Mij wordt regelmatig gevraagd hoeveel te voeren in deze tijd van het jaar. Dit hangt af van verschillende factoren, zoals:

  • Welk soort duiven heb je? Een die gemakkelijk vet wordt?
  • Hoe vaak komen ze los in de winter?
  • Hoe ver zijn ze met de rui? Duiven die ver klaar zijn, hebben minder voer nodig.
  • Heb je een open (koud) of een afgesloten (warm) hok?
  • Wat is de buitentemperatuur? Erg koud of juist nog aangenaam?
  • Zitten ze op eitjes te broeden?
  • Drijven ze achter hun duivin?
  • Liggen ze met jongen en zo ja, welke grootte?
  • Wat geef je de duiven allemaal nog meer te eten?

 

Kortom, er is geen one size fits all. Nu niet en in het vliegseizoen ook niet, want: vliegen ze korte of lange afstanden, hebben ze wind mee of tegen, trainen ze één of tweemaal daags, etc.

Als duivenmelker moet je gewoon elke week wat duiven in handen nemen. Zijn ze te licht, dan voer je wat meer. Zijn ze te zwaar, dan voer je wat minder. Zo simpel is het. Let wel, in licht of zwaar voer geloof ik niet! In meer of minder voeren wel.

In allerlei rui-, kweek- of vliegmengelingen heb ik nooit geloofd. In een veelzijdige mengeling wel, het liefst niet te eiwitrijk maar wel met veel vetten. De hoeveelheid eiwitten bepaal ik liever zelf, daarom ook de Prestavit als los bijproduct.

Globaal zeg ik altijd 30 tot 40 gram per dag per duif, maar nogmaals, dit kan meer of minder zijn vanwege de bovenstaande factoren.

We zitten zo weer in een nieuw vliegjaar en ik ben benieuwd wat dat wordt.

Mijn drie beste duiven van 2022 en de beste oude duiven van 2020 zijn naar de kweek gegaan. Volgend jaar dus 12 oude duiven en de rest jaarlingen. Het kweekhok is ook verjongd, 24 kweekkoppels moeten daar voor nieuwe aanwas zorgen.

Vorig jaar werd 15m² aan kweekhok afgebroken, want het moet wel behapbaar blijven. Ik verwacht met zo’n 60 oude vliegduiven te starten, maar dat aantal wordt teruggebracht zodra de dagfond begint. Aan ca. 40 duiven heb ik dan meer dan genoeg.

Ik heb al diverse conceptvliegprogramma’s voorbij zien komen en zoals gewoonlijk maakt men dezelfde fouten. Ze willen weer te laat met de oude duiven beginnen en véél te laat met de jonge.

We treffen steeds vaker warm weer. Je zou verwachten dat men daar het vervoer op aanpast. Ik denk bijvoorbeeld aan mechanische ventilatie, koelelementen in het drinkwater en een continue doorstroming in de drinkgoot.

Men leert niet graag van vroeger, toen er in de derde week van juni werd begonnen. De duiven hadden al heel wat kilometers en twee nachten mand gehad, alvorens het in de tweede week van juli tropisch warm werd.

Men vindt vandaag de dag alles beter gaan dan vroeger óf is ervan overtuigd het beter te kunnen, hoewel de personen die zich erover buigen zelden op het podium te vinden zijn wanneer de bloemen worden uitgereikt.

De Belgen daarentegen houden vast aan hun traditie en hebben dan ook een prachtig programma en een goede leerschool voor hun jonge duiven. En niet geheel onbelangrijk, iedere liefhebber bieden zij spelvreugde.

Ik beschrijf mijn gedachtes hier regelmatig, maar niemand hoeft ze te lezen of het ermee eens te zijn. Ik bereik er uiteindelijk niets mee – dat snap ik heus wel – maar als iedereen zo redeneert in het leven, dan hebben slechts enkele personen alle macht en kunnen zij zonder tegengas doen en laten wat ze willen. De geschiedenis leert ons dat het dan al snel een puinhoop wordt.

Op eigen hok pak ik de broedschotels weer in met oude kranten. Ik doe dit elk jaar, zodat ze niet vies worden. Sommige schotels zijn al meer dan 40 jaar oud. Na het vliegseizoen leg ik die ruim een week in water met chloor, waarna ze weer fris ruiken. Je kan hiervoor ook Dettol of Virkon S gebruiken.

De kweekduiven worden over 14 dagen tegen paramyxo gevaccineerd (met Colombovac). Bij de vliegduiven gebeurt dit omstreeks half december.

Begin november zet ik de kweekdoffers op de hokken en die licht ik meteen bij van 07.00u tot 19.00u. Dit is lang zat. Als je nog langer bijlicht, gaan de jongen gooien zodra ze net gespeend zijn. Het licht blijft aan tot het in de natuur ook rond dat tijdstip licht wordt, daarna gaan de lichten overdag uit.

Bij de oude vliegduiven hetzelfde systeem, die worden ook drie weken voor de koppeling 12 uur belicht tot eind februari. Daarna worden ze tot halverwege mei verduisterd van 18.30u tot 08.30u.

De duiven ruien momenteel stevig en krijgen eenmaal daags eten en drinken. Over het voer gaat elke dag Origanum Red en een flinke schep mineralenmix. Tweemaal per week doe ik daar nog Prestavit bij en in het drinkwater om de dag Sedochol of Naturaline.

Vanaf november mogen ze weer om de dag naar buiten. Ik heb liever dat de roofvogel er in de winter af en toe één grijpt dan dat ik straks met allerlei vleugelproblemen aan het nieuwe seizoen moet beginnen.

De hokken maak ik met al die veren nu eenmaal per week schoon. Dit betekent alles schrapen en daarna een nieuw laagje schelpenzand op de bodem. Eenmaal per week krijgen ze een bad, elke dag lijkt me overbodig. Dingen die niet echt nodig zijn, daar spendeer ik zo min mogelijk tijd aan.

Onlangs vroeg iemand hoe ik dacht over het veelvuldig wegbrengen van duiven.

Duiven kunnen boven zichzelf uitstijgen door de vele trainingskilometers en krijgen hierdoor vaak een topconditie. Vooral jonge duiven zijn hier gevoelig voor. Maar let wel, overdaad schaadt. Wanneer je de duiven meermaals per week wegbrengt in het vliegseizoen, maak je ze op den duur juist zwakker.

Ik ben zelf niet roomser dan de paus en ga ook wel eens doordeweeks op pad, maar enkel na een slechte vlucht of richting het einde van het seizoen. Zo is dat ook met frequent medicijngebruik. Op de paratyfuskuur na geef je die het best alleen wanneer er iets wordt geconstateerd bij de dokter. Door blind te kuren zal je uiteindelijk ook zwakkere duiven creëren.

Wanneer duiven iets openstaan, heeft dat vaak geen gevolgen. Vaak komt dat door een verminderde conditie of te vette duiven. Vooral jonge duiven staan dan weer gesloten en in de ruitijd weer licht open. Dit heeft allemaal weinig betekenis en is de wereld ingeslopen door duivenfluisteraars.

Mijn beste duiven Super Rossi en Olympic Millennium stonden ook wat open. Toch heb ik weinig betere gehad in mijn leven. Niet op het vlieghok, niet in het kweekhok en ook niet in de nakweek (op alle afstanden).

Olympic Millennium werd Olympiade duif op de snelheid. Drie van haar kinderen zijn nu mijn beste op de dagfond. Deze kinderen zijn van 2020 en gaan dit jaar naar de kweek. Zij zorgden er met zijn drieën voor dat ik voor het tweede opeenvolgende jaar kampioen ben van de Eendaagse Fondspiegel.

Heel wat hokken zitten weer met paratyfus of verschijnselen daarvan. Ik hamer reeds jarenlang op de gevolgen. In de winter van 2012 kreeg ik namelijk zelf met paratyfus te maken en ik kan je verzekeren: daar word je niet vrolijk van.

Ook ik maakte de fout door jaarlijks met hetzelfde product te kuren, zonder vaccinatie. In de winter van 2012 had ik ze dus na het vliegseizoen weer 14 dagen met hetzelfde product gekuurd als in de voorgaande 20 jaar.

Er was inmiddels gewenning opgetreden, wat volgens de dierenarts “niet kon”. Logisch, iedereen beschermt immers zijn eigen producten, maar ik geloof mensen niet zo snel meer op hun blauwe ogen. Er werd ook nooit paratyfus in de mest of opgestuurde duiven gevonden. Wel kwam het in een bloedafname naar boven.

Het heeft uiteindelijk het merendeel van mijn duiven het leven gekost, waaronder de topduiven. In feite moest ik dus opnieuw beginnen en dat kost je al snel enkele jaren. De jaren 2013 en 2014 waren dan ook niet om over naar huis te schrijven. Eén ding was zeker: dit wilde ik nóóit meer meemaken.

Sindsdien ben ik begonnen met dagelijks oregano olie over het voer plus het afwisselen van kuur en enting tegen paratyfus in het najaar. Daarnaast geef ik de duiven tweemaal per week Prestavit voor de eiwitten, vitaminen en mineralen. De rui is één van de zwaarste periodes van het jaar en dan mag het je duiven aan niets ontbreken. Dit betekent dus ook niet te krap voeren met een arme mengeling waar haast geen granen en zaden in zitten.

Veel liefhebbers hangen hun jas aan de wilgen nadat ze met paratyfus in aanraking zijn gekomen. Je kan dit voorblijven door jaarlijks preventief te handelen, het liefst in de ruitijd. Veerschade als gevolg van de kuur of enting heb ik nooit gehad. Eens per vier jaar kom ik terug met een vorm van Baytril. Dit jaar was dat enrofloxacine van Vincent Schroeder, gevolgd door een dode entstof voor kippen van Patrick Derycke.

Paratyfus heeft verschillende stammen, vandaar de afwisseling van kuur en enting. Let wel, ik ben natuurlijk geen dierenarts, maar – helaas – wel ervaringsdeskundige (na 2012 heb ik het gelukkig nooit meer gehad). Na de kuur en enting komt hier geen duif meer bij, die gaan eerst in quarantaine en krijgen daar eerst de kuur en enting.

Na de kuur spuit ik ieder jaar de hokken nat met Virkon S, omdat ik een goede hygiëne erg belangrijk vind. Voor paratyfus geldt: uitzieken laat je beter aan de concurrent over!