De lente laat zich zien

Vanochtend nog koud en natuurlijk een uur vroeger nu de tijd verzet is, maar de weduwnaars gingen gewoon los. Ik kijk daar niet naar. De hokken staan altijd open, dus de temperatuur in en buiten het hok scheelt niet veel.

Kou is slechts een emotie voor duiven, tenzij je de hokken verwarmt en er een groot temperatuurverschil is. Je kan dan wel eens vervroegd met koppenproblemen komen te zitten met deze temperaturen.

De eerste vluchten boeien me weinig, maar ik mis mijn start eigenlijk zelden. Er zijn er altijd wel bij die er van meet af aan staan. We zullen het afwachten. Volgende week temperaturen richting de 20 graden, dus mooi weer om ze af te richten.

De jonge duiven gaan ook gewoon los, ongeacht het weer of de wind. Ze kunnen dan alvast oefenen hoe ze moeten vallen. In het naderende vliegseizoen moeten ze ook met alle weersomstandigheden om zien te gaan.

Ik ga er wat dat betreft niet flauw mee om. Watjes hoef ik niet, zeker geen duiven die ik met fluwelen handschoenen moet verzorgen. Uiteindelijk is het altijd een kleine groep die het verschil maakt. De grootste hoop zijn gewoon kladvliegers.

Ik hoop dat we een mooi vliegseizoen krijgen met voor iedereen gelijke kansen en dat een ieder enkele keren vroeg mag pakken. De eerste lossingen in België waren gisteren – met hoe kan het ook anders – een westenwind en in Limburg hogere snelheden dan op de meeste andere plekken.