Exclusief

Als je in de jaren ‘90 een NPO-vlucht won, stonden er drie duivenkranten op je stoep om een pagina’s lang stuk te schrijven. Tegenwoordig zie je dat Grootmeesters van een vlucht bijna meer aandacht krijgen dan een NPO-winnaar, iets wat vele maar eens in hun duivencarrière meemaken.

Natuurlijk komt dit door de toename van het aantal NPO-vluchten van enkele jaren terug. Opeens werden midfondvluchten ook NPO-vluchten, waar dit voorheen alleen voor dagfond, overnacht- en jonge duivenklassiekers was weggelegd.

Nationaal Orléans

Ooit was er enorm veel wereldwijde belangstelling voor nationaal Orléans. Zelfs van mensen die geen duiven hadden, kreeg je respect voor Orléans. Een mooiere reclame voor de duivensport was er niet.

Ik vraag me wel eens af wat voor mensen dat waren die zoiets om zeep hebben geholpen. Niet alleen dat, maar wat voor bestuur hebben we in al die jaren gehad. Er werd niet één poging gedaan om zoiets groots terug op het programma te krijgen en daarmee onze sport de aandacht te geven die het verdient.

We zouden met zoiets de duivensport meer en meer bij het grote publiek onder de aandacht kunnen brengen alsmede buiten onze landsgrenzen. Met de Grand Prix vluchten zitten ze op het juiste spoor, al worden die alweer geboycot door de afdelingen zelf.

Je zou de exclusieve tijd terug kunnen brengen door alleen nog enkele sectorvluchten te organiseren met de oude en jonge duiven, bijvoorbeeld. Met grote deelnames en niet te veel versnipperen in kleinere sectoren.

Veilingsites

Zo zie je op de bekendere veilingsites teveel duiven onder de hamer gaan van liefhebbers die dat eigenlijk al jaren niet meer verdienen gezien hun prestaties. Ook daar is de exclusieve tijd verloren gegaan, gezamenlijk met de aandacht en de kopers.

Zoiets komt doordat we tegenwoordig met twee soorten kampioenen te maken hebben. Enerzijds de ‘mediakampioen’ die binnen elk media zijn vriendjes heeft en daar de aandacht zoekt, maar vergeet te presteren. Anderzijds de echte kampioen die super presteert maar niet diezelfde aandacht krijgt door allerlei belangen.

Elke veilingsite zou onderscheid moeten maken tussen de aangeboden duiven. Zo worden er soms duiven aangeboden die al drie keer van eigenaar zijn gewisseld. Om nog maar te zwijgen over het aantal naamduiven zoals de Kittels van tegenwoordig.

Maak een exclusieve groep van jonge duiven uit NPO-winnaars, nationale Asduiven of Olympiade duiven. Laat zulke duiven enkele weken voor aanvang van de veiling door een kampioen zonder belangen keuren. Niet goed genoeg van bouw of qua gezondheid ? Dan komt de duif niet te koop.

Zo sta ik telkens weer versteld bij elke totale verkoop hoe weinig prestatieduiven er worden aangeboden. Vaak is het alleen een kind, broer of zus van een duif die in een ver verleden iets heeft gepresteerd.

Toekomst

Nee, de exclusieve tijd is ver te zoeken, maar daar komt vanzelf verandering in. Door het dalende aantal leden zullen we in de toekomst naar grotere speelgebieden gaan en zo zal de duivensport voortleven. Weliswaar in afgeslankte vorm dus, maar potentieel met een groter karakter en aandacht wegens de grotere speelgebieden.

Tot die tijd moeten we geduld hebben en wachten tot de jongere generatie de kans krijgt om de koe bij de horens te vatten en te redden wat er te redden valt. Wat dat betreft had Maurice van der Kruk het wel bij het juiste eind met een vooruitziende blik, alleen wilde hij te grote stappen in één keer nemen. Dit brak hem uiteindelijk op.