik maar één ding zeggen: kweek desnoods enkele jongen van zo’n opgevangen duif, maar laat hem daarna wel los. Er zitten namelijk heel wat rechtmatige eigenaren nog altijd op hun favoriet te wachten.

Opleren oude duiven

Een mailer wilde nog weten of ik de oude duiven voor het seizoen niet wat vaker moet opleren om ze het spelletje aan te leren. Hier speel ik de jonge duiven een half seizoen op de deur, dus ik zou niet weten wat ik die als jaarling nog moet aanleren. Ze snappen het meteen of ze snappen het nooit, daar zit niets tussen.

De ene duif vliegt er de eerste vluchten gelijk in, de ander komt wat later op gang. Zo gaat dat hier al jaren. Een seizoen draait om meerdere vluchten, vandaar dat ik me de eerste weken van het seizoen nog niet zo druk maak. Als ze gezond zijn, komt de boel vanzelf op gang.

Vandaag was het meer herfst dan lente. Op deze dag ben ik 33 jaar gelukkig getrouwd. Op die dag, 33 jaar geleden, was de eerste trainingsvlucht van het seizoen. De week erop vond de eerste prijsvlucht plaats.

Anno 2023 starten we dus drie weken later. Niets mis mee, maar je kan in de eerste week van april ook best een prijsvlucht op het programma zetten. Immers, annuleren vanwege het weer kan altijd nog. In die 33 jaar hebben we rond deze datum zowel sneeuw als strandweer gehad.

Wijzigingen?

Iemand vroeg of ik nog wat ga veranderen aan mijn spelsysteem. Nee, ik wijk nooit van mijn voer- en verzorgsysteem af, hoe goed of slecht de prestaties ook zijn.

Ik beschrijf regelmatig wat ik allemaal doe en geef, maar niet met het doel om anderen ervan te overtuigen hetzelfde te doen of om ze iets op te dringen. Jan bijvoorbeeld weet ook precies wat ik doe, maar of hij dat overneemt, is volledig aan hem.

Ik begeleidde jaren geleden altijd een goede vriend. Hij speelde in die periode erg hard, maar wist het plotseling beter. En jawel, het ging snel bergafwaarts.

Zoals gezegd laat ik iedereen vrij om zelf te bepalen hoe hij of zij de duiven verzorgt. Meerdere wegen leiden immers naar Rome. Op veler verzoek hieronder een herhaling van hoe ik het doe.

Mijn voedingsschema

De basis is 365 dagen per jaar 80% Championsmix + 20% NPO-mix met daaroverheen Origanum Red en Champions Mineralenmix. Tweemaal per week voeg ik daar nog Prestavit aan toe. Let wel, verder geen los grit, piksteen of mineralenpoeder, want dat zit al in de emmer verwerkt.

Nogmaals, ik doe dit 12 maanden per jaar en niet alleen in het vliegseizoen. Bij vele mag het na de laatste vlucht niets meer kosten. Daar wordt direct de goedkoopste mengeling aan de duiven verstrekt. Als gevolg daarvan verschijnen zij met een achterstand aan de start van het nieuwe seizoen.

Nee, in plaats daarvan kan je beter wat strenger selecteren en minder duiven doorhouden. Op die manier houd je financiële ruimte over voor kwalitatieve producten en een goede verzorging, waarmee je het een stuk verder zal schoppen.

Zoals gezegd krijgen al mijn duiven 2x per week Prestavit. In het vliegseizoen bij thuiskomst op zaterdag en zondag. Buiten het vliegseizoen op zaterdag en woensdag.

Vanaf 250 km verstrek ik op dinsdag en woensdag Octavit over het voer. In de aanloop naar een zware dagfond vlucht soms ook op donderdagochtend.

Bij thuiskomst staat er NPO-mix klaar met daaroverheen Origanum Red en Prestavit. Er staat ook een schoteltje op de grond met Champions Mineralenmix + Rozepoeder van Mariën. Dit bevochtig ik met Roosvicee of Karvan Cévitam. Op maandagochtend gaat er Vismeel van Mariën op met eenmaal per maand Conditiesiroop.

Na twee nachten mand gaat er 1,5 dag tot 2 dagen B.S. met Belgasol in de drinkpot. Na één nacht mand twee dagen Naturaline met knoflook en op maandag Sedochol van De Weerd. Op woensdag een bruistablet vitamine C op 2 liter water en op donderdagochtend bij warm weer Belgasol.

In de ochtend geef ik een schrale soeplepel basis (zie eerste alinea). In de avond een volle soeplepel van diezelfde mix, maar dan zonder Origanum Red. Vanaf dinsdagavond na de laatste voeding nog een schrale soeplepel NPO-mix extra naargelang de zwaarte van de aankomende vlucht. Dit wordt elke avond meer, totdat op woensdag een samenstelling is bereikt van 50% Championsmix en 50% NPO-mix.

Op de dag van inkorven mogen ze zich rond 14.00 uur ‘s middags vol vreten met NPO-mix. Na ca. een uur haal ik de restjes weg. De drinkpot wordt voor de voeding weggenomen en komt 1,5 uur voor de inkorving terug op het hok. Hierin zit water, zodat ik zeker weet dat ze goed drinken alvorens ze de mand in gaan.

Zo doe ik het hier globaal en daar wordt dus zelden of nooit van afgeweken. Ik ben niet roomser dan de paus, dus natuurlijk doe ik enkele keren per seizoen met warm weer iets tegen de luchtwegen. Dit is meestal 1,5 dag op woensdag en donderdagochtend wanneer ik een kleine conditiedip waarneem.

De jonge duiven gaan nu hele dagen naar buiten. Natuurlijk zit ik ook met roofvogels, al zijn die hier niet de grootste veroorzakers van het verliezen van jonge duiven.

Al mijn jongen worden gestempeld, dat doe ik meer voor de particulier die zo’n verdwaald jong in de tuin opraapt. De meeste jongen die opschrikken van een aanval lopen in een straal van 10 km bij andere hokken binnen. Die denken kennelijk dat ik louter goede kweek, want daarvan krijg ik zelden of nooit bericht.

Ik heb de jonge duiven in het verleden op verschillende tijdstippen losgelaten, maar als een rover eenmaal weet dat er wat te halen valt, maakt het tijdstip niet meer uit. Hij komt elk dagdeel langs. Enkele dagen vasthouden heeft ook weinig nut, want die beesten hebben alle geduld van de wereld.

Van de oudere ploeg jongen pakt hij er geen meer, die zijn inmiddels alert genoeg. De jongen die pas net buitenkomen daarentegen, vormen een gemakkelijke prooi. Tellen doe ik niet, want daar schiet je niets mee op.

Ik schrik nog vaak van het hoge aantal leden dat jaarlijks afhaakt. Op dit tempo is er over 5 jaar geen spel meer onder de 300 km, omdat we in steeds grotere spelgebieden komen en 30 km zullen moeten rijden om in te manden.

De duivensport zal niet snel uitsterven, maar de sport zal er binnen nu en 5 jaar wel heel anders uitzien. De trend lijkt onomkeerbaar en we moeten ons hoofd hiervoor niet in het zand steken.

Heeft het nog wel zin om te investeren in snelle duiven, kun je je afvragen. Als we in spelgebieden komen waar de afstanden 75 km of meer uit elkaar liggen, heeft het spel onder 300 km geen zin meer.

Zo hoorde ik onlangs een voorstel om in de afdeling alleen de eerste drie kampioenen per categorie nog een trofee te geven en de rest een diploma, omdat alles te duur wordt. Begrijpelijk, maar ik denk niet dat er dan nog veel mensen op de prijsuitreiking afkomen.

Ik werd nog gebeld door iemand die een woning had gekocht waar ooit een duivenhok in de tuin stond. Hij vroeg zich af of hij zich ongerust moest maken over vervuiling van de grond door bacteriën en of hij daardoor last van zijn longen kon krijgen.

Nu kwam er onlangs een stukje bij Hart van Nederland over overlast van zwerfduiven in steden, en dat die allerlei ziektes zouden verspreiden. Misschien dat de beller dat heeft gezien en dus ongerust werd. Uiteraard heb ik hem verteld dat hij zich geen zorgen hoeft te maken. Immers, in de natuur vliegen overal vogels die overal poepen. Dan zou niemand ooit nog naar buiten kunnen…

Het is wel jammer dat buitenstaanders kennelijk zo over onze mooie hobby denken. Enerzijds werken we daar natuurlijk zelf aan mee. De duivensport komt zelden positief in beeld, of er moet ergens een hele dure duif verkocht worden, daar vindt men wel zendtijd voor.

Misschien een idee voor het NPO om een programmamaker eens iets te laten maken over de mooie kanten van onze sport. We zouden een breed bereik kunnen hebben.

De vliegduiven hebben een nachtje samengezeten. Ik was eerst van plan om ze een middagje bijeen te laten, maar zo kan ik ze mooi opsluiten en ‘s ochtends makkelijk pakken als ze in de bakken zitten. Ik ben niet zo soepel meer, dus ik pak de duiven alleen nog na het donker maken van het hok en het liefst zo weinig mogelijk.

Bij de jonge duiven maak ik het hok ook donker als ik ze ga inkorven. Wat als eerst uit de mand wordt gehaald, staat ook als eerste getekende en verder. Het aangewezen kampioenschap is niet aan mij besteed, daar houd ik me dus ook niet mee bezig.

Ik wil 1e prijzen winnen en zoveel mogelijk vroege duiven pakken, vandaar dat ik een voorstander ben van het onaangewezen deel. De eerste uit de klok zoals het vroeger ging, gaat natuurlijk nergens om. Heb ik er 100 mee, dan telt het gemiddelde van mijn eerste 10 aangekomen duiven.

Veel liefhebbers willen dat er maar 10 tellen voor het onaangewezen kampioenschap, maar dan ga je ook daar een verkapt aangewezen kampioenschap van maken. Eerlijk krijgen we het toch nooit en iedereen tevreden houden lukt ook niet altijd.

Met de huidige spelregels is het überhaupt niet meer duidelijk wie de beste duiven heeft. Het lijkt er steeds meer op dat dit degene is die in het samenspel met de minste concurrentie speelt.

Ik ben nog steeds voorstander van bijvoorbeeld 100 wedstrijdringen uitgeven van een bepaalde kleur, waarvan elke liefhebber er hooguit 10 kan overschrijven van een ander hok. Deze ringen zijn niet overdraagbaar en men mag zoveel ringen bestellen als men wil, maar dat zijn dan handelsringen en die mogen niet aan het spel meedoen.

We zullen kleinere concoursen krijgen, maar wel op een eerlijkere manier en zoals gezegd alle kampioenschapspunten uit de afdelingen. Daarnaast het verenigingsspel met een A- en B-lijst en de rest ertussenuit. Al die versnippering is niet meer van deze tijd en er is ook geen geld meer om al die samenspelen overeind te houden.