Duiven uit Super Rossi maken hier al jaren het verschil. Dochter Super Daisy won vorig jaar de 1e NPO Argenton en kleinzoon National Rossi de 1e NPO Gien, twee vluchten waar flink gewerkt moest worden. Het jaar daarvoor werd Athena’s Rossi 1e Provinciale Asduif. Golden Ace werd tweemaal 1e en eenmaal 2e tegen gemiddeld 6.000 duiven. Super Boy werd als 1e NPO winnaar afgevlagd.

Maar goed, je mag pas praten over een topkweker als de nazaten het ook bij anderen waarmaken. Nu is er uit Super Rossi zelden iets weggedaan, maar diegene die er iets van hebben bemachtigd, slaagden daar super mee.

Referenties Super Rossi

Jan Timmermans had twee jaar op rij een 1e Asduif in de Friese Fondclub en diverse teletekstwinnaars, allen nazaten van Super Rossi. Driekwart van Jan’s hok is overigens gebaseerd op Super Rossi.

Jouke Elzinga haalde bij mij een dochter van Super Rossi en kweekte daar het jaar erop zijn Precious uit. Deze Precious werd 6e Nationale Asduif en ik meen 7e Olympiade jonge duif.

Adam Thomas uit Wales haalde eveneens een dochter van Super Rossi en zij is op dit moment zijn beste kweekduif. Hier heeft hij al een groot aantal winnaars in groot verband uit gehaald.

Eddy van der Pijl haalde hier een zoon van Super Rossi en die werd vader van meerdere Olympiade duiven en Nationale Asduiven op drie verschillende hokken in Italië.

Peter van Oerle kreeg een dochter van Super Rossi en die moeder werd van mijn National Rossi. Rik Hermans haalde een volle broer van National Rossi bij Peter en dat is inmiddels één van zijn beste duiven op de nationale vluchten in België.

Maarten Huijsmans haalde twee kleinkinderen van Super Rossi, de 305 en 306. Deze duiven wisten vier keer de 1e te behalen, waarbij NL17-1352305 meerdere malen top 10 Provinciaal speelde. Het eerste jong van diezelfde 305 werd vorig jaar gelijk 3e Nationale Asduif.

Ook Herman Bevers, het sprintkanon van België, haalde een zoon uit Super Rossi waar hij al verschillende 1e prijswinnaars op de snelheid uit heeft gekweekt. Bart Geerinckx was ervan geschrokken toen hij hem bij Herman in zijn handen kreeg, volgens Peter van Oerle. Op dit moment heeft Herman zijn fameuze 13 gekoppeld tegen een dochter van Super Rossi.

Laatste kans!

En zo kan ik nog wel even doorgaan. Super Rossi is oprecht één van de beste kweekduiven van Nederland. Jongen hiervan zijn hier niet meer te koop, tegen welk bod dan ook. De laatste twee staan momenteel op PIPA en gaan zondag onder de hamer.

Super Rossi bevrucht gelukkig nog. Dit jaar alweer negen jongen op het vlieghok met Olympic Millennium en haar moeder. Dat er supers tussen lopen, is op voorhand zeker. Al wat hij nu nog aan nazaten geeft, blijft voor eigen gebruik.

Zoals ik eerder aangaf, proberen wij altijd jongen uit top duiven te bemachtigen. Dat wil niet zeggen dat kleinkinderen slechter zijn. Vorig jaar werden er tien afdelingszeges behaald in de verschillende afdelingen in Nederland uit rechtstreekse of 50% Embregts-Theunis duiven. De eigenaren haalden hier meestal kleinkinderen uit onze beste duiven.

Jongen of eitjes van weduwnaars halen, doe ik niet snel. Vooral niet in België, waar ze nooit met duivinnen spelen. Vaak blijft een mindere duivin daar haar gehele loopbaan op dezelfde weduwnaar. De doffer kan dan wel een topper zijn, maar als de duivin een prul is, kan je de eitjes alsnog beter weggooien.

In Nederland wordt vaak totaal weduwschap gespeeld, waarbij de beste doffers vaak aan de beste duivinnen worden gekoppeld. Dit maakt de kans van slagen groter. Eén ding moeten we niet vergeten: zet je een renpaard op een ezel, dan krijg je een muilpaard. De ouders moeten beide over goede genen beschikken.

Ik ben er inmiddels wel achter dat de beste duiven tot aan 350 km in België zitten en die van 350 tot 1200 km in Nederland. Volgens mij spelen ze in België alleen Barcelona boven de 1000 km, de rest ligt veelal onder de 1000 km.

Vluchten zoals Bourges, Argenton en Châteauroux zijn in België midfond afstanden. Vluchten zoals Limoges (675 km voor mij) en Ruffec (721 km voor mij) worden daar vaak als zware fondvluchten bestempeld en hier als dagfond. Daarbij kan men in België kiezen uit een scala vluchten op alle afstanden en moeten wij hier gewoon spelen op wat komen gaat.

Hier beginnen we in de derde week van mei met een oplopend programma. Nadat ze zijn ingevlogen op de Vitesse vluchten, begint elke week 382, 571, 408, 621, 444, 659, 382, 721, 408, 589, 382, 545 km. Dit gaat ononderbroken door met dezelfde duiven. Althans, mijn duiven vliegen dit traject. Aansluitend volgt de natoer, dus ze krijgen het zeker niet voor niets.

Om een heel seizoen bij de betere te horen, moet je motivatie, medicatie en extra trainingen zoveel mogelijk achterwege laten. Zoek het in goede duiven met een uitstekende basisweerstand en een goede voeding, begeleid met goede supplementen. De duiven moeten op alle fronten kunnen excelleren, dan denk ik aan verschillende afstanden en verschillende weer- en windinvloeden.

Vandaar dus een keiharde selectie op kwaliteit en gezondheid hier, zonder daarbij stambomen te raadplegen. Hier wordt eerst de duif verwijderd en daarna wordt pas gekeken waar hij uit komt.

Fabeltjes

Duiven kapot spelen of duiven die inboeten op snelheid, daar geloof ik niet in. Ik werd afgelopen jaar ook gewoon 1e hok Provinciaal op de snelheid, alsmede 1e Asduif met een kleindochter van Blue Rocket.

Het jaar ervoor werd ik ook 2e Provinciale Asduif met een dochter van Blue Rocket, terwijl die normaliter juist op verdere afstanden goed uit de verf komen. Ook hun overgrootvader Rocket werd 1e Asduif WHZB op de snelheid.

Het betreft vaak duiven die als jonge duif alle vluchten gevlogen hebben of als jaarling zo goed als alle mid- en dagfondvluchten hebben afgehaspeld. Zelfs met duiven op de Vitesse, die tot half mei verduisterd zaten. In fabeltjes geloof ik dus al lang niet meer, wel in kwaliteit.

Allround

Hier wordt weinig over ‘vroeger’ geschreven. Ik leef in het heden en de duivensport is wel degelijk veranderd. De duiven van nu kunnen meer aan dan die van vroeger, toen er op een andere manier met duiven werd gespeeld.

Dan denk ik vaak weduwschap en je had specialisten op de Vitesse, midfond en dagfond, alsmede jonge duiven. Tegenwoordig wordt er door de meeste van ons op bredere fronten gespeeld, waarbij Koopman, Verkerk en de Bruijn de voorlopers waren.

Nog een WHZB prijsuitreiking en dan zit dat er ook weer op. Ik ben geëindigd als 3e Asduif Vitesse en 10e beste liefhebber. Het jaar ervoor werd ik 15e. Je moet op alle fronten bij de betere presteren, wil je bij de beste liefhebbers komen.

Toch zie je dat veel liefhebbers zich van alles op de mouw laten spelden door allerlei figuren over ‘selfmade’ kampioenen, vooral op Facebook wordt heel wat afgelogen. Het is echter niet zo moeilijk om de ware top hokken te bepalen, je hoeft alleen maar op Compuclub te kijken. Per afdeling wordt duidelijk wat de betere hokken zijn.

Ik wil mezelf niet tot de beste hokken rekenen, maar ik durf best de papieren van 2018 naast die van iedereen te leggen met een 2e Olympiade duif, drie NPO overwinningen, 8x teletekst en bij alle kampioenschappen Provinciaal zat ik bij de eerste.

Op het andere hok in Friesland, bij J&S Timmermans, geldt hetzelfde. Ook daar gewoon 8x teletekst, een 1e Provinciale Asduif en een 2e Nationale Asduif met dezelfde duiven en begeleiding als hier. De feiten spreken voor zich, dus waarom zou je er omheen draaien.

De lijnen worden alsmaar sterker doordat we de toppers behouden en alleen daaruit kweken. Er staan er nu tien op PIPA te koop uit onze allerbeste duiven. Dit is een eenmalige kans, aan huis zijn uit deze duiven namelijk geen jongen te koop.

Na de Voorjaarsbeurs nadert het vliegseizoen met rasse schreden. Ik ben er in ieder geval klaar voor. De duiven hebben een goede winterconditie dankzij het mooie weer wat we gehad hebben. Het kweekseizoen is uitstekend verlopen. De laatste ronde wordt na het weekend gelegd en die kan gewoon mee.

Ik heb nooit moeite of schrik gehad om jonge duiven gelijk op 145 kilometer of zelfs verder te laten starten, ondanks dat ze niet verder worden opgeleerd dan 35 km en eenmalig 60 km (als er tijd en zin is). Wel ben ik voorstander van jonge duiven zo vroeg mogelijk wegbrengen, al is het maar naar het einde van de straat.

De eerste ploeg is voltallig. Deze duiven zijn direct na het spenen geënt met PMV en worden volgend weekend geënt tegen pokken. Hier komt geen duif meer bij. Deze ploeg ben ik gaan spenen vanaf de tweede week van januari, dus de eerste en tweede ronde zitten bij elkaar in het grote hok waar er gemakkelijk 120 kunnen verblijven.

Op het tweede hok kan ik er 60 kwijt. Deze liggen nu onder de vliegduiven en ben ik aan het ringen. Ook zij worden zo spoedig mogelijk van entingen voorzien. Ik doe dat graag direct om eventuele adeno ongemakken zo snel mogelijk tot uitbraak te laten komen.

Het derde hok gebruik ik als speelhok, daar gaan de straks de jonge duiven in die volgende week worden gelegd. De drie hokken gaan enkele weken afzonderlijk los. Zodra alles goed rondvliegt, wordt alles bijeengezet.

Snode plannen

Dit jaar heb ik snode plannen met de jonge duiven en wil ik er de aandacht aan geven zoals vroeger, toen met vijf duiven op teletekst spelen vrij normaal was. We zullen zien in hoeverre dit lukt. Ik heb de top lichting van 2017 vervroegd naar de kweek gebracht om het kweekhok te verjongen en de kwaliteit een boost te geven.

Bijgehaalde duiven

Veel van de bijgehaalde duiven zijn inmiddels verdwenen. Met de drie duiven van Dirk van Dyck zijn we goed geslaagd. Hetzelfde geldt voor de beide NPO winnaars van Peter van Oerle. Verder zitten er nog duiven van Gebr. Scheele die uit hun beste komen en een veelbelovende zoon uit de fameuze 13 van Herman Bevers, waar onlangs een vermogen voor geboden is. Maar goed, degene die Herman kennen, weten dat hij daar niet van wakker ligt.

Ook uit de 1e en 2e Asduif KBDB van Jelle Roziers zit hier een doffer om te testen. En niet te vergeten de Maris doffer en een duivin van Peter Colijn/Fox.

Ook bij John Rockx uit Zegge is destijds een doffer aangekocht die op teletekst won, waarvan beide ouders rechtstreeks uit een duif van M. van Gastel kwamen. Die sloot dus perfect aan bij de eigen Rocket-lijn, omdat ook hij een 100% Rocket was. Hij heeft hier al een top duif gegeven in zijn eerste kweekjaar (hij is inmiddels wel van 2013).

Jan en ik kopen alleen uit de allerbeste duiven iets aan en zelfs dan is de kans van slagen klein, maar wel een stuk groter. Wij kopen liever één topper dan een mand vol tweederangs duiven.

Ze worden het eerste jaar hier getest. Zijn we er tevreden over, dan verhuizen ze naar Jan en zet ik de bewezen kinderen van de bijgehaalde aankoop op het kweekhok. Ik praat dan wel over kinderen die op zijn minst op teletekst hebben gespeeld.

Er staat nog een bon op GPS bij WHZB. Ik was niet van plan er nog een te schenken, maar heb me toch laten verleiden.

Het zou een druk weekend worden: zaterdag naar de beurs en zondag naar de gala-avond van De Allerbeste, maar vanwege aanhoudende rugklachten heb ik dit af moeten blazen.

De gang van zaken

Met de jonge duiven loopt alles op rolletjes. Enkele zijn opgepeuzeld en een paar zijn verwijderd, maar dat hoort erbij. De vliegduiven zitten met jongen die net uit het ei zijn, dus ook daar alles goed. De kwekers komen begin volgende week met eitjes voor de laatste ronde voor de vliegploeg.

Het vliegseizoen zal snel weer starten, al ben ik gemakkelijk met het opleren van oude duiven. Ik durf die zelfs op de eerste prijsvlucht te zetten, zonder ze van tevoren op te leren. Wel is het belangrijk dat ze tegen het nieuwe seizoen goed aan huis vliegen en gezond zijn. In conditie vliegen moeten ze toch op de vluchten doen.

Ik ga het verder niet ingewikkelder maken dan nodig. Alles zal toch weer afhangen van de kwaliteit, vrees ik. De meeste concurrenten liggen op voorhand vast. De belangrijkste vluchten zijn ergens in juni/juli met de oude duiven. Het zou mooi zijn als ze dan in topvorm zijn.

Aan de kwaliteit zal het zeker niet liggen. Ze komen stuk voor stuk uit bewezen duiven, maar dat wil niet altijd zeggen dat hun nageslachten over dezelfde kwaliteiten beschikken. Nu hebben we immers allemaal goede, maar over zo’n vijf maanden zijn de kaarten geschud.

Bijproducten en voeding vliegseizoen

Zodra ik weer een beetje auto kan rijden, leg ik weer een ritje af naar Mariën voor zijn mineralenpoeder, conditiepoeder en siroop. De duiven laat ik nog eens controleren bij De Weerd, en dan kan het seizoen losbarsten.

De bijproducten blijven Naturaline, voederolie en de mineralen- en conditiemix van Mariën. Voor het herstel na de vlucht bij de Eendaagse Fond gebruik ik bij thuiskomst Belga Recharge van Belgica de Weerd.

Dit jaar afgesproken met Gert-Jan Beute om de oliepillen in combinatie met Herstel Power capsules uit te testen op de Eendaagse Fond. Of het iets bijdraagt, zal nog moeten blijken. In een seizoen zoals 2018 vast wel, maar in een seizoen met vluchten boven de 1400 mpm, betwijfel ik het. Medische ingrepen doe ik alleen wanneer dit nodig is.

De voeding is uiteraard de Championsmix & NPO-mix, waarbij de NPO-mix een steeds prominentere rol gaat spelen bij inkorving en thuiskomst. Ik heb in 2018 de proef op de som genomen door op woensdagavond 50% basismengeling + 50% NPO-mix te geven en op donderdag en bij thuiskomst zelfs 100% NPO-mix.

Waarom? Simpelweg omdat het de duiven enorm veel vetten en energie geeft, terwijl het toch een erg gemakkelijk verteerbare voeding is. De NPO-mix is dus niet alleen een energiebom voor het inmanden, maar draagt ook bij aan een uitstekend en snel herstel na thuiskomst.

In de moderne duivensport draait het steeds meer om vetten bij de opbouw naar de vluchten, omdat eiwitten nu eenmaal slecht verteren en opslaan als de duiven die energie niet om kunnen zetten. Vandaar dus dat ik een voorstander ben van vetten en niet zozeer van eiwitten.

PIPA reportage

Vandaag verscheen er nog een uitgebreid artikel op PIPA. Deze vind je door te klikken op deze link.