Hier in het zuiden hebben we de competitie Fondclub Zuid-Nederland (FZN), waarvoor we gouden ringen kunnen kopen.

Sinds de jaren ’90 ben ik – vooral met de jonge duiven – bij de Gouden Cracks, die gaan vaak over de laatste drie NPO-vluchten boven de 350 km. Afdelingskampioen word je door de getekende op de dagfond bij de oude en de NPO-vluchten bij de jonge duiven te pakken.

Vroeger werden mijn jonge duiven die bij de eerste tien Gouden Cracks stonden, nadien altijd goede. Rocketeer werd als jong in 2006 al 1e provinciaal Asduif. Later werd hij vader van Blue Rocket, die als jong 4e Gouden Crack FZN werd en uitgroeide tot een topkweker. De duivin van het Millennium koppel bijvoorbeeld is daar een dochter van.

Superduivin Dragon Girl (een kleindochter van Rocketeer) werd 2e Gouden Crack FZN en later moeder van onder meer Olympic Dragon, die als jong 4e Gouden Crack werd.

Dit jaar werd ik net als vorig jaar 1e afdelingskampioen in de FZN. Ook werd ik 2e Gouden Crack met Olympic Rossi. Zijn zus Olympia werd vorig jaar 7e Gouden Crack. Beide komen uit National Rossi (1e NPO Gien x Olympic Millennium), een Olympiade duif én nationaal Asduif. Dus ook hier een kleinzoon en kleindochter van Blue Rocket.

Bij de jonge duiven werd ik dit jaar 1e, 4e, 6e en 7e Gouden Crack. De 1e komt uit Blue Dragon, een broer van Dragon Girl x Prox uit superduivin Proxi Frans Maris (won de 2e, 7e en 14e nationaal in België).

De 4e Gouden Crack komt ook uit Blue Dragon, maar hij stond toen gekoppeld aan Rockets Millennium (zelf 2e provinciaal Asduif en kleindochter van Blue Rocket).

De 6e Gouden Crack is een zoon uit Dragon Jozef, die komt uit de samenkweek Olympic Jozef Eijerkamp x Dragon Girl. Hij stond gekoppeld tegen Witbuiks Blue (1e NPO La Souterraine en 10e nationaal Asduif dagfond).

Het speciale aan deze 6e Gouden Crack – ik noem haar Broken Dragon – is dat ze de laatste 6 weken van het seizoen met een spalk om haar poot heeft gevlogen. Die brak ze en op die vluchten werd ze dus 6e Gouden Crack.

De 7e Gouden Crack komt uit Urano (zoon Uranus Willem de Bruijn en al vader van Olympic Rosa, die ook 1e Gouden Crack FZN werd). Hij stond gekoppeld aan Blue Millennium (dochter Golden Pair), een zus van Blue Diamond, die de 1e Grand Prix won en moeder is van National Torres. Laatstgenoemde won dit jaar de 1e NPO Issoudun, de 1e nationaal in de sector en de 2e nationaal over heel Nederland. Daarvoor won hij ook een 2e NPO Châteauroux.

De broer van National Torres is Torres Diamond, die won een 4e, 4e en 6e NPO dit jaar. Zij zijn dus achterkleinkinderen van Blue Rocket en Rockteer. Beide broers verhuizen nu naar de kweek, net als Olympic Dragon. Alle drie nog jaarling, overigens.

Blue Millennium is ook een kleinkind van Blue Rocket (zoon Rocketeer), die op zijn beurt weer een zoon is van Dragon Rocket. Dragon Rocket was weer een zoon van Rocket van wijlen Marijn van Gastel. Die Rocket was ook 1e nationaal Asduif WHZB en werd aangekocht door Mike Ganus uit de USA. Daar werd hij absolute top op de vele eenhoksraces wereldwijd.

Het is inmiddels 2023 en de nazaten van Dragon Rocket (1999), zoon Rocketeer (2006) en kleinzoon Blue Rocket (2010) domineren nog steeds de Gouden Cracks.

De nazaten van Rocket en Witbuik maken hier al 25 jaar de dienst uit. Die duiven vlogen al vroeg toen we nog de helft meer liefhebbers hadden.

Er wordt af en toe een duif bijgehaald, maar duiven zoals de nazaten van Rocket en Witbuik, die op alle afstanden en windrichtingen het verschil kunnen maken, zijn er maar weinig. Vandaar dat heel wat van die aangeschafte duiven na enkele jaren ook weer verdwijnen. Goed genoeg op de meeste hokken, maar niet hier.

Een goede vriend vertelde me gisteren dat de trek meer naar het westen ligt. Rayon 1 zou dan de vroegste duiven moeten pakken, sommige liggen immers 20 km westelijker dan mij.

Ik geloof hier dus niet in. Ik denk dat de trek vaak door de windrichting wordt bepaald en dat een goede duif die in orde is zich niet zo ver laat afdrukken.

In het oude duivenseizoen hadden we regelmatig een oost-noordoostenwind. Toen het jonge duivenseizoen begon, stond er altijd een west-zuidwestenwind, alsook op de laatste dagfondvluchten. Ondanks dat vielen de oude en jonge duiven hier gewoon vroeg.

Dit jaar was er een jonge duivenvlucht waarop duiven van onze vereniging en een van rayon 4 waren ontsnapt. Deze vlucht zou niet tellen en onze vereniging heeft hem dan ook niet ingestuurd op Compuclub. Andere verenigingen wel en die gebruiken hem nu schijnbaar als aftrekvlucht.

Dus ja, wat moet ik van die kampioenschappen zeggen. Ik ben graag kampioen, maar alleen op een eerlijke manier en anders liever niet. Daarbij begon ik op alle jonge duivenvluchten in de top 4 van de afdeling. Op mijn slechtste vlucht begon ik met de 16e prijs. Wie het beter deed mag het zeggen, alles is namelijk terug te vinden op Compuclub.

Op GPS staat nog een geschonken duivin van mij en meerdere liefhebbers voor de stichting Thuredrith. Je steunt hier dus een goed doel mee. Wees er wel snel bij, want de veiling loopt spoedig af.

Mij wordt regelmatig gevraagd hoeveel te voeren in deze tijd van het jaar. Dit hangt af van verschillende factoren, zoals:

  • Welk soort duiven heb je? Een die gemakkelijk vet wordt?
  • Hoe vaak komen ze los in de winter?
  • Hoe ver zijn ze met de rui? Duiven die ver klaar zijn, hebben minder voer nodig.
  • Heb je een open (koud) of een afgesloten (warm) hok?
  • Wat is de buitentemperatuur? Erg koud of juist nog aangenaam?
  • Zitten ze op eitjes te broeden?
  • Drijven ze achter hun duivin?
  • Liggen ze met jongen en zo ja, welke grootte?
  • Wat geef je de duiven allemaal nog meer te eten?

 

Kortom, er is geen one size fits all. Nu niet en in het vliegseizoen ook niet, want: vliegen ze korte of lange afstanden, hebben ze wind mee of tegen, trainen ze één of tweemaal daags, etc.

Als duivenmelker moet je gewoon elke week wat duiven in handen nemen. Zijn ze te licht, dan voer je wat meer. Zijn ze te zwaar, dan voer je wat minder. Zo simpel is het. Let wel, in licht of zwaar voer geloof ik niet! In meer of minder voeren wel.

In allerlei rui-, kweek- of vliegmengelingen heb ik nooit geloofd. In een veelzijdige mengeling wel, het liefst niet te eiwitrijk maar wel met veel vetten. De hoeveelheid eiwitten bepaal ik liever zelf, daarom ook de Prestavit als los bijproduct.

Globaal zeg ik altijd 30 tot 40 gram per dag per duif, maar nogmaals, dit kan meer of minder zijn vanwege de bovenstaande factoren.

We zitten zo weer in een nieuw vliegjaar en ik ben benieuwd wat dat wordt.

Mijn drie beste duiven van 2022 en de beste oude duiven van 2020 zijn naar de kweek gegaan. Volgend jaar dus 12 oude duiven en de rest jaarlingen. Het kweekhok is ook verjongd, 24 kweekkoppels moeten daar voor nieuwe aanwas zorgen.

Vorig jaar werd 15m² aan kweekhok afgebroken, want het moet wel behapbaar blijven. Ik verwacht met zo’n 60 oude vliegduiven te starten, maar dat aantal wordt teruggebracht zodra de dagfond begint. Aan ca. 40 duiven heb ik dan meer dan genoeg.

Ik heb al diverse conceptvliegprogramma’s voorbij zien komen en zoals gewoonlijk maakt men dezelfde fouten. Ze willen weer te laat met de oude duiven beginnen en véél te laat met de jonge.

We treffen steeds vaker warm weer. Je zou verwachten dat men daar het vervoer op aanpast. Ik denk bijvoorbeeld aan mechanische ventilatie, koelelementen in het drinkwater en een continue doorstroming in de drinkgoot.

Men leert niet graag van vroeger, toen er in de derde week van juni werd begonnen. De duiven hadden al heel wat kilometers en twee nachten mand gehad, alvorens het in de tweede week van juli tropisch warm werd.

Men vindt vandaag de dag alles beter gaan dan vroeger óf is ervan overtuigd het beter te kunnen, hoewel de personen die zich erover buigen zelden op het podium te vinden zijn wanneer de bloemen worden uitgereikt.

De Belgen daarentegen houden vast aan hun traditie en hebben dan ook een prachtig programma en een goede leerschool voor hun jonge duiven. En niet geheel onbelangrijk, iedere liefhebber bieden zij spelvreugde.

Ik beschrijf mijn gedachtes hier regelmatig, maar niemand hoeft ze te lezen of het ermee eens te zijn. Ik bereik er uiteindelijk niets mee – dat snap ik heus wel – maar als iedereen zo redeneert in het leven, dan hebben slechts enkele personen alle macht en kunnen zij zonder tegengas doen en laten wat ze willen. De geschiedenis leert ons dat het dan al snel een puinhoop wordt.

Op eigen hok pak ik de broedschotels weer in met oude kranten. Ik doe dit elk jaar, zodat ze niet vies worden. Sommige schotels zijn al meer dan 40 jaar oud. Na het vliegseizoen leg ik die ruim een week in water met chloor, waarna ze weer fris ruiken. Je kan hiervoor ook Dettol of Virkon S gebruiken.

De kweekduiven worden over 14 dagen tegen paramyxo gevaccineerd (met Colombovac). Bij de vliegduiven gebeurt dit omstreeks half december.

Begin november zet ik de kweekdoffers op de hokken en die licht ik meteen bij van 07.00u tot 19.00u. Dit is lang zat. Als je nog langer bijlicht, gaan de jongen gooien zodra ze net gespeend zijn. Het licht blijft aan tot het in de natuur ook rond dat tijdstip licht wordt, daarna gaan de lichten overdag uit.

Bij de oude vliegduiven hetzelfde systeem, die worden ook drie weken voor de koppeling 12 uur belicht tot eind februari. Daarna worden ze tot halverwege mei verduisterd van 18.30u tot 08.30u.

De duiven ruien momenteel stevig en krijgen eenmaal daags eten en drinken. Over het voer gaat elke dag Origanum Red en een flinke schep mineralenmix. Tweemaal per week doe ik daar nog Prestavit bij en in het drinkwater om de dag Sedochol of Naturaline.

Vanaf november mogen ze weer om de dag naar buiten. Ik heb liever dat de roofvogel er in de winter af en toe één grijpt dan dat ik straks met allerlei vleugelproblemen aan het nieuwe seizoen moet beginnen.

De hokken maak ik met al die veren nu eenmaal per week schoon. Dit betekent alles schrapen en daarna een nieuw laagje schelpenzand op de bodem. Eenmaal per week krijgen ze een bad, elke dag lijkt me overbodig. Dingen die niet echt nodig zijn, daar spendeer ik zo min mogelijk tijd aan.