Op dit moment zijn twee jonge duiven opgevreten, maar ik laat ze alsnog hele dagen los. Gisteren was ik in de tuin bezig en zag ik ze weer de lucht in spatten. Weg was de gehele klad jonge duiven. Een half uur later kwam er een ploeg terug uit de polder en uren daarna kwamen er nog meer terug.

Elk nadeel heb se voordeel, zou Cruijff zeggen. Ze blijven alert en slenteren niet rond. Ze gaan de gehele dag naar buiten zoals vroeger, dus ze moeten met de gevaren om leren gaan. Begin juni, wanneer ze hun chip om krijgen, zie ik wel wie er nog zit.

Ik speen altijd bij tot een hok vol is. Ik beschik hier over drie hokken. Het laatste hok wordt eind april (dan ben ik de eerste ploeg al aan het opleren) gevuld. Die duiven krijgen dan een spoedopleiding.

Afgelopen jaar heb ik zelfs tot ver in mei gespeend. Deze duiven begonnen op de natoer. Nadat ze op 200 km zaten, heb ik ze gelijk op Gien gezet, een 1150mpm vlucht van 450 km. De betere vier van de 18 late jonge duiven zaten gewoon bij mijn eerste duiven. Twee weken later zijn ze nog eens op 450 km gezet met dezelfde duiven voorop. Die het niet in zich hadden, kwamen te laat en zijn verwijderd.

Ik heb het al vaker gezegd: duiven kunnen meer dan we denken. Een duif weet op het moment dat hij gelost wordt niet of hij 100 of 500 km voor zijn kiezen krijgt. Als duivenmelker moet je ervoor zorgen dat de reserves aanwezig zijn en dat ze vetrijke voeding krijgen. Bij mij waren ze stevig aangezet met de vetrijke NPO-mix.

Duivensport in Marokko

Afgelopen november was ik met Bas Verkerk en Ben de Keijzer in Marokko op bezoek. Eenmaal daar kwamen we ook Guy van der Auwera tegen. Ze waren daar toen nog jonge duiven aan het spenen, die begin februari dit jaar aan het werk moeten.

In Marokko gaat alles gezamenlijk in de mand: oude doffers, duivinnen en jonge duiven, zoals ze dat in het Midden-Oosten ook doen. Bij ons moet alles apart wat doffers en duivinnen betreft. Daar proppen ze mand voor mand vol met oud en jong bijeen, doffers en duivinnen, daar wordt niet naar gekeken.

Ze beginnen daar op 150 km en mei is daar de laatste speelmaand met vluchten van 1.000 km. Ook die jonge duiven van zeven maanden oud spelen ze daarop en die zijn vaak nog hun betere ook, terwijl ze toch zo’n zeven uur door de woestijn moeten vliegen. En wij maar zuinig zijn op onze duiven, om over de temperatuur daar nog maar niet te spreken.

We zijn daar bij meerdere hokken op bezoek geweest en hebben stuk voor stuk fijne duiven in handen gehad van de beste hokken in Nederland en België. Ze spelen daar zeker niet met rotsduiven.

Dat schimmels problemen veroorzaken, is duidelijk. Afgelopen week heb ik weer enkele mails ontvangen over jonge duiven die slecht opkwamen, vermagerd zijn, zurig ruiken wanneer je hun bek open trekt of zelfs dood gingen in het nest en na het spenen.

Bij de meeste ging het om schimmelsporen in de nestvulling, vaak vanwege slechte kwaliteit erwtenstro. Een baal erwtenstro mag nooit vast geperst zijn, dat is het teken dat ze te vochtig zijn geperst met schimmel als gevolg. Je ziet dat ook vaak bij dennennaalden. Erwtenstro moet mooi blank zijn, dan is er weinig tot niets aan de hand.

Hier gaat er eerst een laag kranten om de broedschotel heen, zodat deze mooi zuiver blijft. Daarna een laagje erwtenstro gemengd met tabakstelen en een stenen potje wit schelpenzand. Kapotte eitjes, eitjes met deukjes erin of eitjes die niet uitkomen, ik ken die problemen niet.

Schimmels zijn gelukkig eenvoudig te behandelen. Er zijn veel goede producten op de markt zonder antibioticum. Denk aan nystatine, maar ook Fungi van Schroeder is zo’n middel waarmee je er binnen enkele dagen vanaf bent.

Pas dus op met slechte kwaliteit erwtenstro, vooral in combinatie met een hoge luchtvochtigheid op het hok. Hetzelfde geldt voor duivenvoer opslaan in een vochtige ruimte. Sla duivenvoer ook niet op in een verwarmde ruimte, want dan krijg je weer andere problemen, zoals een verminderde kiemkracht of graanklanders.

Schimmel komt ook vaak voor in het vliegseizoen, wanneer de duiven in de reismanden worden gevoerd. De maïs, vaak de goedkoopste variant, wordt tussen de uitwerpselen gegooid en er wordt water in de manden gemorst. In combinatie met warmte zijn dit ideale omstandigheden om schimmelsporen in duiven te krijgen. Om nog maar te zwijgen over de salmonella die rondgaat in een reismand, zodra er ook maar één besmette duif tussen zit.

Paratyfus en salmonella bij duiven

Vandaar dus de paratyfus kuur en enting in het najaar. Ook daar ontvang ik ieder jaar weer talloze mails over. Men vergeet (gemakzucht dus) te kuren of heeft geen geloof in een paratyfus kuur of enting, totdat ze de poppen aan het dansen hebben.

Een gerespecteerd dierenarts in België vertelde mij ooit dat salmonella nooit volledig uit een duif verdwijnt, omdat ze er ieder jaar opnieuw mee worden geconfronteerd in de reismanden. Een afwisselende kuur in het najaar gevolgd door een enting, voorkomt wel dat de salmonella zich kan opbouwen.

Paratyfus ontstaat niet zomaar. Vaak bouwt paratyfus enkele jaren op, zonder dat je hier iets van merkt. In tijden van verminderde weerstand steekt het dan ineens de kop op, met alle gevolgen van dien.

Weerstand opbouwen tegen salmonella kan een duif volgens deze duivenarts niet. Hierin verschillen duivenartsen echter van mening, net als bij schimmel trouwens. Een arts die hier producten voor in zijn assortiment heeft, gelooft erin. Een arts die er geen producten voor verkoopt, niet.

Ik weet inmiddels beter, ik heb het namelijk aan den lijve ondervonden en deel dit met iedereen. Dit in tegenstelling tot sommige liefhebbers, die verkondigen nooit iets aan hun duiven te doen, om anderen te doen geloven dat ze oersterke kwaliteitsduiven hebben.

Hier zo min mogelijk medicijngebruik, maar als ze iets mankeren, ben ik de eerste die hier iets aan doet. Uitzieken kun je het beste aan de concurrentie overlaten.

Afgelopen zaterdag waren de Gouden Cracks. Normaliter ga ik hier wel naartoe, omdat het een mooie uitreiking is en enigszins op tijd is afgelopen, maar door familieomstandigheden kon ik er ditmaal niet bij zijn. Alleen de Gouden Duif en WHZB nog en dan kan seizoen 2019 beginnen.

Ik heb er weer zin in. Alles gaat tot nu toe van een leien dakje, al kan dat in de duivensport snel veranderen. Voor een goed seizoen moet het in het hok en in de familie in orde zijn, zeg ik altijd.

Deze week mooi open weer, lichte vorst ‘s nachts en zonnig overdag. Ideaal om de tuin te snoeien en de oude en jonge duiven te laten vliegen. Verder op het programma nog de verkoop van de tien late jonge duiven op PIPA eind februari. Daarna is ook dat hok weer leeg en kan het worden schoongemaakt. In 2018 heb ik veel bezoekers gehad, wat toch ook wel weer een hoop tijd kost.

Toelichting vorige blog

Om op mijn vorige blog terug te komen; het is niet mijn bedoeling om hokken in een goed of kwaad daglicht te stellen, maar er zijn mensen die opvallend vaak bepaalde hokken oprakelen. Dit terwijl er in Brabant 2000 toch echt wel tophokken zitten – net als in iedere afdeling trouwens – waar nooit een woord over wordt gerept. En voor de goede orde, daar bedoel ik niet mezelf mee.

Het is begrijpelijk dat er verkapte reclame wordt gemaakt als iemand iets te koop zet, maar doe het dan gelijk in het algemeen. Namen noemen is vaak anderen in een minder daglicht stellen, wat niet altijd eerlijk is tegenover mensen die in hun sport bereikt hebben waar de meeste alleen maar van kunnen dromen.

Zelf noemde ik twee voorbeelden van in mijn ogen oprechte mensen, maar ik had net zo goed twee anderen kunnen aanhalen. Overigens heb ik geen enkel financieel belang bij Comb. Verbree of Gebr. Scheele, laat dat duidelijk zijn.

Je hebt presterende en papieren hokken, zeg ik altijd. Hokken die schrijvers als vrienden hebben (of andere belangenverstrengelingen) dateren van toen er nog vele reportages in kranten werden gezet. Er waren zelfs liefhebbers die schrijvers betaalden of beloonden met jonge duiven om ieder jaar weer in the picture te worden gezet.

Ook nu nog zie je een hype van hokken (die dit jaar pakweg vier redelijke vluchten hebben gehad) die omhoog geschreven worden alsof ze alles hebben bereikt, terwijl ze in voorgaande jaren moeite hadden om in hun eigen vereniging eerst te spelen.

Ook op die bekende veilingsite is dit enigszins te zien. Als sommige die op deze veilingsite te bewonderen zijn nog net zo vaak in eigen vereniging de 1e moeten winnen als de Gebr. Scheele NPO overwinningen hebben gewonnen, dan kunnen ze nog even door. Of liefhebbers zoals Comb. Verbree, die alles al wel eens hebben gewonnen.

Dit bewijst dat de meeste buitenlandse kopers (vooral Chinezen) niet weten wat de daadwerkelijke top in Nederland en België is. Er wordt te vaak zand in hun ogen gestrooid door mensen met belangenverstrengelingen.

In iedere sport geldt: ere wie ere toekomt. Daarnaast moet je respect hebben voor welke topprestaties sommige hokken al meer dan 20 jaar op het hoogste niveau laten zien, en niet een paar maanden.

Eerlijkheid duurt het langst. Ik heb van niemand iets nodig. Geen korting, geen duiven of wat dan ook. De waarheid staat hier wel zeer hoog in het vaandel. Ik snap niet dat er over hokken als die van Gebr. Scheele of Comb. Verbree (om er maar twee te noemen van de vele jaarlijks super presterende hokken), geen woord wordt gerept. Zulke hokken hebben mijn respect voor wat ze ieder jaar weer laten zien op het hoogste niveau.

Als je op een dag als vandaag naar buiten kijkt met 90% regen, dan verlang je naar het voorjaar. Zelf functioneer ik het best boven 20 graden. Door fysiek ongemak heb ik een hekel aan vochtig weer. Voor duiven maakt het weinig uit, al laat ik op dit soort dagen wel de hele dag het licht aan.

Gisteren heb ik alle duiven weer in bad gedaan. Jong en oud maakten daar gretig gebruik van. Ik zie dat altijd als graadmeter. Hier krijgen ze allemaal eenmaal per week een bad. Voordat de gieter leeg is, moeten de eerste duiven er al in zitten. Voor mij is dit een teken dat ze in orde zijn.

Het kweekseizoen

De kweekduiven moeten in het kweekseizoen in topvorm zijn. Hier wordt deze week van de beste duiven de derde ronde verlegd. Die ze daarna bijleggen, gaan naar Jan. Daarna leggen ze nog één keer bij en dat zijn de laatste waarmee gevlogen wordt. Van de meeste dus vier koppels jonge duiven om te spelen.

Ik heb ze dit jaar alleen uit de allerbeste gekweekt en die gewoon meerdere keren verlegd. De focus komt dit jaar weer op de jonge duivenvluchten, zoals vroeger. Dit betekent echter niet dat ik bij de oude duiven niet mijn mannetje wil staan. Ik heb maar één doel en dat is beter worden, al zal dat met de jaren moeilijker worden.

Alles begint met goede, gezonde duiven. Dit jaar niet één probleem bij de kweekduiven hier. Niet één ei kapot en slechts drie koppels zomerjonge doffers hadden het eerste nest onbevrucht. Nadien geen problemen, altijd alles bevrucht en op tijd met eitjes. Ik verleg ze en na acht dagen liggen er weer nieuwe. Zo hoort het ook te gaan. Bij Jan gaat ook alles perfect, daar dezelfde werkwijze.

Het heeft allemaal met voorbereiding te maken en die begint hier in september na de laatste vlucht, wanneer de meeste achterover gaan leunen. Kijk, ik ben op sommige momenten een slaaf van mijn duiven, vooral in het vliegseizoen, maar ik wil mezelf niets kunnen verwijten. Fouten door eigen gemakzucht, daar kan ik niet mee leven.

How to do it

Hoe ik het doe, heb ik al vele malen uitgelegd. Hier gaat alles zo eenvoudig mogelijk, maar wel doeltreffend. De zuiveringskuur volgt na de vluchten. Verder onze eigen Championsmix / NPO-mix, om de dag Naturaline met look en een greepje Allerlei (bij de kwekers elke dag) en altijd alles open: zuurstof!

Voordat ik met de Allerlei rondga, gooi ik er per kilo twee volle eetlepels voederolie overheen, zodat de poeder aan de rest plakt en alles wordt opgegeten. Voor de rest ‘keep it simple’ en steek je geloof en aandacht alleen in goede duiven.

Een duif waar je aan twijfelt, had al moeten vertrekken. Hetzelfde geldt voor duiven die vervelend zijn, niet luisteren, voortdurend in andere bakken vliegen, bang zijn en/of regelmatig niet fris zijn terwijl de andere in hun vel blinken.

Na enkele vluchten draait het toch weer om een handjevol favorieten, zoals in iedere sport het geval is. Ik ben zelf een groot wielerfan, daar kan ik voor thuisblijven. Vooral veldrijden en de voorjaarsklassiekers. Ook daar kun je bij de start al wel bepalen welke vijf renners tot de winnaars gaan behoren. Dat is straks na vijf vluchten ook op je hok (vaak duurt het niet eens zo lang).