Redden wat er te redden valt

We moeten de duivensport moderniseren, wil deze nog toekomst hebben. Dit begint mijns inziens niet met het onder de aandacht brengen bij het grote publiek, maar met het behouden van de huidige leden.

Ik denk bijvoorbeeld aan video’s van onze duiven tijdens transport, maar ook van de verzorging onderweg naar hun bestemming. De meeste afdelingswebsites zijn oubollig en er staat nog informatie op van september vorig jaar. Daarin is nog veel modernisering mogelijk.

Ze kunnen bijvoorbeeld ook filmpjes van de losplaatsen maken. Verder ook filmpjes van liefhebbers en hun beleving in de verzorging van hun duiven, het trainen en het opwachten. YouTube lijkt me daar geschikt voor. De beleving tijdens het inkorven lijkt me ook interessant beeldmateriaal. De NPO zou dit met een wekelijks stukje op een website kunnen plaatsen.

De duivensport gaat snel in zwaar verkeren, denk ik. Voeding en transport wordt schreeuwend duur en als we om ons heen kijken is 90% van de duivenliefhebbers nu eenmaal gepensioneerd. Het huishoudpotje van de meeste komt in de knel, want niet alleen onze hobby wordt duurder, ook de energierekening, boodschappen, etc. Dit terwijl de lonen en uitkeringen niet of nauwelijks stijgen.

Al bij al dingen om ons zorgen over te maken. Verliezen we deze grote groep duivenmelkers, dan is het ook voor degene die het wel kan betalen einde oefening.

Ik snap de inkorfbeperking van 150 oude en 250 jonge duiven dan ook niet echt. Dit is niet per se het tegemoetkomen van 90% van de liefhebbers die vaak arbeider zijn (geweest). Ik denk dat 60 oude en 100 jonge duiven meer in de richting was gekomen. Men had hier wat meer aandacht aan moeten besteden afgelopen winter. Nu zitten we ermee en kan het tij niet meer gekeerd worden.

De realist in mij verwacht dat veel liefhebbers hun jas noodgedwongen aan de wilgen zullen hangen dit jaar. Die gaan ook niet opnieuw beginnen wegens hun vaak gevorderde leeftijd. Uiteraard hoop ik dat ik het bij het verkeerde eind heb, maar ik vrees van niet.