Nog één natour vlucht

Wij vliegen dit weekend nog Pont-Sainte-Maxence op 289 km.

Aangezien deze vlucht nergens voor telt, houd ik mijn tien beste jonge duiven thuis. De rest gaat wel mee. Normaal ben ik niet zo, maar er wordt wisselvallig weer voorspeld en ik ben al te vaak op de laatste vlucht meerdere goede duiven kwijtgeraakt. En duiven heb ik genoeg, maar goede te weinig.

Rui

Vanaf volgende week staat alles in het teken van de ruiperiode. De duiven krijgen een tiendaagse paratyfuskuur gevolgd door een enting met een dood vaccin. Verzorgen doe ik tijdens de rui- en winterperiode eenmaal daags en af en toe mogen ze een dag los. In het drinkwater zit tot januari op de ene dag Sedochol en de andere dag Naturaline.

Duiven ruien vanzelf, maar er zit een groot verschil in hoe. Duiven die aan de gerst worden gezet ontwikkelen geen mooi en zacht verenkleed. Ja, ze ruien weliswaar als gekken, maar ik denk eerder dat dit komt door een tekort aan bouwstoffen.

Hier krijgen ze zoals altijd goed te eten en dat betekent elke dag 80% Championsmix en 20% NPO-mix met daaroverheen Origanum Red en Champions Mineralenmix. Tweemaal per week gaat daar nog Prestavit overheen voor de broodnodige eiwitten in de ruitijd. Overigens kan je ook 50% Prestavit en 50% Octavit doen, in beide zitten namelijk eiwitten en vitaminen. Op deze manier maak ik zelf mijn pot Octavit van het vliegseizoen op.

Zo doe ik het dus al jaren en de duiven pluimen altijd perfect in en voelen zijdezacht aan. In mijn opinie kan je beter minder duiven houden en die goed begeleiden dan andersom. Gokken op de massa is onverstandig. De duiven hebben meer ruimte in het hok en dat is beter voor duif en melker. Daarbij zijn het toch vaak alleen de betere duiven die voor kopprijzen vliegen, de rest is bladvulling.

Selecteren

Enkel op bouw selecteren is ook onverstandig. Niet elke superduif is mooi gebouwd en/of perfect gesloten. Dus duivenkeurders, het zal wel, maar laat die eerst eens op eigen hok de goede van de mindere duiven leren onderscheiden en dat vervolgens matchen aan de resultaten op hun eigen hok.

Bij mij is de reismand hoofdselecteur. Een enkeling mag nog blijven als ik er voldoende vertrouwen in heb. Een minder gebouwde duif die een beetje openstaat en vroeg op de klep zit zie ik te allen tijde liever dan een perfect gebouwde, gesloten duif die altijd na de kopduiven arriveert.

Daarbij merk ik op eigen hok dat de duiven nu wat ranker en kleiner zijn. Toen ik minder aandacht besteedde aan de dagfond waren ze wat forser. Met andere woorden, de forsere exemplaren zijn hier na jaren van selecteren op prestaties afgevallen.