Erbarmelijke tijden

Gisteren heb ik de prijsuitreiking van de FZN bezocht, die zoals altijd prima verzorgd was. Er waren alleen veel afwezigen. Corona zal daar vast iets mee te maken hebben. Ik hoorde dat de Eendaagse Fondspiegel ook slecht bezocht was. Ik had nog andere verplichtingen en was dus snel weer thuis.

Het is natuurlijk laat in het jaar en hier zijn de voorbereidingen op het nieuwe seizoen reeds in volle gang. Mijn duiven worden momenteel verduisterd en er zijn nogal wat hokken die verzorgd moeten worden om alles rond te krijgen.

Ik vermoed dat 2022 een raar en duur duivenjaar wordt. Vooral voor de grote groep gepensioneerde liefhebbers zal het zwaar wegen dat voeding en transport extra duur wordt. Granen zijn mede door de oorlog niet of nauwelijks verkrijgbaar en al het transport wordt duurder. Kortom, onmacht waar alle bedrijven waaronder wij jammerlijk niets aan kunnen doen dan doorberekenen.

Het verschil tussen de grote en kleine duivenmelker (die vaak relatief minder te besteden heeft) zal dan ook steeds groter worden. Laatstgenoemde groep zal al dan niet noodgedwongen wat meer de hand op de knip gaan houden en wellicht ook met minder duiven gaan spelen.

Misschien had ons NPO-bestuur beter hun huiswerk kunnen doen wat eerlijk spel betreft, bijvoorbeeld maximaal 40 oude en 80 jonge duiven per liefhebber per concours. Op die manier kan de grotere liefhebber er altijd nog voor kiezen om de rest als invliegduif te spelen.

Men zit denk ik eerder op dit soort gelijkheid te wachten dan methode SNEL. Natuurlijk speel ik ook met meer duiven, maar als we het onderlinge verschil te groot laten worden en te laat ingrijpen, houdt het spel ook voor de grotere liefhebber op. Dat is zeker iets om over na te denken.

Duivenmelkers die hun jas eenmaal aan de wilgen hangen, herstarten niet snel. Het is dus van belang om iedereen aan boord te houden, ook al moet de grotere, vaak professionelere liefhebber hiervoor concessies doen.