Je meerdere erkennen

Zo’n 20 jaar geleden was ik bij een zaalverkoop waar veel belangstelling was voor de aanwezige duiven. Enkele duiven trokken mijn aandacht. Henk de Weerd was er ook en wij praatten wat over de duiven die er zaten.

Ergens in de zaal zat een man waarover Henk zei: “Als die zijn hand opsteekt, kan je maar beter stoppen met bieden”. Diezelfde man was onlangs nog aan het inslaan op de verkoop van Peter van de Merwe.

Soms moet je niet verder willen springen dan je stok lang is. Je moet dan de verleiding van die ene duif kunnen weerstaan.

Er zijn nu door corona geen zaalverkopen meer, maar anders was ik er ook niet naartoe gegaan. Vaak wil ik net die ene begeerde duif kopen die een persoon met diepere zakken ook ziet zitten. Vandaar dat ik liever direct naar de liefhebber zelf ga zonder mezelf op te laten bieden.

Zoeken naar betere duiven doe ik al 30 jaar. De laatste jaren blijft dat bij één duif per jaar, maar wel een die naar mijn zin is en uit het beste komt wat verkrijgbaar is. Zo kochten Jan en ik enkele jaren terug een prachtjong uit de 1e x 2e nationaal Asduif KBDB. Tot nu toe zit er daar één van op het vlieghok en die behoort zeker niet tot mijn beste. Vandaar dat je ook altijd wat geluk moet hebben.

Ik had die duif niet meegenomen als hij me niet aanstond, maar inmiddels weet ik dat schoonheid niets zegt over een duif. Maar al te vaak werd bij mij de mooiste van een nest meegenomen bij het afhalen van geschonken bonnen. Ik bleef dan met de minste zitten en dat werd vaak de beste.

Zo liet ik destijds een vriend een jong kiezen uit een koppel jongen van Blue Rocket. Hij nam gelukkig in mijn ogen de minste van de twee. Die van mij werd een goede vliegduif en won als jong tweemaal de 1e prijs. Datzelfde jaar won ik de 3e NPO Orléans, maar die gekozen duif van die vriend won de 1e NPO Orléans.