Als ik het voor het zeggen had, zou ik op vrijdagavond inkorven en op zondag lossen. Maar goed, ik heb niets in te brengen.

Ik vermoed dat men vroeg kan lossen en de eerste uren lijkt de wind vanachter te waaien, dus het kan meevallen. We wachten het af. Ik heb er 20 doorgegeven, maar dit kunnen er ook 24 of 14 worden, dat bepaal ik morgenmiddag.

De jonge duiven gaan morgen op pad, want vrijdag wordt het te warm. Het is een jaar van extremen. Hokken in conditie vangen vaak de hardste klappen bij een rampvlucht, dus laten we hopen dat het allemaal meevalt.

De zomer heeft ons kikkerlandje eindelijk gevonden. Zaterdag lijkt de wind te veranderen naar de westkant met stukken noordwest en zelfs zuidwest.

Met de wind heb ik nooit rekening gehouden, niet met opleren en al helemaal niet met inkorven. Op afstanden boven de 400 km maakt de wind ook niet veel meer uit, het draait dan om kwaliteit en conditie.

Als liefhebber moet je ervoor zorgen dat het je duiven aan niets ontbreekt, dat ze gezond zijn en altijd voldoende brandstof in de tank hebben.

Hier vliegen de duiven elke week wedstrijden en daarom trainen ze nu haast niet meer aan huis. Op zondag en maandag überhaupt niet meer. Andere mensen laten ze tweemaal daags los voor ‘extra conditie’, maar ik zie daar geen meerwaarde in. Die conditieopbouw moet in orde zijn nog voordat de vluchten beginnen. Als ze het enkele keren taai krijgen, volgt de conditie vanzelf.

Vluchten onder de 400 km zijn vaak voor duiven die met minder vetten of eiwitten toekunnen. Duiven die men elke week speelt, hebben een goede begeleiding en rust nodig. Daarom gaat hier nu dagelijks Octavit en Origanum Red over het voer, zelfs op de dag van inkorven.

De jonge duiven zitten nu op 30 km, verder gaan ze niet. Ook daar zie ik het nut niet van in. Ze worden vanaf nu tweemaal per week op 30 km gelost, dat gebeurt nog zeker zo’n 10x waarvan verschillende keren één voor één los.

De jonge duiven worden komend weekend met een dode entstof tegen paratyfus gevaccineerd. Althans, als die op tijd binnen is. Zij gaan nu hele dagen naar buiten, wat eind deze maand verandert in eenmaal daags een uur verplicht, waarbij ze zullen moeten luisteren. Ze worden tegen die tijd ook nog een keer grondig tegen het licht gehouden.

Het vitesse- en midfondseizoen zijn halfdoor, de tijd vliegt. De midfond wordt door enkele hokken in conditie en enkele superduiven gedomineerd. Blue Atlantic is zo’n duif. Zij komt uit Atlantic Verkerk x Dragon Girl en won tot nu toe:

  • 4e Golden Ace FZN.
  • 4e NPO Melun 15.937 d.
  • 9e NPO Melun 10.703 d.
  • 11e NPO Sens 7.140 d.
  • 18e provinciaal Morlincourt 18.082 d.
  • 20e provinciaal Asduif.
  • 21e provinciaal Morlincourt 13.113 d.
  • 64e NPO Fontenay 7.099 d.
  • 79e NPO Melun 5.254 d.

 

Voor een jaarling is dat niet verkeerd. Gisteren arriveerde ze als tweede. Blue Nugget uit een zoon van Olympic Millennium x dochter Witbuik was haar voor. Vorige week miste zij de top 10 NPO op de dagfond, maar deze week niet. Dit is ook een jaarling en ze won reeds:

  • 8e NPO Sens 7.140 d.
  • 14e NPO Issoudun 5.237 d.
  • 79e NPO Melun 10.233 d.
  • 85e NPO Orléans 4.532 d.

 

Nummer #3 is Olympic Rosette uit Lichte Super Rossi x Olympic Millennium.

Sens viel me niet tegen, het werd hier 8-11-12-18-23-39-57 enz. met van de 48 mee 8 per honderdtal, 34 per tiental en 44 per viertal.

Nu alles weer zien te herstellen voor volgende week en dat belooft weer een zware beproeving te worden. Zoals gezegd veel vetten (NPO-mix), eiwitten (Prestavit en Octavit) maar ook rust. Ze krijgen ook elke dag heel wat van de mineralenemmer, want met deze zware omstandigheden nemen ze daar meer van op.

In de winter dromen we vaak van een seizoen met de wind op kop en vluchten waarbij duiven in topconditie het verschil kunnen maken. Die conditie is natuurlijk niet altijd en bij iedereen aanwezig, je moet daar zelfs wat geluk bij hebben.

Dat kwaliteit wel erg bepalend is, zie ik op eigen hok. Zo’n 30 van de oorspronkelijke 64 oude duiven maken het verschil dit jaar. De jonge duiven die vorig jaar aan kop vlogen, doen dat nu weer. Al wat daar vorig jaar onder hing, hangt er nu weer onder.

Deze duiven zitten allemaal op hetzelfde hok en krijgen dezelfde producten, voeding én aandacht. Kwaliteit is dus doorslaggevend. Sommige kunnen het wel en andere niet, zo simpel is dat. Dit gaat de komende vluchten ook niet meer veranderen, verwacht ik.

De opleiding van de jonge duiven is inmiddels in volle gang. Elke ochtend rond 08.30u worden ze op 20 à 25 km gelost. De kwalitatief mindere exemplaren zullen achterblijven, de taaie rakkers zetten door. Die laatste groep mag straks gaan bewijzen of het ook goede zijn.

De oude duiven zijn onderweg naar Sens, ik speel nog met 47 stuks. Ook hier gaan de aantallen omlaag, want het meeste is al wel duidelijk. Tot nu toe verloopt het seizoen voortreffelijk. De duiven die ik nog niet heb gezien, ga ik vast ook niet meer zien in de rest van het seizoen.

Als ik Grootmeester wilde worden, speelde ik maar met 30 duiven. Je kunt je afvragen of dit goed is voor de duivensport, want men gaat hierdoor met minder duiven spelen, de concoursen worden kleiner en o.a. de vrachtprijs zal uiteindelijk dus weer omhoog moeten.

De kampioenschappen worden hier ook door bepaald. Moet men straks om versterking bij iemand die 1e hokkampioen is dankzij enkele duiven die per tiental kunnen spelen, maar amper per honderdtal? Nee, volgens mij hadden ze beter de eerste formule van de Grootmeesters kunnen aanhouden.

Natuurlijk gaan ze mee. Zo’n vijftig duiven gaan naar het oostelijk gelegen Sens. Als ze goed komen moet je ze gewoon blijven spelen, denk ik. Maar dat bepaalt uiteraard ieder voor zich.

De jonge duiven worden regelmatig opgeleerd. Naar de wind kan je niet altijd kijken, het zou zomaar kunnen dat je ze dan twee weken niet hoeft op te leren. De jonge duiven krijgen ook voldoende vetten en eiwitten en lijden hier dus weinig mee.