Ik heb al vaker aangehaald dat we beter af zouden zijn zonder nationaal vliegprogramma. In plaats daarvan kan je beter elke afdeling zijn eigen vluchten en afstanden laten bepalen. Het huidige systeem deugt namelijk niet.

We zien de kampioenen teveel in bepaalde afdelingen en dat is een teken dat er iets niet klopt. Goede duiven zitten namelijk overal. Daarbij zijn de verschillen te groot in de kampioenschappen bij WHZB en de nationale, dat zouden dezelfde kampioenen moeten zijn.

Verder stopt men één week te vroeg waardoor iedereen verplicht wordt aan winterkweek te doen en slaan de afstanden bij de jonge duiven nergens op. Vijf vluchten tussen de 80 en 150 km, en dat zijn dan ook nog eens wedvluchten.

Onze afdeling is te breed voor deze gekkigheid. Voorbeeld: tussen mij en Goirle of Baarle scheelt het amper 5 km, alleen liggen zij wel meer dan 30 km oostwaarts. Met Hoogerheide en hun scheelt dat nog meer en dan heb ik het nog niet over de overvlucht tussen Putte en Woudrichem van meer dan 60 km. Men moet dan dus ook niet in afdelingsverband kunnen spelen.

Nee, hier is duidelijk niet over nagedacht. Het lijkt wel in elkaar geflanst door mensen zonder kennis van duiven. In Nederland willen ze iedereen kampioen maken en dat klopt niet. Daarmee gaat ook het laatste beetje charme van onze sport verloren.

De duivensport is ten opzichte van vroeger veranderd. Je hebt tegenwoordig mensen die andermans hokken of duiven keuren en overal hun mening verkondigen, terwijl ze zelf amper blad raken. Verder kan je de duiven niet met elkaar vergelijken. Duiven die met één nacht mand worden gespeeld hebben minder bijproducten, vetten en herstel nodig dan duiven die twee nachten mand worden gespeeld.

De één nacht mand duif vergelijk ik met sprinters in alle takken van sport: groot, sterk, gespierd en mooi om te zien. Een twee nachten mand duif is rank, klein, wel gespierd maar met een laag vetpercentage. Ik heb zelf marathonduiven die op zicht prachtexemplaren zijn, maar in de hand op kraaien lijken. Een smal lichaam en ze wegen amper iets.

Advies over voeding en bijproducten neem ik van iemand die zelf niet verder dan 400 km heeft gespeeld, niet aan. Zij weten niet waar ze over praten. Zo zijn er liefhebbers die vroeger nooit verder dan 300 km speelden met één nacht mand op een teentje look in water. De tijden zijn veranderd. Nieuwe virussen liggen op de loer en we zijn met zijn allen meer duiven gaan houden met meer zwakkelingen als gevolg.

De “volledig op graan en water” figuren die verkondigen hoe gemakkelijk het wel niet is, zijn vaak mensen die je niet met een korrel maar met een heel pak zout moet nemen. Ik weet al lang dat wanneer iets te mooi lijkt om waar te zijn, het vaak ook zo is.

Ik speel zelf allround van 100 tot 700 km en werd op elke discipline in de afdeling dit jaar 1e hokkampioen (op de midfond 2e), in de FZN 1e Gouden afdelingskampioen, maar ook 3e beste liefhebber WHZB (vorig jaar 4e). Ik ben dus geen eendagsvlieg en wat ik daarmee wil aangeven is dat ik inmiddels aardig weet wat ik ervoor moet doen om van april tot september op alle afstanden tot topprestaties te komen.

Het begint met kwaliteit, maar zonder de bijbehorende juiste inzet, voeding, vetten en bijproducten kom je er niet. Dit is bij iedere topsporter zo. Laat al die mooie praatjesmakers gewoon hun prestaties van de afgelopen jaren op tafel leggen en niet die uit een ver verleden. We leven immers in het heden.

Schenk je aandacht aan duiven die het verdienen. Het is jouw taak om ervoor te zorgen dat het die duiven aan niets ontbreekt, zodat ze het uiterste uit hun vermogen kunnen halen. Overbevolking leidt tot niets. Hier worden ook best wat jongen gekweekt, maar alleen de beste gaan een jaar door. Selectie ligt hier elke dag op de loer.

Na zes vluchten zijn hier al veel duiven verdwenen. Dat daarmee de motivatie uit een hok verdwijnt, beschouw ik als een fabeltje. Zo denk ik ook over koude, wat slechts een emotie is zoals Theo Pander wel eens aanhaalt. Duiven zijn geen mensen.

Zo zag ik op de site van A.S. de foto van Roger Buvens. Zo zitten de vliegduiven hier al jaren in het stille seizoen. De gehele dag in een open volière, alleen ‘s nachts zitten ze binnen, de kwekers daarentegen niet eens. Die zitten dag en nacht in een open volière.

Nog enkele dagen en we gaan december in. Normaliter een feestmaand met Sinterklaas, kerst en verjaardagen, maar niets lijkt erop dat het een feestmaand wordt zoals vroeger. We hebben een zwarte pietendiscussie die al in september op gang komt, een vuurwerkverbod op oudjaar, gesloten restaurants met kerst… In wat voor nachtmerrie zijn we eigenlijk beland, vraag ik mezelf wel eens af.

Wat dat betreft mogen we van geluk spreken dat we duiven hebben, een hobby aan huis waar we alle dagen van kunnen genieten en die tevens ontspannend werkt.

Het kweekseizoen is zonder problemen begonnen. Alles is goed gepaard, zelfs de zomerjong duivinnen. Het weer zit natuurlijk mee, koude nachten zijn beter dan hele dagen regen. Bijna alle duiven zitten in overdekte volières, wat voor mij en de duiven beter is. Stof is immers voor niets of niemand goed.

De kweek- en vliegduiven zitten hier ver uit elkaar, een gesloten systeem. De kwekers krijgen op een luisdruppel en geeltablet na een jaar lang geen medicatie. Ze komen ook niet met andere duiven in contact, wat de vliegers in het seizoen wel wekelijks doen.

Voor de rest is het rustig in duivenland; geen prijsuitreikingen, reporters of wat dan ook en dat is voor mij ook wel prima. Het is natuurlijk mooi dat we kampioenschappen kunnen winnen, maar ik ben nu eenmaal geen sociaal dier dat van al die aandacht of feestavonden houdt.

Maandagavond loopt de verkoop op Doevepeet af voor de rolstoelbus voor Nanne. Er staan bijna 200 bonnen op van goede liefhebbers die dit goede doel steunen. Een mooi moment dus om dit jaar met een goede daad af te sluiten.

Ik kom langzaamaan weer uit de winterslaap. De tuin is winterklaar gemaakt en dit weekend worden de kweekduiven weer gekoppeld. Gisteren heb ik wat duivinnen gepakt en die zijn er klaar voor. Wij moeten nog even wachten, maar in Koeweit gaan ze dit weekend weer los met de eerste prijsvlucht.

Ik hoop dat het seizoen volgend jaar niet vertraagd raakt, maar dat moeten we afwachten. Het is helaas zover dat we allemaal wel iemand kennen die corona heeft gehad of erger nog; eraan is overleden. Hopelijk is er snel een goed vaccin en kan de wereld voor iedereen weer een beetje normaal worden.

Duiven zijn er dit jaar niet bijgekomen, op de ene Verkerk doffer na. Daar heb ik wel veel vertrouwen in. We doen het met wat we hebben, de beste van hier en Jan zijn naar de kweek gegaan en daar proberen we weer wat van te maken.

De broedschotels zijn vijf weken geleden ingepakt met kranten en op elkaar gestapeld. Ik leg drie krantenlagen in de lengte en drie in de breedte op elkaar en zet de schotel dan in het midden. Daarna vouw ik alles naar binnen en stapel ik de schotels op, zo zit alles vast om de schotel heen.

Als ze worden gekoppeld geef ik de schotel met krant en na enkele dagen gaan daar tabaksstelen in voor het eventuele ongedierte. Verder een dun laagje erwtenstro en schelpenzand voor gebutste eitjes of vervormde borstbenen en daar moeten ze het mee doen.

Na elke ronde gaat de krant eraf en wordt de schotel opnieuw ingepakt, deze wordt immers niet vuil. Ik zet de schotels wel alle jaren na de vluchten een paar dagen in chloor om te weken. Niet omdat ze zo vuil zijn dus, maar omdat ik me daar goed bij voel.

De temperatuur daalt volgende week, dus het is ideaal weer om te koppelen. In maantheorieën geloof ik niet, dus daar kijk ik niet naar. Daarbij kweek ik met regenachtige dagen hetzelfde als met koud en droog weer. Hier staan de hokken wel dag en nacht open, dus wordt het al snel vochtig. Koud en droog heeft daarom mijn voorkeur, alhoewel de duiven er niet om malen en ik denk dat vochtigheid geen nadeel heeft voor de leg.

In onze emmer zit relatief weinig mineralenpoeder, anders zou het snel een vochtige bende worden in de voerbak met al het zout wat in de meeste andere emmers zit. Sommige duiven eten dan teveel mineralen met natte mest als gevolg. Als ze papjongen hebben doe ik er wel elke dag een soeplepel mineralenpoeder bij, want dan lijken ze dat beter op te nemen. Eenmaal geringd pakken ze er vaak niet meer van.