De meeste jongen zijn op eigen kracht teruggekomen. Wel heb ik op de velden rond het huis drie opgegeten jongen gevonden. Het is een echte jager, ik zag hem zelfs enkele keren in de klad met trainende oude duiven schieten.

Uiteindelijk zijn het maar duiven en is er meer dan genoeg ellende in de wereld waarover je jezelf druk kan maken. Iedereen – arm of rijk – krijgt vroeg of laat met ellende te maken en als het dan alleen om duiven gaat, mag je niet mopperen.

Nieuwe Vloerdekkorrel

Inmiddels zijn al mijn hokken voorzien van onze nieuwe, grover formaat lavakorrel. Deze korrel van 3 tot 8mm bevat totaal geen stof en sleep je niet uit het hok aan je schoenen. Het is hetzelfde product als de oude lava, maar dan grover gebroken en opgezakt in stevigere 16 kg zakken. Vanaf nu is hij verkrijgbaar voor iedereen die er interesse in heeft.

Er hoeft minder van in het hok. Voorheen twee zakken per vierkante meter, nu anderhalve zak. Als je de bodem niet meer ziet nadat je er met de hark doorheen bent gegaan, is het goed. Je praat dan over amper 2 cm.

De duiven zitten en liggen er graag in. Als er teveel pluimen op liggen, dan even harken of met de brander eroverheen en klaar. De hokken zijn altijd droog en de mest breekt gelijk af op de scherpe lavakorrels. De duiven lopen ook altijd met zuivere pootjes in het hok.

Het scheelt een boel onnodig schrapwerk en het komt de sfeer en het hokklimaat ten goede. Dat betaalt zich uiteindelijk weer uit in betere prestaties.

Beetje bij beetje keren de jongen terug, op dit moment mis ik er nog zes. Ik denk dan altijd maar: waarom keren deze wel terug en de andere niet? Persoonlijk heb ik het niet op duiven die gelijk bij iemand binnenspringen. Ik zie ze liever na enkele dagen dolen halfdood thuis geraken. Ik stempel mijn jongen, vooral omdat ik het vervelend vind om er een particulier mee op te zadelen.

Hier kwamen ze de duiven ophalen die ik na het jonge duivenseizoen van 2020 niet zelf op de vlieghokken kon plaatsen. De ploeg die er na de laatste vlucht nog zat voldeed in zijn geheel, maar ik heb simpelweg maar 28 bakken en plaats er geen bij.

Een persoon vertelde mij voor de kweek liever jongen te halen die wedstrijden gespeeld hadden dan jongen die nooit los zijn geweest. Volgens hem zijn duiven die wedstrijden verteerd hebben, hokvaster. “Uit wegvliegers kweek je vaak wegvliegers”, zei hij en misschien heeft hij wel een punt.

Zelf ben ik nog nooit goed geweest met duiven die ik bij iemand terug moest halen, tenzij het jongen waren die voor het eerst buiten kwamen en opschrokken. Maar zoals altijd zullen er ongetwijfeld uitzonderingen zijn.

Hier keren jaarlijks duiven in prima staat terug die vroeg in het seizoen verloren gingen. Onlangs nog een duif van 2017. Ze heeft er drie dagen over gedaan om binnen te lopen. Doordat ik alles noteer, weet ik precies wanneer een duif verloren ging. Deze was al vroeg als jong van het hok verspeeld.

Aan de staat van de duif was te zien dat er al die jaren van gekweekt is. Hij zal losgebroken zijn of men heeft hem proberen over te wennen, maar één ding is zeker: hij zat niet ver hiervandaan. De duif zelf is verwijderd. Ik wil geen ziektes op het hok, zeker niet van duiven waar ik niets van weet.

Zo kreeg ik enkele jaren geleden een bericht van een opvanghok uit Oudenbosch op 5 km hiervandaan. Er was een duif in prima staat binnengebracht en wat bleek: het was er een van mij die als jong van het hok verloren ging. Tien jaar later besloten ze haar maar bij een opvanghok af te geven en ze had echt niet op de kerk gezeten al die jaren. Zo sportief zijn sommige leden uit eigen omgeving dus. Schijnbaar krijgen sommige daarvan na 10 jaar toch wroeging.

De sneeuw was verdwenen dus de jonge duiven mochten naar buiten. Ik was een kwartiertje bij de hokken weg en de havik zat eronder. Op dit moment nog tien jongen weg. Ze zijn gestempeld, maar ik verwacht weinig telefoontjes. Ze zitten immers op enkele kilometers van huis.

Als hij er één pakt is dat geen probleem, maar de schrik die hij onder de rest aanjaagt is een drama. Hier zit de loods altijd vol met kraaien, dus het is een fabeltje dat er dan geen gepakt worden. In het koppel buizerds dat hier al jaren rond het huis vliegt heeft hij ook geen erg.

Er komen er steeds meer en alle vogeltjes verdwijnen van het straatbeeld. Alleen kraaien en eksters ontspringen de dans. Wat dat betreft hebben ze het goed voor elkaar om alsmaar meer van die dingen uit te zetten en kweekkasten op te hangen. 

De gemiddelde kweekkast ligt vol met duivenringen. Als ze de verwilderde exemplaren nu zouden pakken, maar het lijkt wel alsof ze het als een echte jacht zien en puur de gezonde dieren pakken.

Al het muizen- en rattengif moest ook uit de schappen, nu zien we zelfs overdag ratten over straat lopen. Waar de mens zich gaat mengen in de natuur loopt het vaak mis. Paarden, edelherten, wilde zwijnen… Ze worden uitgezet en daarna weer afgemaakt of verplaatst.

Volgende week warmer weer, dan gaat het bij elke duivenliefhebber weer kriebelen. Ik weet natuurlijk niet of we half april starten, maar het is aan de verenigingen om met hun voorwerk te beginnen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het binnenbrengen van de klok, chip-, hok- en entlijsten en het online betalen van contributie. Het kan maar geregeld zijn.

De afdelingen moeten hun vergaderingen, losvergunningen en vliegprogramma’s toch ook gaan afronden zou je denken. Zo meteen gaat het licht op groen en dan moet alles uitgesteld worden omdat bepaalde werkzaamheden niet zijn afgerond.

Ik heb de entlijst al klaar liggen en de hoklijst ingevuld. De lijst van de duiven die nog een chip om moeten, ligt ook klaar. Als de sneeuw eenmaal verdwenen is, begint de dagelijkse training om huis van de oude en jonge duiven. Ze zijn aan de stroeve kant, dus de spieren moeten weer los komen.

Nog enkele weken en dan zijn de jongen bij de vliegduiven weg en kunnen ze hun vliegritme hervatten. De drukke periode van een duivenliefhebber breekt aan, het is tijd om uit de winterslaap te komen en de degens te kruisen met de concurrentie. Normaal begint de eerste wedvlucht over acht weken!

Binnen nu en vier weken dus op controle met de duiven met een uitgebreid mestmonster verzameld over een periode van vier dagen. Als je 100 duiven op het hok hebt, neem er dan 10 mee voor een keeluitstrijkje, het liefst uit alle hokken enkele duiven. Het kan maar gebeurd zijn, een schone start is het halve werk!

Het is geen pretje in het duivenhok. Uitkrabben gaat niet want alles is bevroren, behalve de duiven gelukkig.

De toegangswegen naar ijsgebieden zijn dicht, door corona is ook deze ambiance ter zielen. Dit is jammer voor de jeugd, omdat zij niet kunnen genieten zoals wij destijds. Zulke koude winterdagen zijn immers geen jaarlijks terugkerend fenomeen hier in Brabant.

Ik denk dan terug aan de winter van ’97, toen genoot ik volop van dit weer en werd er in februari ook flink geschaatst. Heel wat toertochten heb ik gereden van de 25 km tocht in Steenbergen – langs alle binnenwateren met overal stempelposten met koek en zopie – tot de 100 km tocht in Vught.

Ook de Singeltocht van amper 12 km in Breda werd gereden voor de sfeer. Wat ik me wel herinner is dat het vreselijk koud was met een stevige oostenwind die door de polders raasde. De Elfstedentocht werd toen ook gereden. Elke avond schaatsten we met een groepje om de afstanden een beetje te verteren.

Nu 24 jaar later zou ik het niet meer kunnen en durven met mijn rugklachten. Eén keer vallen en de rapen zijn gaar. Ik kom niet eens meer buiten als het niet nodig is om uitglijden voor te blijven. Wat kan alles snel veranderen in een relatief korte periode.