De tocht van gisteren richting Soest deed me denken aan toen ik enkele jaren terug op 27 december met Ad Schaerlaeckens onderweg was naar Thorn voor de verkoop van Willem de Bruijn. Ook toen viel er veel sneeuw.

Gisteren kon ik met Frans en José Belleter meerijden, twee sympathieke marathonspelers uit Nispen. Zij zijn in bezit van de 2e Olympiade duif op de marathon. Ik heb gelijk de duif van Rien van Beers meegenomen, 1e op de Olympiade marathon.

Het was een lange reis naar Soest, hoewel we maar een kwartier vertraging hadden. Het was verder goed geregeld. De broodjes waren gratis, dus we hadden geen honger.

De trekking van het gratis arrangement voor twee personen naar Poznań was voor John van Dongen. John is iemand met het hart op de juiste plaats en een geduchte concurrent voor mij. John en Debby, maak er een mooie trip van.

Vanavond moeten de Olympiade duiven naar Soest, daarna vertrekken ze naar Poznań. Hier vertrekt alleen Olympic Millennium, ik niet. Het werk tijdens de kweekperiode is te ingewikkeld om aan anderen over te laten.

Deze week zetten ze de tien late jonge duiven op de foto voor de PIPA veiling van eind februari. Ik heb ze gisteren in mijn handen gehad en er zitten plaatjes bij. Vooral de dochter van Olympic Millennium laat ik met pijn in mijn hart vertrekken. Ik ken mijn duiven door en door en dat wordt een superduif. Maar goed, afspraken zijn afspraken, dus ze komt in de veiling.

13

Op TopPigeons staat een veiling van De Padvinders uit St Job in ’t Goor met mooie bonnen te koop, onder andere een kleinkind van de 13 van Herman Bevers. Dat is echt een superduif.

Uit die 13 heb ik de kleinkinderen 513, 538 en beide 1e Asduif en 1e prijswinnaars bij mijn beste weduwnaars. Ook 477 (met driemaal top 15 op de NPO vluchten) mag er zijn. Wat te denken van de 1e NPO Gien dit jaar met de jonge duiven, dat was ook een kleinkind van de 13. Marcel Wouters beschikt ook over een topper uit de 13.

Ik heb mijn duiven via goede vriend Peter van Oerle – die ook meerdere kinderen van de 13 in bezit heeft – door zijn goede vriendschap met Herman Bevers. Peter schenkt zelf een bon om twee jonge duiven op te halen, dus bij deze een gouden tip voor weinig geld.

Zelf heb ik bij Herman inmiddels ook een rechtstreekse zoon uit de 13 kunnen halen, die zit nu gekoppeld aan een dochter van Super Rossi. Als ik naar de eerste jonge duiven kijk, is dit een top koppeling.

Exclusiviteit

Afgelopen week was hier iemand om een reportage te maken. We hadden het over een andere kampioen uit Friesland, die vermeldde dat hij 8x teletekst speelde. De vraag was hoe vaak Jan teletekst speelde. Jan heeft uit mijn hoofd 7x teletekst gespeeld, maar mocht hij ook alle top 10 noteringen in Afdeling Friesland als teletekstplaatsen tellen, dan waren het er 18.

En inderdaad, of ze nu top 10 in de afdeling spelen, provinciaal of NPO, hier zit geen verschil in. Ze moeten top 10 provinciaal spelen om op teletekst te komen. Het begrip teletekst is jaren terug naar de vaantjes geholpen en eerlijk gezegd gaan ze met de Olympiade dezelfde kant op. Voor mij zijn de Olympiade duiven over twee jaar genomen, de echte. Duiven die het over één jaar zijn, hebben mazzel dat het een Olympiade jaar is.

We kunnen ook teveel kampioenen of top 10 NPO winnaars willen maken. Beter is het om dingen exclusief te houden. Hetzelfde geldt voor kampioenschappen. Ik heb in een andere sport nog nooit een ander podium gezien als 1, 2, en 3.

Wanneer de eerste kwekers opnieuw met eitjes komen, is dat hier meestal het teken om de jonge duiven te spenen. Als ik ergens een hekel aan heb, is het wel dat jonge duiven op de nieuwe eitjes gaan trappen (en dat doen ze, ook al staat er een andere schotel bij).

Hier dus vaak de jonge duiven tussen de 21 en 25 dagen oud op zichzelf, kaal onder de vleugels of niet. Ik kijk daar niet naar, ze zijn zonder hun ouders op zichzelf aangewezen. De eerste dagen lijken ze het slecht te hebben, daarna zouden ze voerbak en al opeten.

Het is hier bij de gespeende jonge duiven wel zo dat er pas nieuw voer in de bakken gaat, wanneer ze alles hebben opgegeten; grote en kleine zaden. Jonge duiven met kale bekken spenen omdat ze zolang bij de ouders gezeten hebben, doe ik niet.

Goede vriend Peter van Oerle speent ze zelfs nog eerder (amper 21 dagen oud). Het schijnt niets uit te maken, de twijfelaars vallen er al vroeg tussenuit en ze zitten al weken in het hok voordat ze voor het eerst buiten komen.

Hier ook geen kraambed van stro of zaagsel. Een paar oude kranten, daar kunnen ze enkele dagen op zitten en dan wordt alles weggenomen.

De nieuwe aantallen lekken steeds meer: 40 oude en 60 jonge duiven vanaf 2020 als inkorfbeperking. Mij maakt het niet uit, het moet immers met kwaliteit gebeuren. Of het de duivensport gaat redden, betwijfel ik. We zullen steeds kleinere aantallen duiven per vlucht krijgen, wat betekent dat de vrachtkosten zullen toenemen.

Men wil wel invliegduiven gaan toestaan die de 40/60 verhouding op peil houden, maar of dat juist is… Alle Vitesse, midfond, eendaagse fond en jonge duivenspelers worden hiermee het hardst getroffen. De overnachtspeler vindt invliegduiven niet erg.

Het zou beter zijn om het samenspel en de Rayons te schrappen, daar is toch geen geld meer voor vanwege het dalende ledenaantal. Het verenigingsspel behoud je uit gezelligheid en het afdelingsspel deel je op in categorie A & B. In categorie A kan men ongelimiteerd duiven voor prijs spelen en in categorie B kan men de inkorfbeperking houden en hier alle punten voor de kampioenschappen uit halen.

We moeten onszelf ook inleven in de kleine groep broodspelers die van hun hobby hun beroep hebben gemaakt. We kunnen niet verlangen van deze mensen – die vaak zelfs personeel in dienst hebben – dat zij iedereen op straat schoppen en weer een baan gaan zoeken. Het is moeilijk om het iedereen naar zijn zin te maken, maar we moeten te allen tijde ieders mening en belang respecteren.

De duivensport aantrekkelijker maken doe je door het te organiseren zoals twintig jaar terug. Toen kon iedereen een gokje wagen, had je jaarlijks mooie gesponsorde prijzen of een bonnenverkoop van top liefhebbers.

Zulke dingen redden mijns inziens de duivensport. Nergens tiert de sport zo welig als in het Verre Oosten. Als daar morgen niet meer gegokt mag worden, heeft daar in no time niemand meer duiven, vrees ik.

Ik las recent een anekdote van wijlen Antoon van der Wegen: kampioenen worden gemaakt en vroege duiven moet je pakken, en gelijk had hij.

Ik krijg nogal wat buitenlandse liefhebbers aan huis of in de mailbox met allerlei vragen, waarbij het ook vaak over kampioen A. gaat die in Brabant 2000 speelt. Deze kampioen speelt hier jaarlijks enkele mooie top vluchten. Er wordt vaak gevraagd of ik hem als concurrent zie. Mijn antwoord is dan dat er tien betere hokken zijn in de breedte in Brabant 2000.

Het betreft iemand waar ik drie of vier keer per jaar klop van krijg. Moet ik daar schrik van hebben als ik de rest van het jaar voor hem zit? Ik denk het niet. Over kampioen A. is veel geschreven door een gerespecteerd schrijver. Ook een populaire verkoopsite heeft hem vaak in de schijnwerpers gezet, iets wat de tien beter presterende hokken in Brabant 2000 helaas niet kunnen zeggen.

Onze sympathieke Griek haalt topprijzen op een verkoopsite, maar moet ik hem dan qua prestaties in het rijtje Verkerk, De Bruijn of Van Dorp (om er maar een paar uit die Afdeling te noemen) plaatsen? Nee, de duurste en populairste duiven zitten nu eenmaal niet altijd bij de beste spelers, vandaar de anekdote van Van der Wegen.

De 1e (Rien van Beers) en 2e (Frans Belleter) Olympiade duiven op de marathon, evenals de 2e Olympiade duif (John van Dongen) op de dagfond en de 2e Olympiade duif (Embregts-Theunis) op de Vitesse zitten in Rayon 2 van Brabant 2000. Dat zegt genoeg, toch?

Nee, adelbrieven op NPO vluchten heb je niet zomaar. Ik denk dat ik in de laatste 25 jaar ruim 130 teletekstvermeldingen heb behaald, waaronder zeven officiële NPO overwinningen boven de 400 kilometer. Dan tel ik de tweede plaatsen niet mee en ook provinciale vluchten onder de 400 km niet (die beschouw ik niet als NPO vluchten).

Laten we het dan nog niet over alle regionale, provinciale en nationale Asduiven of hok kampioenschappen hebben die ik in die 25 jaar heb behaald. Ik sluit me dus volledig aan bij Antoon van der Wegen: kampioenschappen worden vaak gemaakt en vroege prijzen moet je pakken.