Voor de liefhebber is er iedere week wel wat, zoals een verkoop of een prijsuitreiking. Zelf geef ik daar weinig om. Mijn rugklachten zijn hier de hoofdoorzaak van, maar ook de lange avonden van huis. ’s Avonds ga ik toch al niet weg vanwege alle duivendiefstallen die helaas nog steeds plaatsvinden.

Verder hoef ik niet per se in de belangstelling te staan. Sommige kicken daarop, maar ik niet. Ik zoek ook geen waardering, het liefst ben ik gewoon thuis en geniet ik van de omgang met duiven en het rommelen in de tuin.

Kampioenschappen op het hoogste niveau zijn natuurlijk schitterend om te behalen. Ik ben daar dan ook erg blij mee, maar de bijbehorende trofee of huldiging zijn meestal niet aan mij besteed.

Datzelfde geldt voor beurzen. De Olympiade is prachtig om mee te maken, maar die lange autorit en hele dag daar hangen staan mij in de weg. Duivencontacten heb ik genoeg. Via WhatsApp of WeChat kan je de gehele wereld over en stelt de taal niets meer voor. En je hoeft er niet voor van huis.

Gelukkig zijn we niet allemaal uit hetzelfde hout gesneden, anders zou het maar een saaie bedoeling zijn, haha.

Ik hoop volgend seizoen weer te kunnen genieten van de wedstrijden, al zal het even wennen zijn zonder mijn vaste letter.

In mijn hoofd ben ik al bezig met de koppelingen. Op papier koppel ik niet, ik volg gewoon mijn gevoel. Compenseren doe ik ook niet, ‘compensatieduiven’ kan je beter verwijderen. Als de jongen straks weer in de nesten liggen, zie ik vaak al snel of de koppeling goed was of niet.

Na de kweek staat het vliegseizoen weer voor de deur. Zoals men weet volg ik al jaren een vast systeem, dus ik kom niet snel voor verrassingen te staan. Vaak is het even afwachten of en wanneer de duiven het spel oppikken, daarna is het een kwestie van ze gezond houden en niet teveel truckjes toepassen of rijden met de duiven. Op die manier houd je het vaak een heel seizoen op redelijk niveau vol. Ze kunnen het of ze kunnen het niet, dat wordt gedurende het vliegseizoen pas duidelijk.

De vliegduiven ruien nog stevig. Ik merk dat ze nu wat meer roodsteen eten, daarom geef ik ze wat extra uit de mineralenemmer. Hier zit voldoende roodsteen in.

Alles blijft bij het oude wat het inkorven van de dag- en midfond betreft. Begrijpen doe ik dat niet, want de meerderheid was toch voor om alles op één dag in te korven?

Enkele afdelingen waren wegens vervoersproblemen tegen, maar bij een democratisch besluit is het normaal gesproken ‘meeste stemmen gelden’, toch? In de duivensport blijkbaar niet.

Hier zijn nogal wat kleinere verenigingen die naar een nationaal inkorfcentrum moeten om hun dagfond duiven in te manden, wanneer er te weinig zijn om op te halen. Die verenigingen doen vervolgens niet aan de dagfond mee en zo ontstaan er steeds kleinere concoursen.

Zou men alles op één dag ophalen – dag- én midfond – dan doen er ook binnen die verenigingen meer mensen aan de dagfond mee. Nu moet men vaak 15+ km rijden om bij een NIC in te manden en dat doet men niet vanwege de leeftijd. Het zou ook minder belastend zijn voor de inmanders, die nu dus vijf extra avonden moeten opdraven.

Men zou ook de nalijn per direct moeten afschaffen. Minder vluchten voor de inkorvers en men beschermt zo het jonge duivenspel. Haast iedereen speelt totaal weduwschap, dus de duivinnen worden toch wel getest.

Daarnaast zou men voor elke afdeling taartvluchten moeten organiseren. Het inkorven kan bij de NIC centra, zodat de overnachtspelers hun jonge duiven plus ieder ander die dat wil hun late jongen ervaring op kunnen laten doen.

Wij zitten nu dus zonder bestuur in Brabant 2000. Het valt mij toch allemaal wat tegen. Ze maken enkele missers en halen daarmee problemen van allerlei instanties op de hals. Nu verlaat men collectief het schip en is iedereen schuldig, behalve zijzelf. Elk bestuur krijgt kritiek in welke tak van sport of bedrijf dan ook, daar moet je mee om kunnen gaan.

Waarom ik niet in het bestuur stap, vraagt men dan. Dat heeft geen zin. Dan moet men binnen enkele dagen alweer een nieuwe bestuursverkiezing organiseren.

Ik werd ooit uitgenodigd om in de vliegcommissie te gaan. Ik speel graag met duiven, dus deelde ik daar mijn visie over hoe een mooie vliegprogramma er in mijn ogen uitziet. De dag erna kreeg ik een mail dat men bij nader inzien commissieleden genoeg had. Toen heb ik me voorgenomen nooit meer aan zoiets mee te doen.

Vanaf volgend weekend gaan de lampen bij de kwekers weer 12 uur per dag aan. Dit stopt wanneer het in de natuur ook 12 uur licht is. Langer bijlichten is in mijn ogen overbodig.

Of duiven nu op de 12e of 21e dag afgelegd hebben, maakt voor de kwaliteit niets uit. Ik heb het vaker aangehaald: een vlotte leg betekent niet automatisch dat de kwaliteit van de jongen ook goed is.

Ik heb kweekjaren gekend waarin alles van een leien dakje ging, maar ook jaren waarin ik geen enkel jong fatsoenlijk gekweekt kreeg. Per saldo zaten er evenveel goede als slechte duiven bij. Bij mij moet je dus niet aankomen met allerlei legdatumschema’s of vollemaantheorieën, dat vind ik pure onzin.

Hetzelfde geldt voor papieren kampioenen. Ik houd enkel de prestaties in de afdelingen of op de nationale of provinciale vluchten in België bij. Daarbij kijk ik ook naar de wind. Behaalt iemand de prestaties alleen met de wind in het voordeel of ook in het nadeel?

Vriendjes van de pers – de papieren kampioenen – vallen bij mij snel door de mand. Datzelfde geldt voor alle hokken met naamduiven die niet eens op de uitslag kunnen geraken.

Je moet dingen kritisch kunnen beoordelen. Hier zijn ook enkele hokken die meermaals de 1e prijs in de afdeling wonnen, maar verder amper blad konden raken. De ware kampioen daarentegen staat er elke week in de afdeling. Althans, zeker in de top 50 op het hoogste niveau, want daar draait het om.

Met een massa duiven mee een vroege prijs pakken is geen kunst, de boel daarmee oprollen wel. Zo vind ik dat je minstens je deel per tiental moet pakken om van een geslaagde vlucht te kunnen spreken. Dus 30 duiven mee, dan 10 per tiental en het liefst 3 per honderdtal. Dit lukt mij natuurlijk ook niet altijd, maar ik denk wel dat ik het meest kritisch ben op mijn eigen prestaties. Tevreden ben ik in principe nooit, want het kan altijd beter.

Je kunt schrijven wat je wilt, daar doe ik ook aan mee, maar als je zelf weinig tot niets klaarspeelt dan heeft het allemaal weinig betekenis. Maar ja, ook in de duivensport klinken holle vaten het hardst. Zo is dat ook met prestaties uit het verleden: wat weg is komt nooit meer terug. Mensen die alleen nog over hun prestaties uit het verleden schrijven, hebben op de hedendaagse uitslag meestal niets meer te betekenen.

Dit jaar was super bij de oude en de jonge duiven, hoewel ik er aan de start van 2023 niet zoveel vertrouwen in had. Tussen de jonge duivenlichting van 2022 zaten in mijn ogen maar zes echt goede, daarom dacht ik dat de tweejarigen het goed moesten gaan maken.

Mijn vermoeden was juist, die zes waren superieur als jaarling en enkele waarvan ik niets verwachtte, ontpopten zich gelukkig alsnog als goede jaarling.

Bij de jonge duivenlichting van dit jaar zaten 18 top 10 winnaars in de afdeling. Bij de vliegploeg voor 2024 zitten nog 18 overjarige duiven en 46 jonge duiven van 2023. Hiervan wonnen er 42 minstens 1x per honderdtal, de overige 4 houd ik op gevoel door.

Hier draait alles om kop spelen in de afdeling, vandaar dat de duiven op het kweekhok en het vlieghok hierop worden geselecteerd. Het vlieghok lijkt in de breedte erg sterk, maar zoals altijd blijft het afwachten.

Bij de kwekers zijn er 24 kweekdoffers en 34 kweekduivinnen. Er zijn twee zomerjong doffers naar de kweek gegaan en er komen nog twee aangekochte zomerjongen bij van mijn Chinese vriend die een jaartje worden getest.

Hiermee zal het moeten gebeuren voor 2024. De koppeldatum is nog niet bekend. De voorbereidingen zijn weliswaar gedaan om eind deze maand te koppelen, maar ik heb momenteel dermate veel last van mijn rug dat ik dit misschien moet uitstellen.

Hier in het zuiden hebben we de competitie Fondclub Zuid-Nederland (FZN), waarvoor we gouden ringen kunnen kopen.

Sinds de jaren ’90 ben ik – vooral met de jonge duiven – bij de Gouden Cracks, die gaan vaak over de laatste drie NPO-vluchten boven de 350 km. Afdelingskampioen word je door de getekende op de dagfond bij de oude en de NPO-vluchten bij de jonge duiven te pakken.

Vroeger werden mijn jonge duiven die bij de eerste tien Gouden Cracks stonden, nadien altijd goede. Rocketeer werd als jong in 2006 al 1e provinciaal Asduif. Later werd hij vader van Blue Rocket, die als jong 4e Gouden Crack FZN werd en uitgroeide tot een topkweker. De duivin van het Millennium koppel bijvoorbeeld is daar een dochter van.

Superduivin Dragon Girl (een kleindochter van Rocketeer) werd 2e Gouden Crack FZN en later moeder van onder meer Olympic Dragon, die als jong 4e Gouden Crack werd.

Dit jaar werd ik net als vorig jaar 1e afdelingskampioen in de FZN. Ook werd ik 2e Gouden Crack met Olympic Rossi. Zijn zus Olympia werd vorig jaar 7e Gouden Crack. Beide komen uit National Rossi (1e NPO Gien x Olympic Millennium), een Olympiade duif én nationaal Asduif. Dus ook hier een kleinzoon en kleindochter van Blue Rocket.

Bij de jonge duiven werd ik dit jaar 1e, 4e, 6e en 7e Gouden Crack. De 1e komt uit Blue Dragon, een broer van Dragon Girl x Prox uit superduivin Proxi Frans Maris (won de 2e, 7e en 14e nationaal in België).

De 4e Gouden Crack komt ook uit Blue Dragon, maar hij stond toen gekoppeld aan Rockets Millennium (zelf 2e provinciaal Asduif en kleindochter van Blue Rocket).

De 6e Gouden Crack is een zoon uit Dragon Jozef, die komt uit de samenkweek Olympic Jozef Eijerkamp x Dragon Girl. Hij stond gekoppeld tegen Witbuiks Blue (1e NPO La Souterraine en 10e nationaal Asduif dagfond).

Het speciale aan deze 6e Gouden Crack – ik noem haar Broken Dragon – is dat ze de laatste 6 weken van het seizoen met een spalk om haar poot heeft gevlogen. Die brak ze en op die vluchten werd ze dus 6e Gouden Crack.

De 7e Gouden Crack komt uit Urano (zoon Uranus Willem de Bruijn en al vader van Olympic Rosa, die ook 1e Gouden Crack FZN werd). Hij stond gekoppeld aan Blue Millennium (dochter Golden Pair), een zus van Blue Diamond, die de 1e Grand Prix won en moeder is van National Torres. Laatstgenoemde won dit jaar de 1e NPO Issoudun, de 1e nationaal in de sector en de 2e nationaal over heel Nederland. Daarvoor won hij ook een 2e NPO Châteauroux.

De broer van National Torres is Torres Diamond, die won een 4e, 4e en 6e NPO dit jaar. Zij zijn dus achterkleinkinderen van Blue Rocket en Rockteer. Beide broers verhuizen nu naar de kweek, net als Olympic Dragon. Alle drie nog jaarling, overigens.

Blue Millennium is ook een kleinkind van Blue Rocket (zoon Rocketeer), die op zijn beurt weer een zoon is van Dragon Rocket. Dragon Rocket was weer een zoon van Rocket van wijlen Marijn van Gastel. Die Rocket was ook 1e nationaal Asduif WHZB en werd aangekocht door Mike Ganus uit de USA. Daar werd hij absolute top op de vele eenhoksraces wereldwijd.

Het is inmiddels 2023 en de nazaten van Dragon Rocket (1999), zoon Rocketeer (2006) en kleinzoon Blue Rocket (2010) domineren nog steeds de Gouden Cracks.

De nazaten van Rocket en Witbuik maken hier al 25 jaar de dienst uit. Die duiven vlogen al vroeg toen we nog de helft meer liefhebbers hadden.

Er wordt af en toe een duif bijgehaald, maar duiven zoals de nazaten van Rocket en Witbuik, die op alle afstanden en windrichtingen het verschil kunnen maken, zijn er maar weinig. Vandaar dat heel wat van die aangeschafte duiven na enkele jaren ook weer verdwijnen. Goed genoeg op de meeste hokken, maar niet hier.