In Nederland is het appels met peren vergelijken, dat is inmiddels wel duidelijk. Dat is ook de reden dat veel kampioenschappen mij weinig zeggen, vooral die waarbij de punten uit zwakke samenspelen worden gehaald. Het zou eerlijker zijn als ze die uit de afdelingen halen, dan komen de ware kampioenen naar voren.

Op 12 september maakte ik met de jonge duiven een knaluitslag vanuit Châteaudun (451 km) door de eerste twaalf te winnen tegen 2.500 duiven in het Rayon. De eerste duif speelde de 3e NPO tegen 6.277 duiven, waarbij de winnaar van dat concours 6 minuten los speelde.

Tussen de aankomsten van mijn eerste zestien duiven zat 3 minuten. De eerste duif maakte 1401mpm en de zestiende 1387mpm, die stond in het NPO-concours op de 30e plaats. De eerste duif komt uit Avatar (zoon Millennium koppel) x een dochter van Super Rossi. Ik had die dag zes duiven op teletekst met tussen mijn eerste en zesde 6mpm verschil.

Jan Timmermans won diezelfde dag in Friesland royaal de 1e vanuit Châlons-en-Champagne (471 km) met 10mpm los in het NPO-concours. Zijn eerste duif maakte 1371mpm. Zijn zestiende duif zat 18 minuten later en werd 96e. Bij ons in Brabant 2000 vielen twintig duiven in de 10mpm verschil dat Jan los vooruit de 1e speelt.

De duif bij Jan komt uit een zoon van het Millennium koppel (een broer van Avatar dus) x een kleindochter van Super Rossi. Kortom, een soortgelijke koppeling, alleen 260 km verderop in Nederland met dezelfde lossingsomstandigheden. Jan had die dag vijf duiven op teletekst met tussen zijn eerste en vijfde 22mpm verschil. Dat ze hier beduidend dikker vielen, kan ik niet ontkennen.

De eerste zestien duiven hier en bij Jan die dag komen nagenoeg uit dezelfde lijnen. Toch vond ik dat Jan beter speelde omdat hij de 1e en ik de 3e NPO won, maar dat ligt denk ik aan mijn winnaarsmentaliteit. De 1e NPO van Jan zit nu op het kweekhok en is een topper in de hand. Bovendien heeft hij twee superlijnen in zijn afstamming. Nu maar afwachten of die genen ook goed doorkomen in de nazaten ervan.

De kweekduiven hebben allemaal eitjes, dit weekend controleer ik of ze bevrucht zijn. De vliegduiven zijn aan het laatste deel van hun rui bezig, enkele staan nog op één of twee pennen.

Het weer was mooi gisteren, dus mochten de vliegers naar buiten. De roofvogel had dit in de gaten en hoopte op een vervroegde kerstmaaltijd. Hij pakte er één maar liet hem los, dus een halve staart eruit. Het ging om één van de twee reservedoffers die hier nog zitten.

Hij had dus geluk ditmaal, maar ik houd ze er niet voor binnen. De eerstvolgende dag dat het mooi weer is, gaan ze gewoon weer los. Alles beter dan een hok vol stramme, stijve duiven. Iedere topsporter traint in de winter gewoon door. Misschien dat ik daarom zelden last heb van scheefvliegers.

Wel heb ik enkele keren een duif met de vleugel uit de kom gehad. Die vleugel houden ze dan omhoog en daar is niets meer aan te doen. Zo’n duif gaat nooit meer vliegen. Vaak komt het doordat ze ergens uit schrik tegenaan vliegen, bijvoorbeeld door een roofvogelaanval. Zulke duiven vind je enkele dagen later terug verscholen onder een struik of het hok.

Gisteren viel er regen, regen, en nog eens regen. Weer om binnen te blijven, dus. In de hokken wordt het dan ook snel een vochtige bende.

Hier hebben nagenoeg alle kweekduiven gelegd. Enkele zomerjongen nog niet, maar die doen daar altijd wat langer over als ze voor het eerst moeten leggen. Super Rossi zit ook tegen een zomerjong gekoppeld. Hij bevruchtte vorig jaar niet meer, daarom zet ik daar geen bewezen kweker meer tegen.

Nu zijn natuurlijk de wonderen de wereld niet uit. Cannonball stopte in zijn 9e levensjaar met bevruchten, maar het jaar erop bevruchtte hij elk ei. Hetzelfde overkwam Young Witbuik (is van 2008), die bevruchtte in 2019 niet, maar in 2020 heb ik er 14 jongen van gekweekt. Ik ben dus benieuwd wat hij dit jaar doet.

Wat dat betreft is Super Rossi een jonge kerel met voor zijn leeftijd een toplichaam waar geen sleet op zit, ondanks dat hij drie jaar wedstrijden heeft gevlogen voordat hij naar de kweek ging.

Goede duiven

De afgelopen maanden heb ik veel verkopingen gevolgd. Sommige verkochten totaal en andere lijken maar enkele goede duiven te hebben waar ze jongen uit aanprijzen. Er zijn duidelijk meer papieren tijgers (stamboomduiven) dan topduiven.

Het is en blijft moeilijk om een hok met goede duiven op te bouwen. Als je twaalf koppels uitstekende vliegduiven hebt, word je beste liefhebber van Nederland. Zo simpel is dat. Daarom zeg ik wel eens: steek alle duiven die 4x de 1e in eigen vereniging winnen in de mand, dan weet je snel hoeveel goede duiven je hebt. De meeste grote duivenmelkers van Nederland kunnen ze in een 6-vaksmandje houden. Wat zijn er dus maar weinig goede duiven.

Hier zitten 28 vliegkoppels, maar die hebben stuk voor stuk goed gepresteerd en bij allen staat iets achter de naam, van 1e prijs tot top 25 NPO of Asduif. Ondanks dat zal 75% hiervan door de mand vallen tijdens de selectie van 2021.

Tussen de 28 kweekkoppels zitten meer dan 15 NPO-/ of provinciale winnaars. Tevens hebben alle kweekduiven waarmee gevlogen is teletekst gewonnen of zijn zij Asduif geworden. Verschillende kwekers hebben bij de top 25 nationale Asduiven gestaan. De kwekers die niet hebben gevlogen hebben allen één of meerdere toppers grootgebracht.

Hier verdwijnen ieder jaar kweekduiven van het toneel omdat er vliegduiven op het kweekhok bijkomen, inclusief enkele prachtige zomerjongen uit topkwekers. Duiven die top vlogen maar niet goed kweken, gaan er meteen uit. Ik houd ook niet van stokoude kweekduiven.

Ik heb enkele oude kweekduiven: één van 2011, twee van 2014, één van 2015 en drie van 2016. De rest is van 2017, 2018 en 2019. De oudste tien vliegduiven zijn van 2019 en de rest is jaarling. Young Witbuik verblijft al jaren in Friesland.

Het seizoen 2021 is nu echt van start gegaan. Op 27 november zijn de kweekduiven gekoppeld en ik heb ze 12 uur per dag licht gegeven. De eerste koppels hebben op 4 december gelegd. De twee koppels die als eerste legden deden dat vorig jaar als laatste, terwijl de ene al sinds 2019 op dezelfde partner staat.

De kweekduiven zitten in de buitenlucht met weliswaar een dak boven hun hoofd, maar dat staat een goede kweek niet in de weg. Wel krijgen ze dagelijks onze Origanum Red over het voer, dat verder bestaat uit de gebruikelijke 80% Championsmix en 20% NPO-mix.

Ik hoop dat we in 2021 even goede duiven mogen kweken als in 2020 en dat de nazaten van de toplichting van 2017 wederom toppers voortbrengen.

Resultaten seizoen 2020

Het seizoen 2020 was sportief gezien uitstekend met onder andere een notering als 3e Beste Liefhebber van Nederland. Vorig jaar werd ik daar 4e, het jaar ervoor 10e en het jaar daarvoor 11e.  Een zichtbaar stijgende lijn, dus.

In Brabant 2000 werden we 4e Onaangewezen, 2e Aangewezen en 2e Asduif midfond. Op de dagfond 1e Onaangewezen, 4e Aangewezen en 3e, 11e, 17e, 39e en 49e Asduif. Bij de jonge duiven 1e Onaangewezen jong, 11e Aangewezen jong en 2e, 3e, 9e, 10e, 19e, 25e, 28e, 29e, 31e, 33e, 39e en 43e Asduif jong. Hierbij moet ik wel vermelden dat we een hok hebben waarop totaal weduwschap wordt gespeeld. Uit datzelfde hok gaat een deel naar de midfond en een deel naar de dagfond.

Er zijn op iedere discipline natuurlijk hokken die zich alleen op de mid-, dagfond, jonge duiven of zelfs alleen op de nalijn richten. Ons hok staat redelijk centraal in de afdeling, waarbij ik om gunstig te zitten liever met een oost- tot noordoostenwind te maken heb dan een westenwind.

Hier spelen we allround met dezelfde duiven waarbij we geen vaste duiven voor de dag- of midfond hebben. Ik bepaal pas op de dag van inkorven wie waar naartoe gaat. Dit gaat in een normaal seizoen wel ten koste van wat Asduiven, maar dat boeit me weinig.

In de FZN (Fondclub Zuid-Nederland) werden we 1e Gouden afdelingskampioen, 3e Gouden Crack oud en 7e en 10e Gouden Crack jong. Bij de nationale kampioenschappen 42e Onaangewezen, 30e aangewezen en 27e Asduif midfond. Op de dagfond 70e Onaangewezen, 6e Aangewezen en 12e, 24e, 64e en 72e Asduif. Bij de jonge duiven 12e Onaangewezen jong en 11e, 15e, 76e en 84e Asduif jong.

De 11e nationaal Asduif jong komt uit National Rossi, die de 1e NPO Gien won tegen 6.419 duiven, de 3e Nationaal Gien in de sector tegen 23.171 duiven, de 11e NPO Pont-Sainte-Maxence tegen 11.477 duiven en de 50e NPO Orléans tegen 7.383 duiven. Hij stond gekoppeld tegen Olympic Millennium (1e Asduif PIPA Rankings als jong, 2e Asduif PIPA Rankings als jaarling en 3e Olympiade duif). Kortom, goede komen wel eens voort uit goede.

Bij WHZB werden we zoals gezegd 3e Beste Liefhebber, maar ook 28e, 31e, 49e en 52e Asduif jong. Verder 17e, 35e, 47e en 85e Asduif allround, 11e, 25e, 75e en 82e Asduif dagfond en 22e Asduif midfond. Uitslagen in de vereniging, het samenspel en het Rayon zal ik achterwege laten.

Tenslotte won ik de 1e NPO van La Souterraine en Jan de 1e NPO van Châlons-en-Champagne. Beide hebben we een reeks teletekstplaatsen veroverd, in Rayon 2 zelfs de 1e tot 12e van Châteaudun. Dit is schijnbaar nooit eerder gebeurd. Ik had al eens 1e tot 10e gewonnen in 2011 en in een ver verleden de eerste 7 van Chartres. Maar goed, ik kijk niet snel naar resultaten uit het verleden, die zeggen namelijk niets over het heden.

ZLU

Op Agen werd een vaasje gewonnen door in de top 25 nationaal te spelen met een jaarling op drie oude pennen zonder enige ervaring. In 2021 wordt nog deelgenomen aan Agen en Narbonne en misschien zelfs Barcelona. Daarna sluiten Jan en ik ons gezamenlijke overnachtproject af, je moet nu eenmaal keuzes maken in het leven en het programmaspel trekt mij meer.

Ik ontving onlangs de onderstaande mail over sectorindelingen:

Aankomende maandag is er een overleg van voorzitters afdelingen incl. NPO bestuur.

Er wordt gesproken over de sector indeling van Nederland en hoe men denkt over de indeling zoals die er is gekomen met de “unieke wekgebieden”.

Dit naar aanleiding van een voorstel door afdeling 9 gedaan op de NPO vergadering voor een andere sector indeling. Deze is niet besproken omdat een discussie niet ging lukken, maar onderstaand is hun voorstel en zal dus maandag in een kleinere groep besproken worden.

Voorstel nieuwe sector indeling Als bestuur heeft u een voorstel neergelegd voor een nieuwe opzet van de Nationale concoursen. Op zich is dit een prima voorstel waarmee de duivensport verder kan. Om van dit voorstel een succes te kunnen maken zal er wel eerst iets gedaan moeten worden aan een goede sector indeling. Op dit moment is het zo dat een merendeel van onze leden niet happy is met de huidige sector indeling. De oorzaak hiervan is dat men de huidige sector 3 veel te breed vindt waardoor de invloed van wind en ligging teveel invloed heeft, waardoor een groot deel van de leden bij voorbaat al kansloos is op een goede klassering. Om tot een eerlijker sector indeling te komen willen wij voorstellen om Nederland op te delen in drie sectoren. Afdeling 1 t/m 4 worden ingedeeld in sector 1. Afdeling 5 t/m 7 worden ingedeeld in sector 2 en Afdeling 8 t/m 11 wordt ingedeeld in sector 3. We willen daarbij voorstellen dat de sectoren 1 en 3 zich tijdens de dagfond, midfond en jonge duivenvluchten opsplitsen. Afdeling 1 en 2 wordt dan sector 1 west en Afdeling 3 en 4 wordt sector 1 oost. Afdeling 8 en 9 wordt sector 3 zuid en Afdeling 10 en 11 worden sector 3 noord. Tijdens de Nationale dagfond, midfond en jonge duiven vluchten worden uitslagen gemaakt van de gesplitste sectoren. De gesplitste sectoren mogen gebruik maken van verschillende losplaatsen zodat eerlijk spel gewaarborgd blijft. We stellen verder voor om de uitslagen van de Nationale concoursen niet te gebruiken voor de Nationale kampioenschappen. Om eerlijk spel te behouden is het belangrijk dat het spelgebied niet te groot wordt. De invloed van wind en ligging kunnen wij niet uitschakelen. Door de uitslagen te gebruiken van kleinere concoursen blijft eerlijker spel gewaarborgd.

Mijn mening

Schijnbaar willen ze Afdeling 1 t/m 4 in één sector stoppen, maar wel opsplitsen in oost en west. Dat is maar goed ook, anders wordt het te breed. Sommige hokken in Limburg staan op de grens met Duitsland, terwijl de kampioen in Geffen bijna in Afdeling 8 mee kan spelen.

We hebben eerder geprobeerd om in één sector te spelen. Bij een westenwind werden Afdeling 1 en 2 volledig weggevaagd. De week erop bij een oostenwind besloot Limburg zich diezelfde blamage te besparen door niet mee te doen in de sector.

Al met al blijf ik voorstander van een sectorlossing met Zeeland, de duiven zitten dan beter verspreid en de wind heeft minder impact. We zagen bij de enkele nationale lossingen in het verleden dat er dan geen dominantie is van enkele hokken. Afdeling 3 en 4 erbij is simpelweg te breed om eerlijk te concoursen.

Voor de afdelingen zou het betaalbaarder zijn als ze gaan fuseren en een nieuw wagenpark kopen, we krijgen nu eenmaal minder leden in Afdeling 1 t/m 4. Ook de losplekken worden moeilijker, dus met meerdere tegelijk los op één losplaats zou een goede uitkomst zijn. We moeten immers toekomstgericht blijven kijken.