Het was een drukke week. Ik kreeg bezoek uit Frankrijk en ging met wat Belgische vrienden langs bij Bas Verkerk om daar mooie kwaliteitsduiven te bewonderen.

Gisteren had ik een afspraak bij Belgica de Weerd voor een controle van de kweekduiven. Ik verwachtte geen problemen, ze zien er namelijk uit om door een ringetje te halen. Resultaat: geen tricho en de mest bestond uit kleine bolletjes, ondanks dat de voorzijde van het hok volledig uit gaas bestaat. Tot mijn verbazing vonden ze wel een spoelwormeitje.

Ik had een week lang verschillende mest verzameld en het totaal eens goed door elkaar gekneed. Er bleek volgens Jan van Wanrooij één duif tussen te zitten die er last van had, omdat hij maar één eitje kon vinden. Hij verwachtte dat dit van een nieuwe aankoop kwam, aangezien mijn kweekduiven nooit met andere duiven in contact komen.

Ik heb al meer dan 40 jaar duiven, maar slechts twee keer eerder meegemaakt dat een aangekochte duif wormen had. Ook een keer tijdens het vliegseizoen. Ik had toen al meerdere 1e prijzen gewonnen, maar ging eens per zes weken op controle. De duiven toen gelijk een wormtablet gegeven en het weekend erop won ik weer gewoon de 1e. Na die behandeling heb ik geen worm meer kunnen vinden.

Ditmaal dus ook alle kweekduiven een wormtablet gegeven en ik verwacht dat het daarmee klaar is. Voor de zekerheid krijgen de vliegduiven na de rui ook een wormtablet. In de rui vind ik dat linke soep. Wellicht doet het niets, maar wie weet.

Iedere nieuwe aanwinst geef ik dus voortaan een wormtablet voordat hij de hokken betreedt.

In 2019 werden veel duiven verspeeld. Vierzon kostte Afdeling 5 bijvoorbeeld veel goede, oude duiven. In Brabant 2000 werden op de eerste vlucht veel jonge duiven verspeeld vanwege een onverantwoorde lossing.

Willem de Bruijn en ik hadden het hier nog over toen ik hem bezocht. Wij vroegen ons af waar die duiven zouden zijn. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat ze allemaal dood zijn. Bij Willem kwamen er ook geen terug, terwijl ze vroeger maanden of jaren nadien nog terugkwamen.

Vorige week werd die stilte doorbroken toen er hier een duif in de stromende regen arriveerde. Het was er één van 2016, die ik als jong verspeelde. Ik Compustam geraadpleegd en inderdaad, hij had alleen als jong gevlogen en goede prijzen behaald.

De duif mankeerde eigenlijk niets. Zijn chipring was verwijderd en hij had even gezworven aan de bordeauxrode kleur van zijn poten te zien. Voor de rest is het een prachtige doffer. Ik heb hem aan een buurman gegeven die hieruit gaat kweken.

Ook ontving ik meerdere berichten uit landen als Marokko, Italië en Libië. Zij hadden duiven van mij waar ze het eigendomsbewijs van wilden. Na onderzoek bleken dat duiven die met netten gevangen waren door een in België wonende Roemeen. Hij zocht vervolgens uit van wie die duiven waren en verkocht ze zonder stamkaart of eigendomsbewijs door.

Alle duiven dood? Nee, daar geloof ik dus niets van. En dan heb ik het nog niet over de liefhebbers die als ze een duif van een bekende speler opvangen, hem gelijk vastzetten in de hoop dat ze een kampioen in handen hebben. De groep liefhebbers die duiven op hun hok hebben zitten waar ze geen eigendomsbewijs van hebben, is groter dan we denken.

Jaren terug kreeg ik een berichtje uit Duitsland over een duif die ik al acht jaar kwijt was. Ze hadden hem gevangen met een vangkooi op een kerktoren, totaal verwilderd. Dus nogmaals: alle duiven dood, daar geloof ik niet in. Minstens 25% leeft verder in gevangenschap en 10% zwerft rond.

Het NPO zou eens moeten onderzoeken hoeveel duiven er na 1 oktober nog terugkeren, hoelang ze al weg waren en wat er in de winter nog in de centrale hokken zit. Ik hoor namelijk nooit iets van een centraal hok in de wintermaanden, enkele uitzonderingen daargelaten.

Een centraal hok in Oudenbosch (3 km van mij vandaan) had enkele jaren terug een duif van mij. Toen ik hem op ging halen ging het over een duif die zes jaar eerder als pieper van het hok verspeeld was. Hij was door een liefhebber in ons samenspel eerst zes jaar netjes verzorgd en werd na bewezen diensten bij dat centrale hok gedumpt.

Zo zat er ook dit jaar een duif van mij in een centraal hok, in dit geval in Rayon 1. Toen ik hem wilde ophalen, bleek hij daar niet meer te zitten. Ik heb hier weinig commotie om gemaakt, maar zoiets mag natuurlijk niet gebeuren.

Zo zijn er dit jaar ook meerdere jonge duiven van mij gemeld door een centraal hok in Waspik, terwijl al mijn duiven gestempeld zijn. Sommige liefhebbers daar kunnen schijnbaar niet eerst even een belletje plegen.

Wat mij dit ook leert is dat onze duiven wel degelijk de oostenlijn aanhouden. Van meerdere vluchten werden de jonge duiven aangemeld uit de oostkant en maar één keer uit de westkant.

Op overnachtvluchten moet je geduld hebben en dat is bij meer dingen in het leven zo. Mijn slechtste eigenschap is dat ik geen geduld heb. Ik houd van doorpakken en snel resultaat. Zo heb ik achteraf gezien veel duiven verwijderd die ik beter nog even aan had kunnen houden gezien de resultaten van hun nazaten.

Ook heb ik duiven onnodig verspeeld door ze te snel terug in te zetten na een moeilijke vlucht. Verder heb ik jonge duiven op te jonge leeftijd opgeleerd met de rest. Ze moesten zich maar zien te redden, want over enkele weken begonnen de vluchten.

Anderzijds heb ik ook wel eens te lang aangemodderd met nieuwe aanwas die teveel kostte. Meerdere partners erop en iedere keer rotzooi eruit kweken.

Ik heb ook nieuwe aanwas op mijn beste duiven gezet en daar drie à vier rondes uit gekweekt, terwijl ze achteraf niets waard bleken te zijn. Wel een verloren kweekjaar van de eigen bewezen kweekdoffer- of duivin.

Ik heb jonge duiven doorgehouden die als jong niets presteerden, omdat ze uit een goede kweker kwamen. Als jaarling stelden ze echter wederom teleur.

Kortom, iedereen maakt fouten en fouten horen nu eenmaal bij het leven.

Golden Ten

Ik voorspelde eerder al dat er bij de Golden Ten voor de normale sterveling niets te halen valt. En inderdaad, ik had het bij het juiste eind. Jongen uit dezelfde ouders worden daar voor het tienvoudige geveild als op welke veilingsite dan ook.

Chapeau voor Jan en Rik dat zij duiven ver boven hun daadwerkelijke waarde kunnen tillen, iets wat anderen niet schijnt te lukken. Wat zaalverkopingen betreft staan zij op eenzame hoogte.

De kweekduiven zijn vandaag ingeënt en worden langzamerhand klaargestoomd voor de nieuwe koppelvorming 2020. De laatste aanwinst is er nog bijgezet. Dit is een machtig mooie doffer die ik kreeg van Willem de Bruijn uit zijn Uranus x een kleindochter van Hurricane. Beter kan dus niet, zullen we maar zeggen. Ik zit nu op tal, er komt verder niets meer bij.

De kweekduiven brengen drie rondes jongen op. Twee rondes eitjes gaan tussendoor naar Friesland. Kweekboxen heb ik niet en Jan gebruikt ze ook niet meer. Je kan je duiven zoveel omkoppelen als je wilt en vroeger deed ik dat nogal eens, maar per saldo bleef het resultaat hetzelfde. Daarbij vind ik het belangrijk dat een duif bewegingsvrijheid heeft, wat ten goede komt aan een succesvolle kweek.

Hier dus drie rondes voor mezelf, zeg gemiddeld vier jongen per koppel. Ten opzichte van sommige andere liefhebbers, gaat hier wel eens iets mis. Anderen hebben nooit onbevruchte eitjes, kapot gevochten jongen of jongen die minder opkomen. Ik wel. Ik leer het dus nooit, zullen we maar zeggen.

Vroeger verlegde ik van topdoffers keer op keer en met meerdere duivinnen, maar het resultaat was vaak dat er ook maar twee bruikbare duiven tussen zaten. Ik ben dus van mening dat wanneer je vier à vijf jongen van één koppel kweekt, er zeker één bruikbare tussen moet zitten als beide ouders over voldoende kwaliteiten bezitten.

Vierentwintig kweekkoppels en zes testkoppels zouden dus 30 bruikbare jongen moeten geven. Met dit aantal zou ik tevreden zijn. Let op: bruikbare duiven moeten hier wel per honderdtal vliegen.

Ik denk dat het belangrijk is dat kweekduiven kerngezond en niet te zwaar zijn. Met vette duiven aan de kweek beginnen, is een valse start. Zo is het ook raadzaam om binnen nu en twee weken een mest- en keelonderzoek te laten doen. Nu kan er nog bijgestuurd worden. Medicatie inzetten als de kweek bezig is kan vast ook, maar daar ben ik geen voorstander van.

Hier alles in een meer natuurlijke vorm, dus volop zuurstof en alleen medicatie als er iets geconstateerd wordt. Ook bij de vliegduiven zoveel mogelijk zuurstof en zo weinig mogelijk medicatie, supplementen of wat dan ook. Duiven die het daar niet mee redden; jammer dan. Game over.

Dit jaar wisten we een week voor aanvang van het vliegseizoen nog niet definitief waar we heen gingen. Ik ben benieuwd of dit volgend jaar sneller gaat. Ik ben wel iemand die van tevoren graag een planning maakt, zoals wanneer te koppelen en hoe te spelen.

De doelen voor 2020 zijn hetzelfde: genieten van de duivenjaren die ons resten en goed proberen te spelen op alle vluchten met uitzondering van de middaglossingen. Dit kan alleen met allround kwaliteitsduiven die zich kunnen weren tegen specialisten op bepaalde disciplines. Natuurlijk is specialiseren het beste, maar wanneer ik meedoe, ga ik voor het beste resultaat.

Hier wordt van tevoren niet bepaald welke duiven op de vitesse, midfond of dagfond gaan. In principe laat ik me daar pas in het seizoen door leiden. De duiven die ik doorhoud moeten van 125 tot 700 km op kop kunnen vliegen. Dit verwacht ik ook van nieuwe aanwas, al komen ze bijvoorbeeld van een vitesse speler.

Er is vanwege mijn rugklachten stevig gekapt in het duivenbestand en de bedoeling is om met 40 stuks alle oude duivenvluchten te spelen. Ik weet nu al dat daarvan minimaal de helft uitgeselecteerd zal worden.

Ik ben nooit bang geweest voor megahokken, het draait immers om kwaliteit. Het is wel belangrijk om series te draaien en dat gaat niet met slechts een paar duiven mee. Naam maken in het buitenland kan alleen door op te vallen en dat doe je met series. Niet één buitenlander ziet hoeveel duiven je inzet. Kopduiven draait om kwaliteit en niet alleen om massa.

ZLU

Aankomend seizoen wil ik ook Agen ZLU spelen met zo’n 16 jaarlingen. Zij komen voort uit Olympiade en teletekstduiven, dus aan de kwaliteit ligt het niet. De tijd zal leren of ze het in zich hebben. Als er één goede tussen zit, ben ik al tevreden.

Ik ben gestart met 35 jongen die eind mei zijn gespeend. Enkele heb ik verwijderd omdat ze zich niet gezond konden houden. Hier worden ze – en vooral die duiven – natuurlijk begeleid, dus op de entingen na niet één medicijn. Ze gaan dagelijks los, ook bij slecht weer. Ze slapen zo goed als buiten, omdat de voorzijde van hun hok volledig uit gaas bestaat.

Ze zijn niet opgeleerd, maar gelijk op 85 km gezet. Enkele dagen later op 145 km, toen 219 en daarna 300 km. Van die 35 zijn er nog 20 over. Het kaf is dus duidelijk van het koren gescheiden en de duiven die me niet aanstonden, zijn allemaal achtergebleven.

Nu verwacht ik er in de aanloop naar Agen nog vier te verspelen, dus ik hoop er 16 mee te kunnen geven. Ik verwacht duiven die in de top 100 kunnen vliegen, dus zullen er veel afvallen. Vandaar dat ik dus vermeldde dat ik met één goede duif al tevreden ben.

Ik ben zeker niet van plan om voorgoed ZLU te gaan spelen, maar meer om enkele vluchten per jaar mee te doen. Zoals ik al zei wil ik dat wel goed doen, anders zal het ook snel weer ophouden.