Gisteren ontving ik de volgende mail:

Goedemorgen Peter Theunis,

Al enige tijd lees ik je blog met interesse.

Zou je eens iets willen schrijven over je ervaringen met kweken uit goede vliegers? Dat doe je al, maar meer in het bijzonder over broers en zussen van die goede vliegers die niet zo goed vliegen, maar misschien wel goed kunnen gaan kweken.

Of heb je, uitzonderingen daargelaten, meer aan een ons geluk dan een kilo verstand en moet je veel kweken, veel spelen en veel selecteren?

Die laatste zin klopt: met kweken heb je inderdaad meer aan een ons geluk. Maar om terug te komen op zijn eerdere vraagstelling: ik heb zowel goede vliegers gehad die slecht kweekten als slechte vliegers die goed kweekten.

Het beste was ik vaak met broers of zussen van een topvlieger die zelf niet gevlogen hebben. Zo kweek ik betere jongen uit een topvlieger x een broer/zus van een andere topvlieger die niet heeft gevlogen, dan wanneer ik twee topvliegers tegen elkaar zet. Dat laatste levert hier vaker slechte dan goede jongen op, uitzonderingen daargelaten.

Goede genen zijn essentieel

Wat ik erg belangrijk vind, is dat beide ouders en grootouders over topgenen beschikken, dat wil zeggen 1e prijswinnaars, Asduiven of top 10 winnaars op de NPO vluchten. Wat namelijk niet in de stamboom zit, kan er ook niet uitkomen.

De 150 teletekstvermeldingen die ik sinds de jaren ā€™90 heb behaald, waren vaak te danken aan het feit dat ik teletekstduiven vroeg naar de kweek bracht. Zij gaven vaak in de eerste of tweede generatie weer teletekstvliegers.

Aan de hand van deze filosofie begeleid ik ook het project in Friesland sinds 2014 met duiven en advies. Daar zijn sindsdien al heel wat teletekstnoteringen, meerdere 1e provinciale en zelfs twee 2e nationale Asduiven behaald.

Inmiddels is Jan dus prima in staat om zelf toppers te kweken uit het daar aanwezige materiaal volgens mijnĀ streef- en denkwijze.

Niets is vanzelfsprekend

Verder is het niet zeker dat een kweker ieder jaar goede geeft. Dit slaat wel eens een jaar over, omdat het ene jaar nu eenmaal zwaarder is dan het andere. Jongen van kweker A kunnen wellicht beter omgaan met zware omstandigheden dan jongen van kweker B, terwijl het met een gemakkelijker jaar andersom kan zijn.

Kweekkoppels die ieder jaar goede geven (lees: teletekstwinnaars, Asduiven of 1e prijswinnaars in het verband wat volgt op het verenigingsspel), mogen bij mij worden gemeld. Ik ben geĆÆnteresseerd om hier jongen uit te kopen.

Reportages staan regelmatig vol fabeltjes en dingen worden mooier gemaakt dan ze daadwerkelijk zijn. Ik ben al op heel wat plaatsen in Nederland en Belgiƫ geweest. Ik wilde ze alleen uit de beste ongeacht de kostprijs, maar wat viel het me iedere keer weer tegen.

Misschien is mijn verwachtingspatroon te hoog of kan ik niet zo goed met duiven omgaan, het zal vast een reden hebben. Maar begrijp me niet verkeerd, ik neem niemand iets kwalijk en voel me ook zeker niet bedonderd.

Vorig jaar kocht ik bij een jonge kampioen in Belgiƫ die jaarlijks groots presteert, twaalf jongen uit zijn beste duiven. Ik besloot hiermee te vliegen, de stambomen zouden na het vliegseizoen volgen omdat de beste man niet eerder tijd had.

Ze zijn een heel natour programma mee geweest, maar schitterden in afwezigheid. Het waren prachtige postduiven, maar toen hij belde voor de stambomen, heb ik gezegd dat het niet nodig was. De drie mooiste heb ik aan een buurman gegeven en de rest verwijderd. De buurman is er overigens ook niet mee geslaagd.

Zo ook dat jaar bij de grote kampioen in het Pallieterverbond in Belgiƫ die zelfs meerdere nationale Asduiven KBDB op zijn hok had. Twintig jongen uit de beste meegenomen, besloten om hiermee te vliegen, maar wederom niet ƩƩn die voldeed.

In Nederland voldeden de Scheele duiven het best. Ik heb er vijf gehaald uit hun beste en alle vijf gaven bruikbare tot goede duiven.

Het ene jaar zit het wat meer mee dan het andere, maar verbeterpunten zijn er altijd. Tevreden ben ik in principe nooit op het gebied van duivensport.

Dit jaar negen keer teletekst (in Friesland denk ik zelfs nog wat meer) en diverse 1e prijzen in alle verbonden. Bij de oude duiven provinciaal 1e hokkampioen op de vitesse, op de dagfond 7e en bij de jonge duiven 2e hokkampioen.

In Friesland provinciaal met dezelfde duiven als hier 1e generaal hokkampioen lang oud en jong, 3e Asduif dagfond en zeven Asduiven bij de eerste tien. De duiven presteren aan de andere kant van Nederland provinciaal dus ook super op alle disciplines.

Referenties

Verder zijn er dit jaar op verschillende hokken in Nederland wederom massaā€™s 1e prijzen gewonnen met of uit duiven van mij. Maarten Huijsmans won zijn laatste provinciale zege bijvoorbeeld uit een duif van mij en zo zijn er nog veel meer.

In Italiƫ speelt Team Allesandroni weer alles plat met voornamelijk nazaten van Super Rossi en bij Jordi Damen komt de 1e Asduif natour uit een duif van mij.

Hier nog een berichtje van Adam Thomas uit Wales:

Hi Peter,

Last week a direct daughter of this years Duffel Nat winner (g-son Super Rossi) won 1st National East Section from Hythe for my good friends flying as the partnership A Evans, son and Evans.

Hoe ik de duivensport beleef

Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar ik heb er weinig mee om mezelf op een voetstuk te plaatsen, zoals sommige die jaarrond alleen over zichzelf bezig zijn op hun blog. Dit boeit me evenmin als prijsuitreikingen. Ik sta niet graag op podia of ā€˜in the pictureā€™.

Ik beleef de duivensport door met duiven bezig te zijn en ze te zien arriveren van een vlucht, het liefst zo vroeg mogelijk.

Verder heb ik regelmatig prettig telefonisch contact met enkele kampioenen binnen onze sport, al filter ik degene die het achterste van hun tong niet laten zien er altijd snel uit.

Tot slot heb ik een hekel aan alle commerciƫle verkoopsites die bevriende hokken ophemelen alsof ze de beste hokken van het land zijn, terwijl de prestaties hier niet naar zijn. EƩn goede vlucht maakt iemand namelijk nog geen kampioen.

Dit is en blijft het voorliegen van buitenlandse kopers, wat uiteindelijk tot niets zal leiden. Eerlijk duurt namelijk het langst.

We hadden best nog een vlucht kunnen vliegen, het weer blijft namelijk goed en de duiven zitten nog steeds in de pluim. In Oost-Brabant wordt gewoon gevlogen morgen, dus wat nou ā€˜nationaal vliegprogrammaā€™?

In het begin was ik voorstander van het nationale vliegprogramma, maar nu heb ik zoiets van: schaf het maar weer af en laat de afdelingen hun eigen programma in elkaar steken.

Er zijn nu eenmaal diverse afdelingen die Ć¼berhaupt niet met de jonge duiven willen spelen, terwijl wij daar juist zo vroeg mogelijk mee willen starten. Nu rijden we elkaar telkens in de wielen.

Ik zou zeggen laat iedere afdeling het zelf uitzoeken en breng die afdelingen zo snel mogelijk terug naar zes districten opgedeeld in zes lange gebieden en niet zes brede.

Opleren

Deze week is er door enkele spelers in Brabant 2000 een alternatief opleer-/vluchtprogramma voor de jonge duiven gepresenteerd, waar ik mij prima in kan vinden. Ik had mezelf hierover eerder verkeerd in laten lichten en had het dus bij het verkeerde eind en was te voorbarig met mijn conclusie.

Ik ben zelf geen voorstander van opleren met de vereniging. Ik houd alles graag zo lang mogelijk in eigen hand in plaats van dat ik een ander over mijn duiven laat beslissen. Dan is er nog het besmettingsaspect in de manden. Als je niet uitkijkt, moet je voortdurend naar een medicatiemiddel grijpen.

Natuurlijk kost dit de eerste vlucht 20% duiven bij een verstandige lossing, maar dat neem ik voor lief. Hier rijdt een buurtgenoot zoā€™n twintig keer met de jonge duiven waarbij hij niet kijkt naar het weer, ook niet met extreme hitte.

Moest ik ze zelf wegbrengen, dan gingen ze maar enkele keren weg. Ik ben al jaren bij de eerste vijf provinciale hokkampioenen bij de jonge duiven, dus zo verkeerd zal die methode niet zijn. In Friesland gebeurt het ook zo. Resultaat: zeven Asduiven provinciaal bij de tien eerste en 1e hokkampioen.

De feiten liegen dus niet. Maar goed, als mensen behoefte hebben aan twintig opleervluchten in hun vereniging; mijn zegen hebben ze.

De dagelijkse gang van zaken

Deze week heb ik veel bezoek gehad. Alle zomerjongen die er nog zaten, zijn inmiddels weg op enkele na die deze winter naar PIPA gaan.

Enkele nieuwe bezoekers, maar ook mensen die hier al meer dan tien jaar komen om jaarlijks enkele duiven te halen. Het ene jaar met succes, het andere jaar niet. Zo werkt dat nu eenmaal.

De vliegduiven zijn dagelijks van ā€™s ochtends vroeg tot aan het schemeren buiten. Zo mogen ze lekker ontspannen. De paratyfuskuur gaat gewoon over het voer wat ze ā€™s ochtends voorgeschoteld krijgen alvorens ze naar buiten gaan.

Ze worden maar Ć©Ć©n keer per dag gevoerd en kunnen niet in de binnenhokken. Ze slapen in de buitenafdeling op roosters, dus weinig problemen qua verzorging hier.

Bij de twaalf resterende oude vliegkoppels gaan de twaalf late jongen er halverwege volgende week af. Zij gaan in het voorjaar naar PIPA. Daarna wordt de boel gescheiden en kan de rui beginnen.

Minder duiven

De selectie is aardig rond en zal uitkomen op 24 vliegkoppels, 24 kweekkoppels en acht overnachtkoppels. Voedsterkoppels worden hier niet meer gehouden, dat is een boel werk voor niets. Verder houd ik niet Ć©Ć©n duif meer door op het vlieg- of kweekhok waar ik geen jongen van wil.

Als kweekduiven gewoon hun cyclus afwerken, heb je iedere vijf weken een nieuw nest en een betere kwaliteit jongen. Ik heb jaren de eieren van bepaalde duiven verlegd. Per saldo zijn de kwekers eerder versleten en levert dit geen betere jonge duiven op. Of je er nu tien of vier uit een koppel kweekt, je houdt bijna evenveel bruikbare duiven over aan het eind.

Ik heb mijn hele leven een hekel gehad aan veel duiven, maar heb er weinig schrik van als anderen een halve container meegeven. Dit jaar ben ik met 145 jonge duiven gestart, omdat er weinig verspeeld waren tijdens het opleren. Dit was eens en nooit meer.

De duivenhokken zijn zo goed als schoon. Alle oude Vloerkorrel is eruit en de overtollige duiven zijn verwijderd. Duiven die voor mij niet goed genoeg zijn, worden hier niet verkocht maar gewoon verwijderd.

De 14-daagse paratyfuskuur is gestart. Gelijk erna worden ze hiertegen geƫnt. Na die enting worden de hokken ingespoten met Virkon S, daarna gaat er weer verse Vloerdekkorrel in voor het nieuwe seizoen.

In het drinkwater zit Sedochol of Naturaline, dit wissel ik dagelijks af. Dit blijft zo tot het einde van de ruiperiode, ergens einde dit jaar.

De duiven zitten nog bij elkaar en kunnen de gehele dag buiten. Ik houd ze na het seizoen graag kort bij de natuur ter ontspanning en voor hun weerstand.

Selectie

Zoals het er nu uitziet, worden er weinig tot geen nieuwe aankopen gedaan. De laatste jaren viel me dat niet mee, op een enkeling na.

Dertig jonge duiven voldeden aan de selectienorm en mogen blijven, waarvan acht die 3x 1:100 wisten te winnen. Hieronder drie zussen uit Millennium Boy x Golden Ace, waar Jan er ook twee van heeft die beide 3x 1:100 wonnen en eentje zelfs tweemaal teletekst.

Millennium Boy is een zomerjong en volle broer van Olympic Millennium. Golden Ace komt uit Super Rossi x Super Scheel en won een 1e tegen 6.504 duiven, een 1e tegen 5.263 duiven en een 2e tegen 4.550 duiven zonder dubbelingen.

Golden Ace is een volle zus van Lichte Super Rossi, die dit jaar de dienst uitmaakte bij de oude duiven met meerdere 1e prijzen en tevens vader is van een doffer die dit jaar tweemaal een 1e won.

Selecteren blijft moeilijk, vooral in een wisselvallig jaar. Voor de jonge duiven heb ik een selectienorm. De meeste zijn tien keer voor prijs meegegaan, dus 5x per tiental met minimaal 1x per honderdtal is de norm om te overleven.

Ik zou zeggen projecteer deze prestatienorm ook eens op je eigen jonge duiven en je zal zien dat er weinig over schieten. Na de rui bekijk ik die overlevenden nogmaals om te zien of ze alsnog mogen vertrekken.

Ik houd zoals het er nu uitziet 24 koppels vliegduiven door voor volgend jaar. Dit is ruim voldoende om vitesse, midfond en dagfond mee te spelen.

Bij Jan in Friesland zal het selecteren ook niet eenvoudig worden als je provinciaal de 2e, 3e, 4e, 5e, 8e, 9e, 10e en 14e Asduif op je jonge duivenhok hebt.

Jan is ook 1e aan- en 2e onaangewezen hok midfond jong, 1e generaal hok lang oud en jong aangewezen en 2e generaal hok lang oud en jong onaangewezen in Afdeling Friesland ’96.

Ook in de breedte deden de duiven het daar dus super. Zoals ik al zei: met allround duiven kan je een heel seizoen plezier hebben in plaats van enkele vluchten. Ik zal deze duiven een dezer dagen voorstellen.