Vertrouwen of geluk?

Niet iedere duif die hier gekweekt wordt is een goede, natuurlijk. Ze beschikken wel allemaal over een goed genenpakket. Zo won Stef Bals dit weekend met grote overmacht de nalijn vlucht in Brabant 2000 tegen 10.746 duiven.

Zijn eerste twee duiven komen volgens hem uit een zoon van een doffer van mij. Uit die doffer heeft hij al heel wat goede gehaald. Hij heeft die doffer hier niet zelf gehaald, maar bij een liefhebber die hem eerder bij mij haalde. Die had er geen vertrouwen in, schijnbaar.

Rene Roks won van dezelfde vlucht de 9e tegen 10.746 duiven en won de week ervoor met diezelfde duif de 5e tegen 12.955 duiven. De wind had hij deze keer niet in zijn voordeel, maar ze was er toch weer vroeg bij.

Laat die duif nu ook uit een doffer van mij komen. Rene heeft die op Duivenmarktplaats gekocht van een liefhebber die hem eerder bij mij haalde. Die persoon had er destijds minder vertrouwen in en heeft de duif daarom doorverkocht.

Nogmaals, het zijn niet allemaal goede, maar een slecht presterende duif kan super kweken. Ik kijk maar naar een duif die ik aan Jan gaf, die presteerde hier niets maar werd bij hem een topkweker. Andersom kan een super presterende duif niet één goed kind op de wereld zetten, maar wel goede kleinkinderen.

Wat dat betreft bestaat een goed koppel altijd uit twee duiven. Zet een mindere duif op een goede en je kweekt mindere duiven, zelden goede. Eén ding is zeker: er worden veel goede duiven te vroeg opgeruimd door hun mindere vliegprestaties. Vandaar dat de duivensport zo moeilijk blijft en ik er nog steeds niets van begrijp.