Young-Witbuik-NL08-1650231

Zuurstof

Gisteren een foto van de oude Witbuik (1997), vandaag een foto van zijn laatste super kwekende zoon, Young Witbuik (2008).

Ik vind mezelf geen slaaf van de duiven, want hier gebeurt alles op een gemakkelijke manier. De hokken staan altijd open, zowel de voorkanten als de plafonds. Mensen die wel eens bij kampioenen als Verkerk en De Bruijn zijn geweest, zagen dat ook daar alles open staat.

Duivenstof is ontzettend slecht voor mens en dier. Ik hoor veel duivenliefhebbers kuchen wanneer ze aan het praten zijn. De hokken van deze mensen zijn meestal potdicht, verwarmd en worden door teveel duiven bewoond.

Vooral in deze tijd (ruiperiode) kom je het beste zo min mogelijk bij de duiven. Alleen het hoognodige en klaar. Wat mij betreft moet een hok ook niet te droog zijn, in deze tijd mag dat best vochtig aanvoelen. Hier overigens geen hygrometers of wat voor flauwekul dan ook.

Er is een kleine groep liefhebbers die 6x per dag de hokken schoonmaken en met een vochtige doek alles afnemen. In mijn ogen ben je dan wel slaaf van je duiven. Duiven die dat gewend zijn overleven hier niet. Plaats ik die een week op mijn hokken, dan vallen ze met allerlei kwaaltjes aan de luchtwegen uit.

Ik hoor vanuit China of Taiwan wel eens dat duiven daar erbarmelijk uit de quarantaine komen, meestal omdat ze afkomstig zijn van hokken die te hygiënisch met hun duiven zijn omgegaan.

Ruim 30 jaar geleden maakte een liefhebber uit de buurt elke week wanneer de duiven de mand in gingen zijn hokken volledig zuiver met water en chloor, inclusief de broedbakken. Nadien schroeide hij alles droog met de brander. In het najaar ging hij nog een stapje verder en werden alle pannen van het dak gehaald, die werden ook met water en chloor gewassen.

De man vloog enkele jaren knetterhard op de vitesse/midfond. Toen kwam het moment dat hij enkele van die hellevogels verloor en hij amper nog blad kon raken, ondanks dat zijn poets- en boenwerk gelijk bleef. De goede duiven zaten er alleen niet meer. Na enkele jaren barslecht spelen en veel schoonmaakwerk kon hij het niet meer opbrengen en hing hij zijn duivenkiel voorgoed aan de wilgen.

Dus, liefhebbers die zichzelf na één of twee topjaren belangrijk gaan vinden en het nu weleens aan anderen willen gaan uitleggen hoe alles werkt… Pas ermee op, zou ik zeggen. Er kunnen andere tijden aanbreken en dan kaatst de bal zich vanzelf terug, daarvan zijn voorbeelden te over!