Op de website van Herbots las ik een reportage over een Limburgse speler die de 1e prijs in de sector won. Een uitstekende prestatie, natuurlijk. Iets verder stond “de snelste tegen 44.875 duiven die dag”, maar dat is onjuist. Die dag vertrokken er namelijk niet zoveel duiven vanaf die losplaats. Duiven van verschillende losplaatsen uit verschillende richtingen optellen, lijkt me niet de juiste informatie.

Iemand deed dat eerder vanuit Orléans. Die duif won de snelste over ik meen meer dan 100.000 duiven. Ook hij telde toen alle duiven die op die dag waren gelost, bij elkaar op. De Chinees die deze duif had gekocht, was daar achteraf niet zo blij mee.

Bij de jonge duiven hadden we dit jaar vier NPO-concoursen, daar won ik 13x top 10 waaronder 2x de 1e prijs:

  • 3x met een kind van Bingo x dochter Golden Pair.
  • 2x met een kind van Dragon Girl.
  • 1x met een kind van Olympic Dragon (kleinkind Dragon Girl).
  • 2x met een kind van Dragon Jozef (samenkweek Olympic Jozef Eijerkamp x Dragon Girl) gekoppeld aan Witbuiks Blue (1e NPO La Souterraine & 11e Asduif WHZB).
  • 2x met een kind van Urano Willem de Bruijn x Pure Gold (1e Asduif WHZB uit Bingo x dochter Golden Pair).
  • 1x met een kind van Mister Millennium.
  • 1x met een kind van Avatar x Pure Gold.
  • 1x met een kind uit zoon Nikki x Bulls Eye Verkerk x New Esmee 7e NPO Vierzon uit zoon Rocketeer 1e provinciaal Asduif x dochter New Harry x Esmee Elzinga.

 

Ook in een wisselvallig seizoen komen de goede duiven voort uit goede duiven, terwijl die van mezelf eigenlijk beter zijn op vluchten onder de 1300mpm. Met die korte loopjes heb ik helemaal niets, die zijn veel te windgevoelig.

Een voorbeeld hiervan kan je terugvinden op diezelfde Herbots site. Dat ging over de knaluitslag van een topliefhebber uit Rayon 4 vanuit de natourvlucht Roye. Dat de wind veel bepaalt was die dag goed te zien. Henk de Weerd (Rayon 3) had van diezelfde vlucht 47 duiven thuis, voordat de liefhebber uit Goirle in Rayon 4 zijn eerste duif klokte. Mochten we in de toekomst alleen nog onder de 300 km spelen, dan kan je dat dus beter niet in groot verband doen.

Het seizoen zit erop en was succesvol hier met 4x de 1e prijs in afdeling Brabant 2000 en 48x top 10 (NPO/afdeling).

Als je de nationale kampioenschappen bekijkt, kan je wel raden wat ik daarvan vind. Een zwakke afdeling??? Bestudeer dan de nationale uitslagen van Issoudun en Châteauroux dit jaar nog maar eens. Brabant 2000 en Zuid-Holland zijn ruim vertegenwoordigd in de top 15.

Men moet gewoon de punten uit de afdelingen halen, dan zie je wie er daadwerkelijk het beste speelt in Nederland. Nu is het een vertekend beeld. Iemand in een zwak samenspel wordt vaak kampioen en de lossingsverschillen in het nationale vliegprogramma helpen daar zeker niet aan mee.

Maar goed, dat lijkt nu eenmaal het doel van dit bestuur te zijn: iedereen kampioen maken, desnoods van de straat waarin men woont. Men probeert vernieuwend te zijn, of dat nu leden kost of niet.

Ik vind toch dat een bestuur van welke vereniging dan ook naar de leden moet luisteren, daar zit men immers voor. We leven hier in een democratisch land. Vaak wil men macht uitstralen door dingen door te drukken of anders af te stappen en dat is nou net geen juiste manier van leidinggeven. Ook denk ik dat je als bestuurder tegen kritiek moet kunnen of open moet staan voor een dialoog, anders zit je niet op de juiste stoel.

Op eigen hok ben ik weer bezig met de voorbereidingen richting 2024. De duiven zitten aan de paratyfuskuur en de hokken worden leeggemaakt (alle bodembedekking eruit). De kwekers gaan over drie weken weer op hun hokken, dan kunnen ze alvast aan een bak wennen.

Ook dit jaar gaan er weer nieuwe duiven naar het kweekhok. Enkele oude rakkers en duiven die niet genoeg bruikbare jongen hebben gegeven, vertrekken.

De vliegploeg is nog niet op tal, de eindselectie vindt na de rui plaats. Ik wil enkele jaarlingen toch nog eens zien als ze door de rui zijn.

Zo zijn er nog enkele laatjes aangeschaft van drie liefhebbers, allen uit NPO of nationale winnaars. Deze worden ergens in een hok gezet en mogen een jaartje uitgroeien tot er in 2025 van gekweekt zal worden. Mocht er tussen deze 6 laatjes één zitten waarmee ik vooruit kan, dan ben ik al blij.

Je moet nu eenmaal vooruitkijken in het leven en die laatjes gaan vaak niet tegen de hoofdprijs. Uit laatjes kweken valt het eerste jaar altijd tegen, vandaar dat je daar geduld mee moet hebben.

Wat te behouden en wat te verwijderen, die keuze is elk jaar weer erg moeilijk. Vroeger selecteerde ik puur op basis van prestaties, maar doordat de jonge duivenvluchten de laatste jaren steeds korter en gemakkelijker zijn geworden, is dat lang niet zo eenvoudig meer.

Bij de oude duiven blijven de prestaties leidend, maar bij de jonge duiven ben ik noodgedwongen milder geworden en laat ik me meer leiden door intuïtie. Ook dit jaar behoorden enkele jaarlingen tot mijn beste oude duiven, die er als jong niets van bakten.

Daarentegen vielen er dit jaar ook veel jaarlingen af wegens een gebrek aan ervaring. Van amper 250 km met een kopwind bleven ze weg. Niet omdat ze iets mankeerden. Integendeel, mijn oude duiven waren super in orde, de prestaties bewijzen dat. Zij hebben als jong gewoon niet genoeg ervaring kunnen opdoen.

Als je jonge duiven niet boven de 350 km laat vliegen wegens allerlei instanties, dan moet je ook geen jaarlingen toestaan op vluchten boven de 800 km. Anders meet je met twee maten en dat is niet te verkopen aan leden die graag met jonge duiven spelen.

Er zijn plaatsen in Nederland waar men tot medio / eind oktober met duiven speelt. Ook dat vind ik niet eerlijk, want meerdere afdelingen bieden die gelegenheid niet.

Zo is het ook erg moeilijk om met net aangeschafte duiven voor de kweek iets te verwachten. Meermaals ondervond ik dat die het eerste jaar amper iets bruikbaars gaven, maar het jaar erop waren hun nazaten beter.

Ook heb ik meerdere prestatieduiven naar de kweek gedaan die super hadden gevlogen, maar pas na enkele jaren op de kweek iets goeds gingen geven. Zelfs in de eerste generatie gaven sommige niets, maar in de tweede generatie – de kleinkinderen – dus wel. Dus ja, heb je een beetje feeling nodig of misschien toch geluk?

Dit jaar won ik erg veel vluchten. Op sommige zeer belangrijke vluchten stond ik weliswaar op het podium, maar niet op de plek waar ik had willen staan. Ook daar heb je net dat beetje geluk bij nodig.

Zo won ik de eerste 7 prijzen van een Grand Prix vlucht tegen 8.400 duiven met de wind vanachter. Tien duiven kwamen tegelijkertijd uit de achtergrond. Normaal kun je het dan wel schudden op de voorgrond, maar ditmaal had ik het geluk aan mijn zijde.

Mijn 1e en 2e vielen haast tegelijk (2 seconde verschil) op de plank. Mijn favoriet (een halfzus van Pure Gold 1e Asduif WHZB) die enkele weken daarvoor de 1e in de afdeling won tegen 12.000 duiven, strandde op de 2e plek. De 1e prijswinnaar was een toevalstreffer en werd de week erna verspeeld. Toen dus geen geluk. Duiven die als jong 2x de 1e prijs in de afdeling winnen zijn zeldzaam en gaan gelijk naar de kweek, maar nu moet ze nog een jaartje door en als jaarling alle gevaren trotseren.

Ik ben blij dat vliegseizoen 2023 achter de rug is.

Ik zou niet meer over het vliegprogramma schrijven en ben dat ook niet van plan, maar één ding moet me nog wel van het hart.

Het programma dat er ligt voor volgend jaar gaat ons de duivensport kosten. Ik heb het vaker aangehaald, men wil van het jonge duivenprogramma een overnachtprogramma maken. Inspelen tot 350 km en klaar.

Willen we over 3 jaar nog leden hebben, dan moet men uit een ander vaatje gaan tappen. Je kunt niet door blijven gaan met alles maar inkorten. Als we voortaan elk jaar de jonge duiven en de natour gelijktijdig vanaf dezelfde losplaats gaan lossen, dan stoppen heel veel leden ermee, waaronder ikzelf.

Men wil in 2027 de afdelingen gaan samenvoegen, maar ik vrees dat het voor die tijd al gedaan is. Slechts een handjevol mensen kan dat zichzelf aanrekenen, maar dan is er natuurlijk geen ommekeer meer mogelijk. Leden die afhaken, herstarten nu eenmaal niet snel.

De duiven zijn gescheiden en zitten aan de enrofloxacine kuur van Vincent Schroeder tegen paratyfus. Daarna worden de duiven nog geënt, maak ik de hokken schoon en benevel ik ze met Virkon S. Na het schoonmaken volgen enkele herstelwerkzaamheden, zoals het repareren van rekjes die loshangen, deuren die slecht sluiten, etc.

Aan de verduistering ga ik ook werken, want er hadden teveel jongen 3 à 4 pennen gestoten. Ik denk dus dat het te licht is geweest. De ventilators van de bouwmarkt voldeden niet door de stof en worden dus vervangen, want met de terugkerende hitte in de zomer zijn die wel degelijk nodig.

Eigenlijk is het nu rust voor duif en melker, ik voer alles dan ook maar eenmaal daags. Ik maak 4 stenen pikpotten voer aan met één eetlepel Origanum Red en 1,5 stenen pikpot uit de mineralenemmer. Tweemaal per week gaat hier nog een schep Prestavit door. Diezelfde stenen pikpot is genoeg voor 8 tot 10 duiven, afhankelijk van de buitentemperatuur.

Na de paratyfuskuur gaan ze om de dag los, waarbij ik na het lossen meteen de klep openzet. Zo kunnen ze naar binnen wanneer ze dat willen.

Vanaf volgende week ontvang ik het geplande bezoek waar ik in de zomermaanden niet aan toekwam. Zelf leg ik ook nog wat bezoekjes af, die ik ook maandenlang vooruit heb moeten schuiven.

Over het vliegprogramma schrijf ik niet meer, de meeste kennis daarvan zit tenslotte bij mensen die zelf geen prijs kunnen vliegen.